Opbouw
Het eerste jaar van de lerarenopleiding Scheikunde is zo verdeeld:
- 804 uur Zelfstudie
- 700 uur Theorie
- 176 uur Praktijk
De opleiding heeft een gemeenschappelijke propedeuse met de lerarenopleiding Natuurkunde. Naast de vakinhoud werk je aan een onderzoekende houding en je didactische vaardigheden. Je krijgt begeleiding bij het verwerken van de vakinhoud en je werkt in groepsverband aan verschillende projecten. Na een korte oriënterende stage (vroeg in het schooljaar) ga je langer stage lopen en werk je hierbij aan je professionele ontwikkeling als docent. Je gaat aan de slag met reflectie en contacten met leerlingen.
Wil je weten welke vakken je allemaal volgt tijdens de opleiding, bij welke bekwaamheden welke vakken horen, hoe deze vakken eruitzien en hoeveel studiepunten je hiervoor kan krijgen? Bekijk de studiegids.
Net als in het eerste jaar volg je de ook in het tweede jaar veel dezelfde vakken als de lerarenopleiding Natuurkunde. Naast colleges en zelfstudie loop je ook stage om praktijkervaring op te doen. Je didactische vaardigheden worden verder verdiept bij vakdidactiek en op je stageschool.
In het derde jaar kies je een minor. Met een minor geef je smaak aan je opleiding! Het aanbod van minoren is groot. Het kan een minor zijn die je volgt met studenten van andere instituten, maar ook bijv. een minor die zich wat meer toespitst op jouw rol als leraar. Wat denk je van Omgaan met een diversiteit aan leerlingen en hun gedrag, Filosofie en Ethiek of Burgerschap? Ook bestaat de optie om een minor in het buitenland te volgen.