Sfeerafbeelding Fontys

Leesontwikkelend opleiden op de pabo


Lezen is een sleutelvaardigheid in onze maatschappij. FHKE verwacht van aankomende leraren dat zij een positieve leesattitude ontwikkelen en zich ontwikkelen tot lezende en leesbevorderende leraren. Het gebruik van rijke teksten in alle leergebieden speelt hierbij een belangrijke rol: zowel jeugdliteratuur als vakliteratuur. Het is aan de opleiding om de ontwikkeling van studenten te ondersteunen door:

  • Zelf het model te zijn in het gebruiken van en omgaan met rijke teksten, passend bij de vakinhoud
  • In interactie met studenten teksten te leren begrijpen en waarderen
  • Gerichte feedback te geven op de manier waarop studenten teksten lezen, begrijpen en waarderen


Als het gaat om het lezen van vakliteratuur, dan speelt de cirkel van genredidactiek een belangrijke rol. Lees er hier meer over.

Als het gaat om jeugdliteratuur, dan speelt de aangepaste leescirkel van Chambers (Stokmans & Wolters, 2019) een belangrijke rol:

Leescirkel Wolters Stokmans

Uit: LEZEN DOE JE SAMEN. Hoe kan leeshonger gestimuleerd worden? Mia Stokmans. Roos Wolters. STICHTING LEZEN REEKS. DEEL 32. UTRECHT 2019

TOP 8

Hieronder vind je 8 tips voor Taalontwikkelend Opleiden in de Praktijk. Tips 4 t/m 8 zijn ondersteunend bij het leesontwikkelend opleiden in de praktijk.

Leesontwikkelend opleiden samen met het werkveld

De student van nu is de leraar van de toekomst. Als aanstaande leraren niet lezen, hoe brengen ze dan het belang van lezen over aan leerlingen? Studenten moeten de urgentie voelen om te lezen en lezen bij leerlingen te bevorderen. Daarom sloegen Cubiss en Fontys Hogeschool Kind en Educatie (FHKE) de handen ineen om samen met bibliotheken, scholen én pabostudenten te werken aan een duurzaam leesbeleid en inspirerend leesonderwijs op basisscholen. Resultaat? Studenten zijn zich bewuster van de belangrijke rol die zij als leraar hebben in het stimuleren van lezen en leesplezier. En ze lezen zelf meer!
Een groep kinderen leest een boek

Structureel lezen binnen basisscholen stimuleren en leesbevordering steviger verankeren in het onderwijs is een belangrijk voorwaarde om kinderen een goede basis mee te geven. Voor nu én later. “Want er is wel aandacht voor lezen, maar leesbevordering wordt vaak gezien als een activiteit die los staat van technisch en begrijpend leren lezen. Bovendien zijn de leesbevorderende activiteiten vaak incidenteel – zoals een themamiddag met een schrijver – en leerkrachtafhankelijk”, vertelt Ingrid de Jong, projectleider (digitale) geletterdheid bij Cubiss. Daarom zochten Cubiss en FHKE – in het kader van Leesoffensief Brabant – elkaar op. Vanuit het besef: er moet iets gebeuren willen we het leesniveau van kinderen en jongeren op peil houden. Samen ontwikkelden ze een pilot om lezen op een meer structurele, duurzame manier een plek te geven binnen het onderwijs en de opleiding. Een pilot waarin bibliotheken en scholen continu samenwerken, ook op de lange termijn. En een pilot waarin vooral de pabostudent, die straks het rolmodel is voor zijn leerlingen, als lezende en leesbevorderende leraar centraal staat.

Wat je doet, doet ertoe

Lezen is een kwestie van doen. Door meer te lezen ga je beter lezen. En krijg je er meer plezier in. Lezen is niet voor niets een van de belangrijkste basisvaardigheden. Maar: er wordt steeds minder gelezen. Daarom is het van belang dat leerkrachten en pabostudenten ervaren en inzien dat lezen en leesplezier belangrijk zijn in het onderwijs. Want zien zij de urgentie van lezen, dan kunnen zij dat overbrengen op het kind. Binnen de pilot liepen pabostudenten een jaar lang stage op een basisschool die de intentie had om lezen en leesplezier een prominente(re) plek te geven binnen het onderwijs. Studenten waren op deze scholen direct betrokken bij diverse leesbevorderende activiteiten en droegen hun steentje bij. Bijvoorbeeld door het doen van praktijkgericht onderzoek naar leesmotivatie, het opstellen van een kwaliteitskaart of het inventariseren van behoeften binnen het schoolteam. Belangrijk, vindt Katinka de Croon, docent taal bij FHKE en verantwoordelijk voor het taal- en leesbeleid: “want wij kunnen op de opleiding wel stilstaan bij het belang van lezen en leesbevordering, studenten voelen de meeste urgentie voor het onderwerp door in de praktijk te merken dat het belangrijk is wat ze doen.”

