Ethische kwestie 2

Sfeerafbeelding Fontys
project.general_error_message

Op 6 juli werd misdaadjournalist Peter R. De Vries neergeschoten in Amsterdam. Al snel na de aanslag werden er via Whatsapp en Twitter beelden verspreid van een bloedende De Vries die vocht voor zijn leven. De politie riep iedereen op om deze beelden niet te verspreiden en de waardigheid van het slachtoffer te respecteren. De NOS, RTL, NU.nl en de grote Nederlandse dagbladen gaven gehoor aan dit verzoek.

De website GeenStijl besloot de beelden wel te brengen. In reactie op een verzoek van RTL – de werkgever van De Vries – om de beelden te verwijderen schreef GeenStijl:

"Laat maar zien wat er gebeurt in dit land. GeenStijl bestaat bij de gratie van de rauwe internetrealiteit en onze absolute onwil om daar poortwachtertje op te spelen. En als je niet tegen die beelden kunt, kom je lekker niet naar GeenStijl, dan ga je maar naar de NOS of naar RTL.”

Laat je de rauwe werkelijkheid zien of bescherm je de waardigheid van het slachtoffer? Wat zou jij doen?

In reactie op de oproep van de politie Amsterdam beriep GeenStijl zich op de persvrijheid:

    "Valt het onder uw taakstelling als 'woordvoerder in de opsporingscommunicatie' om vrije nieuwsgaring te dwarsbomen inzake een ingrijpende gebeurtenis van nationaal belang, die bovendien volgens velen ook direct raakt aan de persvrijheid? […]  Het zijn toch wonderlijke tijden als de politie de definitie van 'respect' op zodanige wijze gaat interpreteren dat er een verzoek  tot (zelf)censuur en persbreidel van de media uit voortkomt."

 Volgens de journalistieke ethiek is het plaatsen van schokkende beelden geoorloofd mits het functioneel is voor een begrip van de ernst en omvang van de schokkende gebeurtenis. De ethische vraag is dus wanneer de publicatie van schokkende beelden haar doel voorbijschiet en verwordt tot sensatiezoekerij.