Fieldlab Flexible Manufacturing
Over Fieldlab FM en Brainport Industries
Fieldlab Flexible Manufacturing (FM) is een fieldlab in de Brainport Industries Campus (BIC) te Eindhoven. BIC is een locatie waar technische toeleveranciers in de high tech maakindustrie samen willen ondernemen, produceren en innoveren (www.brainportindustires.com). De Brainport Industries Campus is een fysieke plek in het groene hart van Eindhoven waar deze toeleveranciers samen produceren en innoveren. Dit doen ze door het delen van kennis, locaties en dure apparatuur.
Het fieldlab FM betreft een innovatieprogramma waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken rondom flexibele productie automatisering. Binnen het fieldlab FM wordt gewerkt aan nieuwe robottechnieken en digitaliseringsprocessen die met name de kleine serieproductie binnen maakbedrijven kunnen ondersteunen. Het is een open omgeving voor bedrijven die hulp zoeken bij het opzetten van (deels) gerobotiseerde processen en/of voor instellingen die een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van het fieldlab. Binnen het fieldlab worden vier demonstratieprojecten uitgevoerd: (1) mens-robot samenwerking; (2) zelflerende assemblagelijnen; (3) flexible handling en (4) bin picking.
Betrokkenen
De betrokkenen zijn student of werkzaam bij een kennispartner, privaat bedrijf of een organisatieadviesbureau (dit is de aangetrokken programmamanager). Zij leveren vanuit hun eigen expertise en belangen een bijdrage in het fieldlab. Op basis van de vier genoemde demonstratieprojecten zijn werkpakketten vastgesteld waarvoor werkpakket coördinatoren zijn benoemd. De directeuren van twee maakbedrijven zijn ook actief betrokken op bestuurlijk niveau. In deze samenwerking participeren met name Fontys, Avans (in mindere mate), TNO, de Cromvoirtse (metaalbewerking) en Yaskawa (automatisering waaronder robots).De programmamanager voert de coördinatie van het project uit en is zowel sleutelfiguur naar Brainport Industries als naar de provincie.In het fieldlab zijn op deze manier, buiten de studenten, zo’n 10-12 personen actief betrokken. Andere betrokkenen vanuit de partners werken leveren hun bijdrage vanuit hun eigen organisatie en/of hebben naast hun taken in het fieldlab andere werkzaamheden waarvoor ze op andere locaties, zoals bijvoorbeeld in een hogeschool aanwezig moeten zijn.
Het lectoraat mechatronica en robotica participeert, samen met het lectoraat ICT & Technology van Fontys, naast TNO en TU, als kennispartner en vormt ook de verbindende schakel naar onderwijs. De leden van het lectoraat die het onderzoek uitvoeren hebben nagenoeg allemaal ook een rol als docent waardoor de verbindingen tussen nieuwe kennis en curriculum snel worden gelegd. Vanuit Fontys spelen zowel inhoudelijke als procesbegeleiders een rol in de begeleiding van studenten. Deze studenten werken in het kader van een studieonderdeel zoals minor of afstuderen, binnen het fieldlab aan opdrachten die voor het werkveld interessant zijn.
Gang van zaken
BIC betreft een modern, ruimtelijk en uitnodigend werklandschap. De fysieke ruimtes van het fieldlab FM binnen het BIC vormen de ontmoetingsplekken voor de betrokkenen. Hier zijn de mogelijkheden om kennis, expertise en apparatuur uit te wisselen om aan vraagstukken te werken. Het zijn eilandjes van 20 bij 20 meter met een begane grond waar de apparaten staan en een eerste verdieping waar deelnemers werkruimtes hebben. Er is een koffiehoek en een vergaderzaal maar vaak vinden de vergaderingen plaats tussen de apparatuur. Hoewel vertegenwoordigers van een aantal partners één dag in de week aanwezig (proberen te) zijn is de variatie in aanwezigheid groot. Meerdere betrokkenen vinden deze aanwezigheid te weinig om elkaar goed te kunnen ontmoeten en af te kunnen stemmen.
Conclusie
Het fieldlab wordt door alle vrijwel alle betrokkenen ervaren als een mooi initiatief om kennis, materiaal, innovatie en leren van studenten en werkveld samen te brengen. Het is een complexe samenwerking met veel partijen en veel belangen. Het wordt gedragen door enthousiaste mensen die erin geloven: gebrek aan enthousiasme leidt tot verloop en verlies van kennis en kunde. Er vonden door corona weinig structurele ontmoetingen plaats, ook dat heeft de samenwerking belemmerd. Alles staat of valt bij de kartrekkers in het fysieke lab. Subsidie blijkt een belangrijke basis voor de samenwerking. De betrokkenheid van de zorgprofessional vanaf de start van het samenwerkingsproces zorgt voor eigenaarschap en draagvlak voor ZIC/ZIN. De partijen voelen samen verantwoordelijk voor de ZIC.ZIN. Het moge duidelijk zijn dat de bevlogenheid van betrokken leidinggevenden onmisbaar is om tot succesvolle samenwerking, en een succesvolle ZIC/ZIN te komen.
Over deze hybride leeromgeving
Samenwerken
De eerste stap op weg naar het fieldlab Flexible Manufacturing is gezet door de oprichter van de Brainport Industry Campus, de BIC. Hij heeft van de provincie middelen ontvangen om een innovatief programma op te zetten aansluitend bij de landelijke inspanningen op het gebied van Smart Industry. Op dat moment zat de directeur van TNO ook al aan tafel en vanuit die eerste gesprekken is de focus gelegd op de mens-machine interactie. Vanuit de maakindustrie waar kleine maar flexibele en hoogwaardige serieproductie plaatsvindt was men op zoek naar automatiserings- en robotiseringsoplossingen. Voor het hieruit voortvloeiende project ‘de digitale fabriek’ werden vervolgens verschillende partners gezocht: de TU voor modelvorming, eindgebruikers en een robotleverancier. Betrokkenen vanuit verschillende lectoraten van Fontys sloten ook vanaf het begin aan.
Beïnvloedende factoren
Het onderzoek laat zien dat er zowel succesfactoren als belemmerende factoren geformuleerd kunnen worden. Het werken met actuele vraagstukken uit de praktijk en de serieusheid waarmee bedrijven samen met studenten aan oplossingen willen werken zijn factoren die bijdragen aan een goede samenwerking. Respondenten benoemen dat samenwerking staat of valt met enthousiaste, pro actieve mensen en zij ervaren de contacten tussen de partners als goed. Vooral de ontmoetingen in het fysieke fieldlab leiden tot nieuwe energie. Het werkt ook positief mee als sommige partners veel ervaring hebben met het werken op basis van subsidies en wat daar allemaal bij komt kijken.
Zoals het enthousiasme van mensen de samenwerking tot een succes kan maken, het gebrek ervan voor het fieldlab kan de kwaliteit van de samenwerking tegengaan. De ontmoeting tussen verschillende partners hierin is van wezenlijk belang. Ook de eigenaarschap over de beschikbare apparatuur kan belemmerend werken. In het fysieke lab staat apparatuur die weliswaar in principe wordt gedeeld maar waarvan een van de partners eigenaar is en waarvoor deze partner verantwoordelijk is. Het niet hebben van toestemming en/of hebben van beschikking over materiaal werkt belemmerend in het fieldlab. Ook het feit dat het fieldlab nu nog draait op een subsidie die eindig is kwam vaker terug als zorg voor verduurzaming.
Download dit caseverslag
Klik op onderstaande button om het volledige casverslag te downloaden (PDF)
Download