Sprint naar content

Narratief medicijndispenser 7

Kimberly Foolen en Demi Scheffer, Vitalis Brunswijck, 2021

Onderzoeksvraag
Hoe wordt de medicijndispenser binnen Vitalis Brunswijck wijkzorg gebruikt en ervaren door de cliënt en de betrokken belanghebbenden[1], in de eerste vijf weken na inzet, ter ondersteuning van de medicatie-inname?

Narratief
In het narratief is gebruikgemaakt van fictieve namen vanuit privacyoverwegingen.

Deze casestudie maakt onderdeel uit van een grotere onderzoeksvraag, waarin wordt verkend welke factoren van invloed zijn op implementatie van zorgtechnologie, om die reden worden merknamen niet genoemd .

“Een historisch moment” noemt de zorgmanager van Vitalis Brunswijck het: De inzet van de medicijndispenser binnen het wijkzorgteam. Deze medicijndispenser is de eerste zorgtechnologie die echt door de cliënten zelf gebruikt gaat worden. Het is een slimme medicijndispenser met een voorgevulde medicatiebaxterrol die zorgt voor medicatie-verstrekking op de ingestelde tijden. Met deze ondersteuning bij de medicatie-verstrekking en daarmee de medicatie-inname, kunnen de cliënten langer zelfstandig blijven. Half juni 2020 krijgen de zorgverleners van wijkzorg Brunswijck de eerste uitleg over de medicijndispenser. Gevolgd door informatie in de leeromgeving van Vitalis en online-webinars vanuit de leverancier. Het wijkzorgteam wordt daarna nog voorzien van uitleg op papier en fysieke uitleg aan de hand van een prototype en ‘’training on the job’’ door de aandachtsvelders voor de medicijndispenser. De zorgverleners vinden de komst van de medicijndispenser hiermee heel goed voorbereid.
Vier maanden later is het eindelijk zo ver: mevrouw de Groot (84 jaar, alleenstaand) en meneer van Dijk (82 jaar, alleenstaand) zijn de eerste twee cliënten die de medicijndispenser gaan gebruiken. Mevrouw de Groot woont zelfstandig in een aanleunwoning. Na revalidatie van een gebroken heup en een delier is de wijkzorg gestart met haar de medicatie aan te reiken. Er zijn namelijk twijfels of mevrouw dit nog wel zelfstandig kan vanwege een beginnend dementieel beeld. Mevrouw wil hier wel graag zelfstandig in blijven. Om aan de wens van mevrouw te voldoen maar ook aan de zorgen vanuit de zorgverleners, leek de medicijndispenser een mooi hulpmiddel en tussenweg.
Meneer van Dijk woont zelfstandig in een seniorenappartement. Hij krijgt hulp bij de medicatie-aanreiking en ADL-zorg vanuit de wijkzorg. Vanwege cognitieve achteruitgang en reuma zijn er problemen ontstaan rondom het daadwerkelijk innemen van de medicatie en het openen van de verpakkingen. Op 11 november 2020 is de medicijndispenser daarom bij meneer ingezet als hulpmiddel om hem hierin zelfstandiger te maken. Op het moment dat meneer voor het eerst hoort van de medicijndispenser vindt hij het maar flauwekul; hij vindt dat hij het ook best met die ‘'blisterzakjes’' kan doen. Daarnaast heeft meneer angst en wantrouwen voor verlies van contacten door de inzet van de medicijndispenser en is hij wantrouwig naar de wijkzorg toe. Meneer vindt het namelijk echt een ramp. Hij vindt dat alles maar geautomatiseerd wordt en dat er daardoor te weinig mensen over de vloer komen door de inzet van hulpmiddelen zoals de medicijndispenser. Het wantrouwen naar de wijkzorg toe versterkt zich omdat meneer in zijn beleving buitengeschopt is na een revalidatieperiode bij een instelling en voor zijn gevoel toen te vroeg zelfstandig moest functioneren. Na duidelijke uitleg van meerdere zorgverleners is het voor meneer duidelijk dat de wijkzorg blijft komen en is deze angst grotendeels weggenomen. De zorgverleners geven aan dat ze soms moeite hebben met het inzetten van de medicijndispenser bij cliënten. Een zorgverlener geeft aan dat het veel tijd kost om cliënten te overtuigen dat het een goed idee is. Cliënten hebben namelijk weinig behoefte aan de medicijndispenser in het begin. Ze zien het nut er niet zo van in, willen geen verandering of technisch apparaat in huis en/of zijn bang om zorg te verliezen. Het is daarom belangrijk om uit te leggen dat de wijkzorg alsnog blijft komen voor het bijvullen van de medicijndispenser en/of de overige zorg, zodat het niet voor onrust gaat zorgen bij zowel de cliënten als de zorgverleners, geeft een zorgverlener aan.
