Resultaten

Waar zijn de uitkomsten van het onderzoek?

Secundaire preventie bij mensen na een beroerte is essentieel. Beweeggedrag kan positieve effecten hebben op de gezondheid, maar ook op het behoud van het fysiek functioneren en speelt daarom een belangrijke rol bij secundaire preventie. Binnen het onderzoek hebben we zowel in subgroepen als in de totale populatie geen verandering van het beweeggedrag kunnen objectiveren. Voor de praktijk is het daarom van belang om specifiek aandacht te geven aan duurzame gedragsverandering bij mensen die een beroerte hebben doorgemaakt. Ondanks dat mensen de fysieke capaciteiten hebben, lukt het ze niet om fysiek actief te zijn. Essentieel is om specifiek op beweeggedrag te coachen middels een gedragsgeoriënteerde aanpak en aan de hand van een gedragsveranderingsmodel. Per beweegpatroon is het van belang om op een ander doelgedrag te focussen. De drie patronen zijn:

1. Sedentaire matig intensieve bewegers (sedentair > 60% van de dag, voldoende matig-intensief fysiek actief)
2. Sedentaire licht intensieve bewegers (sedentair > 60% van de dag, onvoldoende matig intensief fysiek actief)
3. Lang aaneengesloten zitters (hoge mate van sedentair gedrag > 75% van de dag, onvoldoende matig intensief fysiek actief).

Deze beweegpatronen zijn te gebruiken om mensen na een beroerte te identificeren. Identificatie kan door middel van objectieve meetinstrumenten, zoals beweegmonitoren (in dit onderzoek de Activ8). Door inzicht te krijgen in het beweegpatroon kan het specifieke doelgedrag gekozen worden voor de individuele patiënt (risico-stratificatie). Sedentaire matig intensieve bewegers kun je mogelijk adviseren om iets minder te zitten. Voor sedentaire licht intensieve bewegers is het juist belangrijk om meer matig-intensieve-fysieke activiteit gedurende de dag te implementeren. Voor lang aaneengesloten zitters is het belangrijk om eerst vertrouwen te krijgen in het bewegen en dus eerst te richten op het verminderen van sedentair gedrag.

Deze beweegpatronen vragen om een op maat gemaakte aanpak, waarbij verschillende doelgedragingen en inhouden van de interventie nodig zijn. Een ongunstig beweegpatroon met weinig fysieke activiteit en veel sedentair gedrag is geassocieerd met fysieke achteruitgang op de lange termijn. Secundaire preventie met een gedragsgeoriënteerde aanpak om beweeggedrag te verbeteren lijkt geïndiceerd bij mensen na een beroerte met een ongunstig beweegpatroon. De RISE- interventie studie gaat verder met het ontwikkelen van de eCoaching behandeling waar gebruik gemaakt wordt van eHealth en face-to-face bijeenkomsten met de fysiotherapeut.

NWO beurs

Het RISE cohort onderzoek werd uitgevoerd met subsidie van de NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek).