In reactie op de oproep van de politie Amsterdam beriep GeenStijl zich op de persvrijheid:
"Valt het onder uw taakstelling als 'woordvoerder in de opsporingscommunicatie' om vrije nieuwsgaring te dwarsbomen inzake een ingrijpende gebeurtenis van nationaal belang, die bovendien volgens velen ook direct raakt aan de persvrijheid? […] Het zijn toch wonderlijke tijden als de politie de definitie van 'respect' op zodanige wijze gaat interpreteren dat er een verzoek tot (zelf)censuur en persbreidel van de media uit voortkomt."
Volgens de journalistieke ethiek is het plaatsen van schokkende beelden geoorloofd mits het functioneel is voor een begrip van de ernst en omvang van de schokkende gebeurtenis. De ethische vraag is dus wanneer de publicatie van schokkende beelden haar doel voorbijschiet en verwordt tot sensatiezoekerij.