Sprint naar content

Omgaan met angst en paniek

Ervaar je wel eens paniek of angst? Paniek is de hoogste vorm van angst en kan beschreven worden als snel en plots opduikende, intense angst. Meestal gaat dit gepaard met het gevoel van de controle te verliezen over jezelf en de situatie.   Paniek ontstaat door een wisselwerking van twee systemen, namelijk externe stimuli (dingen van buitenaf) die angst oproepen (associaties) en de manier waarop jij met angst omgaat (emotieregulatie, een combinatie van gedachten, gevoelens en gedragingen).  
Wat is het?

Paniek is de hoogste vorm van angst en kan beschreven worden als snel en plots opduikende, intense angst. Meestal gaat dit gepaard met het gevoel van de controle te verliezen over jezelf en de situatie.

Paniek ontstaat door een wisselwerking van twee systemen; namelijk externe stimuli (dingen van buitenaf) die angst oproepen (associaties) en de manier waarop jij met angst omgaat (emotieregulatie, een combinatie van gedachten, gevoelens en gedragingen).

Voorbeelden: 
  • Iemand richt een wapen op mij (externe angststimulus) en ik denk “Oh, dit is in scene gezet, ik herken dit van een televisieshow waarbij ze mensen in de maling nemen” (gedachten). Hierdoor voel ik me nieuwsgierig (gevoel) en wil ik erachter komen of het daadwerkelijk zo is door te roepen “ben jij van televisie?” (gedrag).
  • Iemand richt een wapen op mij (externe angststimuli) en ik denk “Oh nee, een terrorist die een aanslag gaat plegen!” (gedachten). Ik voel angst door mijn lijf gieren (gevoelens) en verstijf helemaal (gedrag).  In beide voorbeelden kan je zien dat ervaringen vanuit het verleden een grote rol spelen in welke (paniek)gedachten ik oproep. Het zijn deze, vaak onbewuste gedachten die ervoor zorgen dat angst omvormt tot paniek.
Uitingsvormen:
  • Lichamelijk: Ons lichaam reageert intens bij een paniekaanval. Mogelijke lichamelijke sensaties zijn duizeligheid, hyperventilatie, hartkloppingen, zweten, braken, onwerkelijkheidsgevoel, etc. 
  • Gedrag: Vermijden van angstige stimuli.
  • Psychisch: Piekeren.

Wat kun je zelf doen?

Hoewel het wegstoppen/vermijden in eerste instantie een goed idee lijkt, komen de problemen vaak later harder terug. Doordat je de prikkels vermijdt, houd je je negatieve associatie met die prikkel/stimuli in stand. Blijf er dus niet mee lopen. Praat erover met mensen die je vertrouwt en zoek hulp. Paniekaanvallen zijn doorgaans goed te behandelen. Meestal gebeurt dat met EMDR. Ga naar je huisarts voor een doorverwijzing. Weet je het niet zeker of is de stap naar de huisarts te groot, maak dan een afspraak met één van de studentenpsychologen. Voor paniekaanvallen kan je doorgaans ook hulp krijgen bij hen.