Beroepsbeeld

Stelling 1: Docenten hebben veel vakantie.
Stelling 2: Docenten ruiken naar koffie.
Stelling 3: Docenten wonen op school.
Stelling 4: Docenten vinden hun eigen vak het belangrijkst.
Stelling 5: Docenten hebben een laag salaris.
Stelling 6: Een slecht cijfer betekent een slechte docent.
Stelling 7: Docenten geven les via een methode zonder al te veel voorbereiding.
Stelling 8: Elk jaar behandelen docenten dezelfde lesstof.
Stelling 9: Docentschap is een vreselijk beroep, omdat het houden van orde onmogelijk is.
Stelling 10: Docenten weten niks van de leerlingen.