2. Warmte en empathie

Toelichting

Warmte en empathie straal je uit naar leerlingen als je het daadwerkelijk voelt. Leerlingen hebben het feilloos door als je doet alsof. Je kunt positief naar leerlingen kijken, je verwonderen over de persoontjes die zij al zijn en de volgende dingen doen:

  • Je toont door je houding en door wat je zegt dat je leerlingen welkom zijn bij jou en dat je blij bent om hen te zien.
  • Je laat door je mimiek, door even te gaan kijken, door een aai over de bol of door een praatje te maken jouw betrokkenheid, warmte en empathie zien aan de leerling.
  • Je hebt oog voor verschillende emoties van leerlingen en je gaat hier tactvol mee om. Je helpt leerlingen om te gaan met hun eigen emoties en die van medeleerlingen.
  • Je zorgt voor groepsbinding en je zorgt ervoor dat niemand buiten de groep valt.

Praktijk in beeld:

Aan de slag

Bekijk één of meerdere filmpjes.

  • Op welke manier toont de leerkracht hier warmte en empathie?
  • Wat vind je van de manier waarop ze dat doet?
  • Hoe laat jij jouw leerlingen zien dat je blij bent om hen in jouw klas te hebben?
  • Hoe werk jij aan de groepsbinding in jouw groep?
  • Hoeveel aandacht besteed jij aan de emoties van leerlingen? In welke situaties doe je dit wel, wanneer niet?
  • Hoe kan het tonen van warmte en empathie helpen om uitdagend gedrag te voorkomen?