Veel zorgverleners vinden het ook zelf een nadeel om minder langs te gaan bij mevrouw en meneer en willen niet dat de medicijndispenser ten koste gaat van de sociale/emotionele behoefte en het contact met de cliënt. Het missen van het cliëntencontact brengt veel zorgen naar boven in het team. Want, zo geeft een zorgverlener aan, als je de client nooit meer ziet hoe weet je dan dat het goed met diegene gaat? De zorgverleners vinden hun fysieke signalerende functie en de sociale controle van belang, zodat er tijdig ingespeeld kan worden op problemen en/of achteruitgang, zowel lichamelijk, psychisch als met betrekking tot het wel of niet kunnen omgaan met de medicijndispenser. Een veelvoorkomend ethisch dilemma is volgens de projectadviseur zorgtechnologie van Vitalis het stukje warme zorg versus koude zorgtechnologie. Zij geeft aan dat cliënten toch behoefte hebben aan een warme arm om hun schouder en een luisterend oor, wat de technologie dan wegneemt. Ook de zorgverleners vinden de menselijkheid en de warmte in de zorg die zij geven zeer belangrijk waardoor weerstand ontstaat tegenover het apparaat.
Mevrouw vindt het, in tegenstelling tot meneer, juist wel fijn dat de zusters niet meer elke dag langs hoeven te komen en ze is niet bang om zorg of contacten te verliezen. Al zijn de zusters wel meer dan welkom volgens mevrouw. Door de medicijndispenser ervaart ze namelijk meer eigen regie en onafhankelijkheid. Ze kan meer haar eigen ding doen, ze hoeft de deur niet meer open te doen en kan zelfstandiger zijn, wat ze graag wil. Zorgverleners zien deze voordelen ook; mevrouw hoeft niet meer op de zorg te wachten, mevrouw heeft meer zelfregie over haar dagritme en ze hoeft niet meer jan en alleman binnen te laten, wat de privacy bevordert. Daarnaast vraagt meneer zich af of het mogelijk is of de medicijndispenser op een andere tijd kan worden gezet omdat meneer liever wil uitslapen tot 9 uur in plaats van de standaardtijd van 8 uur. Een zorgverlener legt uit dat het mogelijk is om in overleg met de huisarts en apotheek de tijd aan meneer zijn persoonlijke dagritme en gewoonten aan te passen. Meneer vindt het fijn dat dit geregeld kan worden.
De dag van levering van de medicijndispenser bij meneer is aangebroken. Hij laat hem lekker in de doos zitten zodat de wijkzorg de medicijndispenser kan uitpakken en installeren. Tijdens de installatie neemt een zorgverlener telefonisch contact op met de helpdesk om de instellingen juist te krijgen. De zorgverlener is positief te spreken over het contact en de bereikbaarheid van de helpdesk.