Placeholder for Fontys video
Wij kunnen op de opleiding wel stilstaan bij het belang van lezen en leesbevordering, maar studenten voelen de meeste urgentie voor het onderwerp door in de praktijk te merken dat het belangrijk is wat ze doen.”
Katinka de Croon, docent Taal bij Fontys



Netwerk van stimulerende anderen

De leescirkel van Chambers vormde de basis voor de pilot. Het model beschrijft hoe je ervoor zorgt dat iemand gáát lezen. Belangrijke factoren: hulp bij het kiezen van boeken, voldoende tijd en ruimte om boeken te lezen, praten over boeken én de leerkracht als lezend rolmodel. Degene die het lezen zo mogelijk maakt, is de stimulerende ander. Zoals een leraar dat is voor leerlingen. Katinka: “We willen dat onze pabostudenten óók een stimulerende ander worden, voor hun leerlingen. Daarom moeten wij – pabo, stagescholen, bibliotheken en Cubiss – een netwerk van stimulerende anderen om de student heen vormen. Zodat zij ervaren hoe plezierig en betekenisvol lezen is en ook zelf meer gaan lezen. Vergelijk het met een taart. Eerst is een goede, stevige bodem nodig; een gedeeld beleid, goede samenwerking en overeenstemming in kennis en inzichten. Zodat de kersen – de leesbevorderende activiteiten – niet van de taart vallen.” Via inspiratiebijeenkomsten kwam dit netwerk tot leven, schetst José Peijen, adviseur educatie bij Cubiss: “Diverse schrijvers en onderzoekers vertelden over het belang van literaire competenties voor leraren.” Daarna bekeek het netwerk samen met deelnemende basisscholen waar zij stonden in hun leesonderwijs én waar ze naartoe wilden. “Daarin werden de pabostudenten meteen betrokken. Zij gingen vervolgens aan de slag met het bedenken van leesbevorderende activiteiten op hun stageschool. Uiteraard gebaseerd op de theoretische kennis die ze tijdens hun studie hebben opgedaan. Deze leesbevorderende activiteiten pasten ze meteen toe in de praktijk.”

Placeholder for Fontys video
Studenten gaven aan nog nooit zo lang én zo diep met het onderwerp bezig te zijn geweest. Hun houding veranderde positief: ze werden zich meer bewust van het belang van leesbevordering, omdat ze in de praktijk zagen wat het met kinderen doet.”
Joost Maes, taaldocent en specialist jeugdliteratuur bij Fontys

Zin in lezen

En dat werkt. Studenten zagen in de school met eigen ogen het belang van lezen voor de toekomst van kinderen. En ze merkten hoe belangrijk hun voorbeeldfunctie daarin is. Zoals student Bart, die dacht dat elk kind het stom vindt om te lezen. “Net als ik. Maar nu ik zie dat kinderen er wel plezier aan beleven, ervaar ik zelf ook meer leesplezier.” Hij en zijn medestudenten gebruikten meer en meer ‘rijke teksten’ – literaire en zakelijke teksten die rijk zijn van inhoud en goed van kwaliteit – in de klas. Hielpen kinderen heel bewust bij het kiezen van geschikte boeken. Lazen vaker voor in de klas. En brachten het lezen in de klas onder de aandacht van de mentor. Zo professionaliseren niet alleen de studenten, maar ook de stagescholen op het gebied van lezen en leesbevordering. De pilot bereidde studenten op een waardevolle manier voor op hun toekomst als lezende en leesbevorderende leraar, vindt ook Joost Maes, taaldocent en specialist jeugdliteratuur bij FHKE: “Studenten gaven aan nog nooit zo lang én zo diep met het onderwerp bezig te zijn geweest. Hun houding veranderde positief: ze werden zich meer bewust van het belang van leesbevordering, omdat ze in de praktijk zagen wat het met kinderen doet.” Dat geven ze zelf ook aan in de evaluatie na afloop. Student Ymke ontdekte door de pilot bijvoorbeeld weer hoe leuk ze lezen ooit vond: “Het was voor mij een herinnering aan mijn liefde voor lezen. Ik voel nu ook weer oprecht de drang om meer te lezen.”

Wegens nog niet accepteren van de cookies is de YouTube video niet zichtbaar.

Pilot Leesoffensief Brabant

Kracht van samen

Niet alleen de studenten, maar ook de stagescholen zijn enthousiast. Reden te meer om de samenwerking tussen Cubiss, FHKE, stagescholen en bibliotheken ook volgend jaar door te zetten. Mét kleine verbeteringen, zoals focus op regionale samenwerking tussen pabo, stagescholen en bibliotheken. Want scholen die bij elkaar in de buurt zitten, kunnen ook van elkaar leren. Dát is de kracht van samen. Samen zetten we onze boodschap sterker en duurzamer neer. Samen geven we lezen een nieuwe impuls.”