1. Duidelijkheid

Toelichting

Om heel duidelijk naar leerlingen te zijn, kun je denken aan de volgende mogelijkheden:

  • Je geeft duidelijk aan wat jouw verwachtingen zijn naar leerlingen toe, met betrekking tot:
    o    De agenda: wanneer vinden welke activiteiten plaats, welke ruimte is er voor keuzes;
    o    Het leerdoel en de criteria waaraan het werk moet voldoen;
    o    Procedures: hoeveel tijd wordt er gewerkt, mag er wel of niet overlegd worden, mogen leerlingen zelf dingen pakken, etc.;
  • Je zorgt ervoor dat de taken niet te moeilijk en niet te gemakkelijk zijn (optimaal uitdagend).
  • Je geeft tussenstappen aan, zodat leerlingen weten welke stappen ze kunnen doorlopen om het einddoel te bereiken.
  • Je zorgt voor duidelijke regels en structuur, zodat leerlingen precies weten van hen wordt verwacht tijdens de les, in overgangsmomenten en in vrijere situaties

Praktijk in beeld:

Aan de slag

Bekijk één of meerdere filmpjes.

  • Op welke manier is de leerkracht hier duidelijk in haar verwachtingen van de leerlingen?
  • Wat vind je hiervan?
  • Welke regels en routines zijn heel duidelijk voor al jouw leerlingen?
  • Denk aan je laatste les. Was voor alle leerlingen duidelijk wat het leerdoel was? Waar er ruimte was voor keuzes? Aan welke criteria het werk moest voldoen? Of kinderen mochten overleggen? Welke activiteiten de leerlingen konden doen als ze klaar waren?
  • Zijn er situaties waarin je merkt dat leerlingen niet precies weten wat er van hen wordt verwacht?
  • Hoe kan duidelijkheid kan helpen om uitdagend gedrag te voorkomen?