Maar een dag later zit er een pil vast in de medicijndispenser, het zakje is verkeerd geladen waardoor het blijft haken en haperen. De medicijndispenser blijft piepen en rood knipperen, meneer weet niet wat hij moet doen. Hij trekt lichtelijk in paniek aan het medicatiezakje van die dag waardoor er drie zakjes uit de medicijndispenser komen in plaats van één. Dit is natuurlijk niet de bedoeling waardoor de medicijndispenser door blijft gaan met piepen en storingen geven. Als de zorgverlener komt weet ze niet wat te doen en geeft het medicatiezakje van die dag handmatig aan meneer. Ze laat de rest van de zakjes liggen. De zorgverleners van die dag weten niet zo goed wat ze er mee moeten doen. Daardoor blijft de medicijndispenser storing geven omdat er een onjuiste medicatie uitgifte is, waardoor ook de helpdesk van de medicijndispenser blijft bellen. De helpdesk kan niet altijd het probleem oplossen en/of de juiste hulp bieden volgens de zorgconsulent van medicijndispenser, hij wordt dan graag gecontacteerd maar dat is op dit moment niet nodig. Want gelukkig komt er dezelfde avond een andere zorgverlener langs bij meneer die bekender is met de medicijndispenser. Zij laadt de rol opnieuw wat het probleem verhelpt. Niet alle zorgverleners weten hoe de medicijndispenser werkt en hoe problemen opgelost moeten worden. Er is een kenniskort onder de zorgverleners in het team waardoor handelingsonbekwaamheid ontstaat wat soms problemen oplevert en daarnaast onmacht en/of frustratie. Voor een goede inzet van de medicijndispenser moeten zoveel mogelijk zorgverleners goed met het apparaat overweg kunnen. Hier gaat nog wel wat instructie in zitten, geeft een zorgverlener aan.
Een dag later is het weer raak bij meneer, er zit een scheurtje in een van de baxterzakjes wat een storing geeft. Een zorgverlener die voor het ADL-zorgmoment aanwezig is haalt het medicatie zakje uit de medicijndispenser en laadt de rol opnieuw en het is opgelost. Later die week wordt de medicijndispenser volledig bijgevuld en opnieuw geladen bij meneer. Meneer is blij dat de medicijndispenser wordt aangevuld zodat hij morgen niet voor niets voor dat ding staat. Meneer is er verbaasd over dat het aanvullen maar 1 minuut duurt. De zorgverleners vinden ook dat de medicijndispenser makkelijk bij te vullen is, zolang je het maar een keer gezien of gedaan hebt, geven zij aan. Het gebruiksgemak van de medicijndispenser wordt door de zorgverleners ervaren als eenvoudig en gebruiksvriendelijk. De handleiding zorgt ervoor dat een kind de was kan doen. Een enkele zorgverlener vindt het wel een log apparaat dat afhankelijk is van een stroompunt. Sommige zorgverleners vinden het op het begin lastig om met de medicijndispenser en de technologie erachter om te gaan omdat ze niet zo technisch en/of wat ouder zijn. Ondanks alle uitdagingen staat het team wel open voor de inzet van de medicijndispenser, ze zijn het erover eens dat het wel iets om uit te proberen is.
De medicijndispenser is ook ondertussen bij mevrouw in huis gekomen, ze weet niet zo goed wat ze ervan moet denken en/of verwachten. Ze wil het wel graag proberen. Op 30 oktober krijgt mevrouw de medicijndispenser in huis, het lijkt net een geldkluis geeft ze aan. En dat terwijl ik mijn geld altijd bij de Rabo haal zegt ze. De inzet van de medicijndispenser verloopt bij mevrouw iets moeizamer dan verwacht in vergelijking met meneer. De zorgverleners willen de medicijndispenser installeren op zondag, het medicatieprogramma moet geladen worden wat de medicijndispenser helpdesk doet. De helpdesk geeft aan dit niet op zondag te doen, dit komt als verassing voor de zorgverleners. Een dag later wordt de medicijndispenser alsnog geïnstalleerd en de rol geladen. Mevrouw gaat aan de slag met de medicijndispenser maar geeft aan wel iets onzeker te zijn en te twijfelen over het tijdstip van inname en of ze te vroeg of te laat voor de medicijndispenser kan staan. De medicijndispenser functioneert echter de eerste twee dagen prima, maar op dag drie merkt mevrouw verbaasd op dat de