Sprint naar content

Koppeling onderwijs

Koppeling onderwijs

Het lectoraat draagt eraan bij dat studenten beter voorbereid zijn op een toekomst van werk waarin technologie een belangrijke rol speelt en geven ze handvatten om weloverwogen keuzes te maken bij het ontwerpen, ontwikkelen en inzetten van technologie. Op verschillende manieren worden studenten vanuit verschillende disciplines betrokken bij de (onderzoeks)projecten van het lectoraat. Ook biedt het lectoraat scholingsmogelijkheden voor student en werkveld. Hieronder een aantal voorbeelden.

Praktijkgericht onderzoek vindt doorgaans plaats door middel van interviews of focusgroepen (kwalitatief) of vragenlijsten (kwantitatief). Bij deze methoden worden deelnemers aan het onderzoek weggehaald uit hun context en wordt hen gevraagd te reflecteren op hun gedrag of hun attitude (of dat van anderen). Echter, in veel gevallen is deze context juist bepalend voor het gedrag van mensen. En achteraf reflecteren op een bepaalde situatie blijkt vaak onbetrouwbare of gekleurde informatie op te leveren. Het daarom van belang onderzoek te doen op de plaats waar de actie plaatsvindt.

In het keuzevak 'Innovatief Onderzoeken' maken studenten kennis met alternatieve onderzoeksmethoden, die niet alleen praktijkgericht zijn, maar ook daadwerkelijk in de beroepspraktijk van de Toegepast Psycholoog gebruikt kunnen worden.

Voorbeelden van dergelijk onderzoek zijn (participerend) actie-onderzoek, narratieve methoden, context-mapping studies en big data. Bij al deze methoden staat het inleven in de belevingswereld van de respondent centraal. Tijdens de lessen wordt aandacht besteed aan zowel de dataverzameling als de analyse van de data die dit soort methoden opleveren. Ook de ethische aspecten van onderzoek komen in dit vak aan de orde.

Vanuit het lectoraat is Tina ten Bruggencate bij deze kennismodule betrokken.

Als Toegepast Psycholoog ontwikkelen je gedragsinterventies, al dan niet met behulp van technologie zoals apps, games, et cetera. Dat is niet gemakkelijk, want hoe zorg je ervoor dat de inhoud van deze interventies aansluit bij wat de doelgroep nodig heeft? Hoe kies je de juiste vorm voor je interventie? En wanneer weet je of het werkt?

Om studenten hierin te ondersteunen en op te leiden, ontwikkelden en verzorgen we vanuit lectoraat Mens en Technologie het keuzevak Design Thinking, waarin studenten gedragsinterventies leren ontwerpen en evalueren aan de hand van Design Thinking. Design Thinking is een manier van denken en doen die leidt tot nieuwe, relevante oplossingen. De belangrijkste aspecten van de Design Thinking aanpak zijn:

  • Mensgericht ontwerpen: houd je doelgroep en stakeholders altijd in het achterhoofd
  • Multidisciplinair samenwerken: maak gebruik én leer van de kennis en expertise van collega’s uit je eigen en andere werkvelden
  • Experimenteren: evalueer je ideeën en concepten aan de hand van verschillende prototypes
  • Itereren: blijf je ideeën en concepten aanscherpen, vernieuwen en evalueren tot je zeker weet dat je een werkend, passend product hebt ontworpen.

Wegens nog niet accepteren van de cookies is de YouTube video niet zichtbaar.

In de verschillende onderzoeksprojecten die vanuit het lectoraat in samenwerking met de praktijk worden uitgevoerd worden studenten actief betrokken. Door als opdrachtgever onderzoeksvraagstukken aan te bieden voor studenten die een afstudeeronderzoek uitvoeren als onderdeel van de opleiding die zij volgen. Het onderzoek dat de student uitvoerd draagt bij als deelonderzoek van een groter maatschappelijk vraagstuk dat wordt onderzocht door het lectoraat. Behalve dit krijgt de student frequente en intensieve begeleiding op het gebied van onderzoek en het betreffende thema.

Zit jij op het HBO of universiteit en ben je op zoek naar een interessant praktijkgericht vraagstuk rondom het thema mens en technologie? Klik dan hier voor meer informatie en het overzicht aan vraagstukken! Of neem contact op met Mariëlle Rosendaal (lectoraatmensentechnologie@fontys.nl).

Fontys Hogeschool HRM en Psychologie biedt een doorstroomprogramma aan voor studenten Toegepaste psychologie die verder willen studeren bij de Master Industrial Design van de Technische Universiteit in Eindhoven.

Het doorstroomprogramma bestaat in totaal uit 30 ECTS, te volgen in jaar 3 en 4 of ná de studie als alumnus, en bestaat uit de volgende onderdelen:

Het onderwijs wordt gedeeltelijk bij Fontys en gedeeltelijk bij de TU/e gevolgd. De keuzevakken zijn erop gericht om de dingen bij te leren die je nodig hebt om de Masteropleiding Industrial Design te kunnen doen. Wiskunde B (Calculus) is een verplicht vak voor alle studenten aan de TU/e.

Het onderwijs in het doorstroomprogramma en in de Master Industrial Design vindt plaats in het Engels.

Aan het eind van het doorstroomprogramma vindt een toelatingsexamen plaats voor de Master Industrial Design.

Meer informatie? Neem contact op met Janienke Sturm (j.sturm@fontys.nl)

Luister hieronder de ervaringen van twee studenten die het traject hebben doorlopen! In deze podcast gaan Marieke van Otterdijk en Maud Oomen, met elkaar in gesprek over de doorstroomregeling om tijdens een minor een pre-master Industrial Design te doen.