3. Begripvol gedrag en acceptatie

Toelichting

Voor het laten blijken van begrip en acceptatie kun je denken aan de volgende zaken:

  • Je reageert positief en begripvol op alle vragen van leerlingen.
  • Je vraagt door waarom een leerling op een bepaalde manier handelt en je laat zien dat je de leerling wilt begrijpen. Je helpt de leerling zichzelf te begrijpen.
  • Je accepteert alle leerlingen zoals ze zijn zonder oordeel en zonder voorwaarden.
  • Je straalt in je houding uit dat fouten maken mag en dat niemand perfect is. Je geeft leerlingen gelegenheid om fouten te herstellen en biedt hen altijd weer een nieuwe kans.
  • Je bespreekt op een tactvolle manier hoe leerlingen het beste om kunnen gaan met uitdagend gedrag van een klasgenoot.
  • Bij het corrigeren van gedrag zorg je ervoor dat de leerling zich in zijn waarde gelaten voelt, het begrijpt en zichzelf kan herstellen. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van humor.

Praktijk in beeld:

Aan de slag

Bekijk één of meerdere filmpjes.

  • Op welke manier toont de leerkracht hier begrip voor leerlingen?
  • Wat vind je van de manier waarop ze dat doet?
  • Straal jij naar je leerlingen uit dat fouten maken mag? Geldt dat meer voor fouten met betrekking tot de lesstof of (ook) voor fouten in gedrag naar klasgenoten of naar jou?
  • Gebruik jij weleens humor bij het corrigeren van uitdagend gedrag? Wanneer lukt je dit gemakkelijk, wanneer is het lastig?
  • Hoe kan het tonen van begrip en acceptatie helpen om uitdagend gedrag te voorkomen?