medicijndispenser de medicatie opeens niet meer op de juiste tijden uit geeft. Hij begint storingen te geven en maakt een piepend geluid. Dit frustreert mevrouw zo erg dat ze de stekker er uit trekt. Helaas heeft de medicijndispenser een batterijcapaciteit van 4 uur, waar mevrouw op dat moment achter komt, het gepiep stopt niet. Met als gevolg dat mevrouw (waarschijnlijk) er zelf nog wat mee rommelt. Op het display van de medicijndispenser staat ‘Init’. Dit betekent dat de dispenser geen verbinding kan maken met de server voor het medicatieprogramma, geeft de helpdesk aan. Op advies van de helpdesk wordt de medicijndispenser een tijd aan de oplader geplaatst. Mevrouw neemt weer tijdelijk de medicatie op de ouderwetse manier in. Twee dagen later, na het weekend, wordt opnieuw contact opgenomen met de helpdesk door een zorgverlener, met als resultaat: De medicijndispenser is helaas toch echt defect!? Binnen twee dagen krijgt mevrouw een nieuwe geleverd. Na het incident geeft mevrouw al mopperend aan dat ze de medicatie dus toch wel zelfstandig op de ouderwetse manier kan innemen. De technische storingen zorgen voor onduidelijkheid en onzekerheid bij mevrouw. Mevrouw maakt zich zorgen dat er niet genoeg medicijnen in de medicijndispenser zitten voor de volgende dag vanwege de foute uitgiften. Ze heeft geen vertrouwen meer in het apparaat. Ze vergelijkt het met een defecte auto waardoor heel haar dag in de soep loopt. Doordat de tweede medicijndispenser hierna wel goed functioneert en de zorgverleners deze steeds komen bijvullen worden deze zorgen steeds minder bij mevrouw, al zijn ze nog niet helemaal verdwenen.
Door de verschillende technische problemen die bij meneer en mevrouw voorkomen zijn ook de zorgverleners sceptisch ten aanzien van de medicijndispenser. De technische storingen: ‘'Kinderziektes’' worden ze genoemd door de zorgverleners, werken namelijk belemmerend, leveren vooroordelen op en voedden deze tegelijkertijd. Dat het toch niet werkt en dat het het zoveelste apparaat is wat binnen drie weken in een hoek ligt te verstoffen geeft een zorgverlener aan. 
Begeleiding en instructie rondom de medicijndispenser is nodig, maar ervaring zorgt pas voor vertrouwen want nadat alle technische problemen verholpen zijn en de cliënten de medicijndispenser een aantal weken gebruiken, ontstaat er een veranderde positieve attitude tegenover de medicijndispenser bij meneer en mevrouw. Meneer vindt het een geweldige steun in de rug want hij waarschuwt op tijd om de medicatie in te nemen. Meneer vindt het prettig om elke dag op dezelfde tijd zijn medicatie te krijgen. De zorgverleners vinden ook dat de medicijndispenser bijdraagt aan een verbeterde medicatie-inname en veiligheid. Ze kunnen de medicatie niet meer op de verkeerde tijd innemen of in een verkeerde dosering, dit vermindert foutief medicatiegebruik, geven de zorgverleners aan. Er wordt zelfs in het team gezegd dat de medicijndispenser punctueler is dan de zorgverleners zelf, want de medicijndispenser is in principe nooit te laat en de zorgverleners zijn er zelden op precies dezelfde tijd door verloop van de wijkroutes of calamiteiten. Er zijn wel twijfels in het team met betrekking tot de juiste medicatie-inname en daarmee de gegarandeerde medicatieveiligheid. Want de medicijndispenser heeft geen zicht op de daadwerkelijke inname, geven een aantal zorgverleners aan. Een zorgverlener merkt ook op dat de medicijndispenser geen uitleg geeft over de manier van medicatie-inname. Met of zonder water, wel of geen zuivel? De cliënten zijn hier soms minimaal over geïnformeerd en het is door de medicijndispenser moeilijker om hier aandacht aan te besteden, dit wordt dan gemist, geeft dezelfde zorgverlener aan. Anderen uitdagingen die worden gezien in de medicatieveiligheid hebben te maken met losse medicatie vanwege de (dubbele)controle en mogelijke veranderingen in dosering die dan niet gecheckt wordt. Daarnaast zijn er speculaties over de vooruitgifte knop waardoor de medicatie alsnog vergeten kan worden, maar dit is nog niet voorgekomen.
