Sprint naar content

Ingangseisen

De examencommissie van je eigen opleiding moet instemmen met deelname aan de minor. Met andere woorden: je moet voldoen aan de eisen die jouw opleiding stelt om te starten met een minor.

Enige tijd voor start van de minor Duits neem je deel aan een digitale intaketest om je startniveau te bepalen. Deelname aan deze intaketest is verplicht om de minor te kunnen volgen.

Vereiste voorkennis voor de minor Duits (30 EC) of Duits I (15 EC)

Je kunt op je eigen niveau deelnemen wanneer je voorkennis hebt variërend van A2-C1. We gaan ervan uit dat je in het verleden minimaal twee jaar Duits hebt gehad (bijv. op de middelbare school).

Twijfel je of je voldoende of juist teveel voorkennis hebt? Bij twijfel over je startniveau ontvang je een uitnodiging voor een intakegesprek en/of korte intaketest.

Vereiste voorkennis voor Duits II (15 EC)

Dit is het tweede gedeelte van de minor Taal en Cultuur Duits van 30 EC. Je kunt deze ook combineren met een andere taal van de minor Taal en Cultuur in de mix-en-matchvariant.  

Het instapniveau is minimaal B1. Dat betekent dat je de volgende vaardigheden beheerst:

  • Je kan de hoofdpunten van teksten over actuele zaken of onderwerpen begrijpen.
  • Je kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die betrekking hebben op het dagelijks leven.
  • Je kan een eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd zijn.
  • Je beheerst de basisgrammatica (werkwoordvervoeging).

Mix-en-matchvariant

Wil je je verdiepen in twee talen? Dat kan. Met onze mix-en-matchvariant volg je de eerste periode van het semester één taal en de tweede periode een andere taal van onze minor. Let op de toelatingseisen per taalvariant. Duits I start in september en februari en Duits II start in november en april. Deze programma's komen overeen met de twee periodes van de 30 EC minor.