Werkplekleren bij Sport en Bewegen

Werkend leren bij ALO Duaal

Bij de duale opleiding van de Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO) worden werk en studie gedurende het hele opleidingstraject gecombineerd en zijn ze onderling verbonden. De student is in dienst bij een werkgever en is in deze combinatie dus student én werknemer. Het leren verplaatst zich dus deels naar de werkplek.

Door uw medewerker de mogelijkheid te bieden een duale opleiding te volgen, biedt u uw onbevoegde docent via een andere - beter bij hem of haar passende leerroute - de mogelijkheid om werk en studie op een flexibele manier te combineren. Daarmee slaat u drie vliegen in een klap: uw medewerker kwalificeert zich en wordt daarmee bevoegd, de kwaliteit van het bewegingsonderwijs op uw school neemt toe en u motiveert uw medewerker.

Duaal opleiden; een gezamelijke verantwoordelijkheid

Het opleiden van de duale student is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de opleiding en de partner in het werkveld. Daarom moet er voor de start van de opleiding, een driepartijenovereenkomst zijn getekend door de student, de werkgever en de opleiding. Daarin worden o.a. de volgende afspraken gemaakt met elkaar:

De opleiding draagt zorg voor:

Een duidelijke beschrijving van het eindniveau van de startbekwame docent LO (er wordt opgeleid tot een beroep i.p.v. een baan);
Een haalbaar en flexibel studie- en toetsprogramma i.r.t. het werk;
Het toekennen van studiepunten en uitgeven van de bevoegdheid;
De begeleiding van de student op weg naar het behalen van deze bevoegdheid;
Transparante communicatie over studievoortgang naar student en werkgever;
Opleiden en begeleiden van praktijkbegeleiders uit het werkveld.

De werkgever draagt zorg voor:

Een adequate leeromgeving op de werkplek (leerklimaat, tijd, ruimte, ...);
Gekwalificeerde en competente begeleider(s) in de vorm van een (ALO-afgestudeerde) werkplekbegeleider en/of schoolopleider;
Het volgen van scholing en intervisie met betrekking tot het begeleiden van de student;
Het verrijken van de inhoud van de opleiding en het werkveld door suggesties te geven voor leertaken of opdrachten;
Heldere afspraken tussen student en werkgever, rondom de verdeling of vergoeding van de kosten voor de studie.

Klik hier voor een voorbeeld van een driepartijenovereenkomst

De werkgever biedt een relevante werkplek voor de student, waarbij minimaal 12 en maximaal 16 lesuren bewegingsonderwijs verzorgt kunnen worden en ruimte is opgenomen in de betrekking voor studie en/of (extra) voorbereidingen, intervisiemomenten, e.d.;
De student is werkzaam op een opleidingsschool en/of kan deelnemen aan de begeleidingsstructuur van een opleidingsschool.

Dit opleidingstraject is geschikt voor:

De (mbo opgeleide) beweegagoog die nog niet is uitgeleerd en graag zijn onderwijsbevoegdheid wilt halen;
De instromer (vanuit bijvoorbeeld de bachelor Sportkunde) die met een tweede bachelordiploma veelzijdiger wil worden in het werkveld;
De young professional die zich na een aantal jaren werken binnen het onderwijs verder wilt ontwikkelen;
De carrièreswitcher die voelt dat zijn toekomst in het bewegingsonderwijs zit.

Aanvullende eisen
Naast een havo-, vwo-, of mbo 4-diploma of een positieve uitslag van een 21+ toelatingsonderzoek gelden de volgende aanvullende eisen:

Een positieve uitslag medische (basis)sportkeuring;
Deelname aan het onderzoek aanvullende eisen ALO (de student ontvangt hier informatie over na inschrijving via Studielink). In dit onderzoek beoordelen we de fysieke vaardigheden;
De eerder genoemde getekende driepartijen overeenkomst.

Volgens de ‘Wet Bevoegdheden’ heb je als werkgever de mogelijkheid om te werken met een tijdelijke ontheffing van de bevoegdheidseis voor het geven van bewegingsonderwijs in de vorm van een LIO (Leraar In Opleiding) - contract, op het moment dat de student 180 studiepunten heeft behaald. Deze dien je als werkgever zelf aan te vragen.

De werkgever is verplicht om de werknemer/student op te nemen in haar verzekeringspakket. Dit geldt in ieder geval voor de Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering en voor de Ongevallenverzekering.