Sommige zorgverleners vinden het soms even puzzelen welke cliënten voor de medicijndispenser in aanmerking komen, volgens de criteria is dit soms een ja maar als je kritisch gaat kijken kunnen cliënten er toch niet altijd mee om gaan, geeft een zorgverlener aan. Een kritische blik bij de inzet van de medicijndispenser om te kijken of deze wel geschikt is voor de individuele cliënt is daarom belangrijk, met name of de cliënt cognitief in staat is om het gebruik van de medicijndispenser aan te leren en het apparaat daarna te (blijven) hanteren. Volgens de zorgconsulent van medicijndispenser en projectadviseur zorgtechnologie zijn kartrekkers voor de positieve inzet vitaal.
Eind november is de medicijndispenser eenvoudig ingepast in het dagritme bij mevrouw. Mevrouw staat rond 7:00 op om voor haar kanariepiet te zorgen. Om 8:00 uur drukt mevrouw op de OK-knop van de medicijndispenser en neemt de medicatie direct in waarna ze een kop zwarte koffiedrinkt. Voorheen kreeg mevrouw de medicatie aangereikt van de wijkzorg. Nu kan zij zelf vooruit, daarom heeft mevrouw een positieve attitude tegenover de medicijndispenser en technologie. Ze vindt het een vooruitziende blik op de toekomst met de medicijndispenser voor mensen die afhankelijk zijn van anderen bij hun medicatie-inname.
Daarentegen vertrouwt meneer na een geheel ander technisch incident met een loterij, technische snufjes niet meer zo. Meneer geeft eenmalig aan dat hij bang is dat hij zijn vingers kan verliezen als hij te dicht bij de uitgifte-opening van de medicijndispenser komt. Maar ondertussen is ook bij meneer eenvoudig een dagritme ingepast in zijn leven met de medicijndispenser. Dit gaat als volgt: hij start zijn dag met de medicijndispenser, hij laat deze nog lekker even iets harder piepen en loopt er dan naar toe. Hij drukt op de knop waardoor de medicatiezakjes met scheurtje eruit komen, dit maakt hem zelfstandiger omdat hij het met zijn reuma moeilijk zelf een scheurtje kan maken, geeft hij aan. Het lopen naar de medicijndispenser is ook een extra beweegmoment voor meneer, geven zijn dochters aan meneer aan. Vervolgens komen de zorgverleners tegen 9 uur voor de ADL-zorg maar dan heeft meneer zijn medicatie en zijn boterham al op zijn gemakkie op. Het waarschuwingssignaal van de medicijndispenser zorgt ervoor dat hij de medicatie niet vergeet. Mocht hij het toch vergeten, worden de zorgverleners gewaarschuwd en dan bellen zij of gaan zij langs bij meneer, zodat er alsnog actie op ondernomen wordt. Dit wordt als erg prettig ervaren door de zorgverleners. Het voorkomt medicatiefouten en heeft ook een positief effect op de therapietrouw volgens de zorgverleners. Uiteindelijk zorgt het er ook voor dat de werking van de medicatie verbetert door deze dagelijkse exacte inname, geeft een enkeling aan. Meneer vindt de medicijndispenser modern, makkelijk en vindt het een grandioze uitvinding net zoals de Doff N’ Donner: zorgtechnologie ontmoet ouderen.
