Coaching

Onder coaching verstaan wij het coachen van leerprocessen. En dan met name het coachen van leerprocessen in groepen. Inzichten vanuit het sociaal constructivisme en connectivisme  laten ons zien dat leren een sociaal proces van betekenisgeving is dat voornamelijk plaatsvindt in groepen en netwerken. Om dit proces te kunnen faciliteren is een set van specifieke skills nodig. Binnen SEAL kennen we het voeren van de dialoog, campfire-meetings en voortgangsbesprekingen als specifieke face tot face begeleidingsmomenten. Met name het werken met effectieve interventies vraagt om een gepaste vorm van intentie en alertheid. We gebruiken daarvoor de “ruit van dialoog voeren”.

Het inzicht is dat leren en het groepsproces gelijk op gaan. Door te werken aan uitdagende en realistische opdrachten in groepen zal er altijd verdieping van de communicatie en daarmee verdieping van het leren plaatsvinden. In de eerste fase zal de communicatie op het product gericht zijn. Dat is “veilig”. Door frustratie over de voortgang zal die zich verleggen naar de taakuitvoering en dus de procedure. Daarna zal ook het eigen functioneren bespreekbaar worden en verlegt de aandacht zich naar het proces.

In ons aanbod voor docentteams gaan we uit van het principe “practice what you preach”. Dat betekent voor de deelnemers leerervaringen in het moment opdoen. We gaan daarbij uit van de waarden achter SEAL. We leren in real time volgens de principes van “herkennen, erkennen en verkennen” (Hovelynck 2010). Dit proces van sociaal leren is parallel met het leren van de studenten.

“Nee, ik houd niet van leraar-achtige begeleiding, maar ik vind het mental coach-idee juist wel geruststellend en aantrekkelijk.”

“Coach? ‘Herder’. Dat woord dekt de lading beter. Een herder is iemand die alles in goede banen probeert te leiden, maar iedereen los laat. We kunnen alle kanten uit, ontdekken en ons eigen ding doen. Als we maar niet van de rand afvallen. Herder dus.”

Ontwerpcriteria

  • Daagt uit (zône naaste ontwikkeling), vraag door, zorgt voor veiligheid in de groep.
  • Houdt vaste tijden stand-ups en is aanwezig als het nodig is.
  • Monitort doelen en voortgang, geeft feedback.
  • Laat studenten zelf ontdekken.
  • Daagt uit tot delen.
  • Laat kwalitatieve beoordeling zoveel mogelijk over aan de groep.
  • Helpt met het opzetten van een leercontract: waar ben je geweest? Waar sta je nu?Waar wil je heen? Hoe ga je dat doen? Hoe weet je dat je aangekomen bent?