Duur en opbouw studieprogramma

Studenten van de duale opleidingsvorm zijn (drie tot) vier dagen per week op hun (leer)werkplek aanwezig (afhankelijk van hun aanstelling).
Woensdagmiddag wordt op regionaal niveau een opleidingsmiddag georganiseerd met de instituutsopleider, schoolopleider en studenten uit de regio.
Vrijdag komen de studenten naar het instituut in Eindhoven voor hun opleiding, waar ze aanbod (lessen/workshops/begeleiding e.d.) krijgen van vakdocenten en de studentcoach.

Het nieuwe studiejaar start altijd in de eerste week van september. Het jaarrooster bestaat uit twee semesters van 20 weken. Binnen Fontys ALO hanteren we een 4+1 structuur, dat wil zeggen vier weken les en een week ruimte voor andere activiteiten.

We communiceren dat de opleiding 2-4 jaar duurt. De duur is afhankelijk van de student. Hoe kan de student werk-opleiding en privé combineren en welke studiehouding heeft de student. Als de student meer ervaring heeft in het lesgeven is het makkelijker om mogelijke bewijsmaterialen te ontwerpen/ verzamelen waaruit blijkt dat de student aan de (onderwijseenheden van) leeruitkomsten voldoet.

Nee, het is niet mogelijk om vrijstellingen te ontvangen. Wel kan een student bewijsmaterialen (zoals beroepsproducten, verslagen en dergelijke) op bachelor-niveau (NLQF 6) indienen. Als daaruit blijkt dat de student voldoet aan de inhoudseisen van (een eenheid van) leeruitkomsten, kan hij de opleiding mogelijk sneller afronden.

Een student die al Sportkunde heeft afgerond kan bijvoorbeeld het afstudeeronderzoek van Sportkunde indienen als bewijsmateriaal voor de onderwijseenheden ‘onderzoekend vermogen’. De student moet wel aantonen hoe dit bewijsmateriaal bewijst dat er aan de gestelde inhoudseisen van Fontys ALO wordt voldaan.
Een student met MBO-achtergrond kan ook bewijsmaterialen van vorige opleiding indienen, maar de kans is groot dat de inhoudseisen van dit bewijsmateriaal niet (geheel) overeenkomen met de inhoudseisen van Fontys ALO in verband met het verschil in NLQF-niveau.

Kosten, externe bekostiging en subsidiemogelijkheden

Collegegeldtarieven kunnen variëren voor deze duale opleiding. Dit is afhankelijk van een aantal factoren.

Indien dit de eerste bachelor is van de student, dan geldt het wettelijk vastgestelde collegegeld.
Bij een tweede bachelor- of masteropleiding of als de student uit een land komt dat geen onderdeel is van de Europese Economische Ruimte (EER) betaalt de student normaal instellingscollegegeld. Maar wanneer deze tweede bachelor een onderwijsbachelor betreft, geldt tevens het wettelijk vastgestelde collegegeld.

Uw werknemer kan eenvoudig met de collegegeldmeter zijn of haar collegegeld berekenen

We gaan ervan uit dat scholing en opleiding van een medewerker niet alleen voor de betreffende medewerker van waarde is, maar ook voor de werkgever. Deze waardetoevoeging vindt namelijk niet pas plaats ná afronding van de opleiding, maar ook al tijdens de periode van de opleiding. Tijdens een ontwikkelgesprek met je werknemer, kun je de volgende punten daarom bespreekbaar maken.

Mogelijke bespreekpunten voor een ontwikkelgesprek

Zowel voor werknemers als werkgevers zijn er verschillende mogelijkheden om subsidie te verkrijgen ter ondersteuning van dit opleidingstraject.

Regioloketten

Er zijn niet alleen regelingen en subsidies beschikbaar op landelijk niveau, maar ook op regionaal en soms zelfs gemeentelijk niveau zijn er interessante opties. Ben je benieuwd welke tegemoetkomingen en subsidies in jouw regio van toepassing zijn? Dan kun je terecht bij de regionale loketten. Je vindt de meest actuele gegevens van de regio-initiatieven per provincie, in dit artikel

Samenwerking en communicatie

Als werkplekbegeleider is het belangrijk dat u betrokken bent bij de opleiding van uw werknemer. We leggen de verantwoordelijkheid voor de communicatie over de opleiding richting u als werkbegeleider expliciet bij de student. Deze dient u proactief op de hoogte te stellen van projecten en opdrachten, opleidingsdagen, tentamen- en assessmentdata en ook te vragen om feedback en meedenken.

Er zijn periodiek contactmomenten tussen de werkplek en de opleiding: in de vorm van een stagebezoek of middels intervisie- of scholingsmomenten.

Contact

Stel je vraag aan onze contactpersoon Ben Maas of plan een oriënterend gesprek in via sportenbewegen@fontys.nl