Sprint naar content

Leefstijlondersteuning met robotica 4

Jill Stoop, Vitalis WoonZorg Groep, Wissehaege, afdeling Somatiek

Onderzoeksvraag

Op welke wijze kan zorgtechnologie door verplegend en verzorgend personeel worden ingezet in de omgang met probleemgedrag op de afdeling Somatiek 2 van Wissehaege?

Narratief

De afdeling Zondag is onderdeel van verpleegtehuis Winterberg, waar 30 bewoners verdeeld over twee klantenteams wonen. Dit narratief is geschreven voor klantenteam 1.

Mevrouw X is 94 jaar en heeft vergevorderde dementie. Zij heeft een passieve en gespannen lichaamshouding, transfers vinden plaats met een passieve lift. Overdag zit mevrouw in een kantelbare rolstoel, welke door zorgverleners wordt voortbewogen. Mevrouw bevindt zich in de verborgen-ik fase, waarbij nadruk ligt op basale behoeften en zintuigelijke waarnemingen. Ze leeft in haar ‘eigen’ wereld en is zich alleen bewust van haar nabije omgeving. Te veel prikkels brengen onrust en spanning met zich mee en zorgen voor stemmingswisselingen en probleemgedrag: gillen, grijpen en met spullen gooien. De zorghond is speciaal ontwikkeld voor de ouderenzorg. Door moeite met initiatief nemen wordt contact geopend door anderen. Daarom is gekozen voor het inzetten van een zorghond, welke ondersteunende en interactieve mogelijkheden biedt.
Mevrouw Y is 91 jaar en heeft milde dementie. Voorheen heeft ze jaren in Nieuw-Zeeland gewoond. Overdag zit mevrouw in een rolstoel die zelf voortbewogen wordt door trippelen. Mevrouw bevindt zich in de verdwaalde-ik beleving en maakt een zoekende indruk. Breinbeschadigingen zorgen voor moeite met plannen, onthouden en initiatief nemen. Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon zorgen ervoor dat de grip op de werkelijkheid verloren gaat. Deze onrust en angst zorgen voor probleemgedrag. Mevrouw heeft behoefte aan structuur en houvast. De sociale robot, Tessa, is ontwikkeld voor mensen met cognitieve beperkingen waaronder dementie. Zij biedt ondersteuning bij verminderde cognitie en activeert door middel van persoonlijke gesproken berichten en herinneringen.

Zorgtechnologie legt de focus op het analyseren, omgaan met en aanpakken van probleemgedrag. Hierdoor kunnen bewoners langer veilig ‘thuis’ wonen, waarbij persoonsgerichte en evidence based zorgverlening voorop staan.

Vanuit dataverzameling worden verschillende doeleinden genoemd voor de inzet van zorgtechnologie. Allereerst wordt de effectiviteit getest. Zorgverleners benoemen dat de zorghond op verschillende momenten wordt ingezet. Tessa wordt ook om deze reden ingezet. Zorgverleners komen hierachter door te bespreken met mevrouw. Daarnaast wordt zorgtechnologie ingezet om interactie te stimuleren en te behouden met de zorghond, zorgverleners en anderen bewoners. Tevens roept de aanwezigheid van dit ‘gehechtheidsfiguur’ gevoelens van gewenning op. Tessa maakt contact, helpt herinneren, onthouden en begrijpen dat taken en afspraken gepland staan, waardoor mevrouw in contact komt met anderen. Zorgtechnologie wordt ook ingezet als hulpmiddel voor zorgverleners. De zorghond wordt ingezet als afleiding, om weerstand tijdens zorgmomenten te verminderen, trekt de aandacht en vervangt (deels) de menselijke aanwezigheid van zorgverleners. Tessa is mogelijk een hulpmiddel om eigen regie, autonomie en zelfredzaamheid te bevorderen, waardoor dagstructuur en houvast geboden worden.
Zorgtechnologie biedt handvaten in de omgang met dementie en uiting van probleemgedrag. Bij mevrouw X worden stemmingswisselingen, onrust en spanning verminderd. De cognitieve achteruitgang bij mevrouw Y zorgt voor angst en motorische onrust. Tot slot wordt benoemd dat er bewust een afweging wordt gemaakt om de zorghond niet in te zetten. Zorgverleners benoemen dat dit momenten van een positieve gemoedstoestand zijn. Inzetten als afleiding is dan niet noodzakelijk.

De zorghond en Tessa lokken verschillende reacties uit. Mevrouw X reageert door het zien van de zorghond overwegend positief en non-verbaal. Ook negatieve reacties worden non-verbaal geuit; dit is probleemgedrag. Mevrouw Y reageert wisselend, positief en negatief, op de boodschappen die Tessa uitspreekt. De reactie op deze prikkels worden verbaal en non-verbaal geuit.

Effectiviteit van zorgtechnologie is afhankelijk van beïnvloedbare factoren. Het moment van inzetten heeft invloed op de bruikbaarheid en inzetbaarheid van de zorghond. Mevrouw X haar reactie is het meest stabiel en positief buiten zorgmomenten. Daarnaast hebben korte interactiemomenten het meest positieve effect. Langere interactiemomenten hebben een negatief en overprikkelend effect. Bij mevrouw Y is dit niet van toepassing; Tessa staat ten alle tijden op haar kamer. De fase van dementie hebben invloed op het tot uiting komen van probleemgedrag. De zorghond zorgt voor positieve gevoelens van gehechtheid en geborgenheid en kunnen leiden tot stemmingsverbeteringen. Een voorwaarde hiervoor is een positieve stemming. Indien deze toch wordt ingezet zorgt dit voor versterking van negatieve gemoedstoestand, overprikkeling en dus voor probleemgedrag. Tevens kan mevrouw, door haar fase van dementie, niet bepalen of de zorghond echt of nep is. De effectiviteit van Tessa is wisselend en onduidelijk door de fase van dementie. Het positieve effect op de gemoedstoestand kan niet achterhaald worden. Wel is duidelijk dat de inzet van Tessa geen meerwaarde heeft bij de aanwezigheid van probleemgedrag. Ook haar reactie over de echtheid van Tessa is wisselend.  Daarnaast heeft de inzet van zorgtechnologie een positief effect door het stimuleren van interactie. De zorghond stimuleert interactie met de zorghond, zorgverleners en anderen bewoners. De aanwezigheid zorgt voor een gevoel van gewenning.  Interactie met Tessa ontstaan door de gesproken boodschappen. Echter kan niet worden gesteld dat de inzet zelfredzaamheid bevorderd.
 
Ook wordt er gesproken over de inzet als ondersteuning en hulpmiddel voor zorgverleners. De zorghond zorgt voor afleiding, minder weerstand en toezicht en kan (deels) de fysieke aanwezigheid van zorgverleners vervangen. De zorghond is van meerwaarde door overwegend positieve effecten. Wel wordt benoemd dat deze tijdens het draaien en aan- en uitkleden juist geen meerwaarde heeft. Of Tessa daadwerkelijk dient als ondersteunend hulpmiddel is wisselend en onduidelijk. Het is niet met zekerheid vast te stellen of Tessa zorgt voor zelfredzaamheidsbevordering.

De inzet van Tessa roept wensen en behoeften op bij mevrouw en zorgverleners. Mevrouw wenst meer interactie, met name in het Engels, aangezien zij in Nieuw-Zeeland gewoond heeft. Zorgverleners wensen meer boodschappen op verschillende momenten. Over de zorghond worden geen specifieke wensen en behoeften benoemd.