Meneer geeft uiteindelijk aan het fantastisch te vinden dat de zorgverleners nu alleen nog maar voor de ADL-zorg hoeven langs te komen. Veel cliënten in de wijkzorg van Vitalis Brunswijck zijn al erg lang in zorg waardoor sommigen zijn gehospitaliseerd en gewend aan de hulp van de wijkzorg. De medicijndispenser kan hierin, mits passend bij de zorgvraag, als hulpmiddel aangeboden worden om de zelfredzaamheid te vergroten zodat cliënten (langer) zelfstandig(er) thuis kunnen blijven wonen. Zelfredzaamheid: het toverwoord voor cliënten, geeft een zorgverlener aan. Meneer wil in de toekomst zijn zelfstandigheid zelfs nog verder uitbreiden en zit eraan te denken om later zelfstandig de medicijndispenser te gaan bijvullen. Dit zal zijn zelfredzaamheid nog meer bevorderen. Al wordt er wel een kanttekening geplaatst door een zorgverlener met betrekking tot de zelfredzaamheid. De cliënt blijft namelijk wel degelijk een mate van afhankelijkheid behouden, eerst van een fysieke zorgverlener en nu van een technisch apparaat wat de medicatie aanreikt, waardoor de cliënt nog steeds niet volledig zelfredzaam is.
Vanuit Vitalis is er de noodzaak om cliënten zelfredzamer te maken vanwege de uitdagingen van de toekomst. De wens om menselijke zorg te blijven verlenen is er volgens de zorgmanager, maar het is wel belangrijk dat er tijdig wordt ingespeeld op de noodzaak om meer senioren te kunnen helpen. Dit komt doordat de zorg de komende jaren drastisch moet gaan veranderen als we dezelfde kwaliteit van zorg willen blijven bieden als nu. De krapte op de arbeidsmarkt en de zorgzwaarte zal namelijk toenemen omdat mensen ouder worden, de vergrijzing. Hierdoor krijgen we te maken met een vergrote en complexere zorgvraag die eigenlijk niet ingevuld kan worden met de huidige middelen. De projectadviseur zorgtechnologie en de zorgmanager zijn zich hier beiden bewust van, er zal creatiever nagedacht moeten gaan worden hoe hiermee om te gaan. Zorgtechnologieën zouden hier een hele mooie rol in kunnen spelen, geeft de projectadviseur zorgtechnologie aan. En momenteel is er niks beters dan de medicijndispenser als zorgtechnologie binnen de wijkzorg vindt de zorgmanager. De medicijndispenser moet in de toekomst voor een efficiëntere zorgverlening zorgen. Want door dit apparaat is er minder fysieke zorg nodig wat zorgt voor tijdwinst, maar met de geringe inzet van twee medicijndispenser 's is dit verschil nog niet meetbaar op grote schaal. Maar waar de zorgverleners eerst 1 tot 4 keer per dag moesten langskomen voor de medicatie-inname, komen ze nu één keer per twee weken, zoals bij mevrouw. Wat zorgt voor werkdrukverlaging, geeft een zorgverlener aan. Dit zorgt ervoor dat de zorgverleners meer tijd hebben om andere zorg te verlenen waardoor meer cliënten kunnen worden aangenomen. Wat wel weer betekent dat de werkdruk juist niet zal verlagen omdat er meer cliënten worden aangenomen, merkt een zorgverlener op, de beschikbare tijd wordt efficiënter gebruikt en dat is wat nodig is voor in de toekomst. Het zorgt wel voor wat meer rust tijdens de ADL-zorg volgens een andere zorgverlener omdat je niet of minder naar de medicatie hoeft om te kijken. Ook verbetert de medicijndispenser de arbeidsproductiviteit in de middag in het team omdat zij dan de medicijndispensers kunnen bijvullen. Want over het algemeen heeft het team weinig tot geen middagproductie op de alarmeringen, administratie en gesprekken na. Of de geringe inzet van de twee medicijndispensers zorgt voor minder kosten en efficiëntie, daar zijn twijfels over bij de zorgverleners en de zorgmanager. De reistijd valt namelijk niet onder de kosten die gedeclareerd mogen worden, wat vaak meer tijd kost dan de daadwerkelijke tijd voor de medicatie-verstrekking. De zorgmanager denkt ook dat de medicijndispenser momenteel meer geld kost dan oplevert vanwege de enorme tijdsinvestering die plaatsvindt tijdens de inzet. Waardoor onder andere de volgende vraag rijst bij een enkele zorgverlener; door de medicijndispenser wordt de zorg steeds efficiënter, maar gaat hiermee ook de kwaliteit van zorg daadwerkelijk omhoog?