Wat vraagt een PW van onze partners?

Een Professionele Werkplaats staat of valt met een duidelijke beschrijving van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken stakeholders.

Cliënt

De cliënt/patiënt staat centraal in een Professionele Werkplaats. De cliënt/patiënt heeft geen verantwoordelijkheden of formele rol, maar wordt wel actief betrokken bij het zorgverleningsproces. Ook speelt de ervaring van de cliënt/patiënt een grote rol in Evidence Based Practice. De zorgverlening richt zich op het ‘empoweren’ van de cliënt/patiënt, waarmee hij een belangrijke rol heeft bij innovatie en het verhogen van de kwaliteit van het zorg- en hulpverleningsproces.

Studenten

Idealiter worden binnen Professionele Werkplaatsen studenten van alle leerjaren en opleidingsniveaus betrokken.

  • Jaartrajecten: de primaire doelgroep binnen de Professionele Werkplaats zijn studenten die tijdens hun vierde studiejaar zowel hun afstudeerstage als afstudeeronderzoek geïntegreerd doorlopen.
  • Losse stage- en afstudeertrajecten: studenten lopen twintig weken stagen en/of twintig weken hun afstudeeronderzoek.
  • Derdejaars studenten: Studenten die stagelopen binnen de Professionele Werkplaats in het derde jaar doen dit waar mogelijk onder supervisie van de vierdejaars en de begeleiders van de vierdejaars, zodat een lerende cultuur meer gefaciliteerd wordt.
  • Minorprojecten: Studenten vanuit de verschillende minoren van FPH gaan aan de slag met een innovatievraagstuk dat aansluit bij de profileringskeuze van de studenten.
  • Eerste- en tweedejaars studenten: De LP'er faciliteert waar mogelijk en waar de meerwaarde gezien wordt om eerste- en tweedejaars studenten te betrekken binnen de Professionele Werkplaats. Daarbij kan gedacht worden aan oriëntatie op het vak, projecten in de eerste twee leerjaren, cliënt-/patiëntparticipatie binnen vakken van de opleiding, professionals die lessen faciliteren binnen het onderwijs.

Van de student wordt verwacht dat deze:

  • Verantwoordelijkheid neemt voor het eigen leerproces. Dit leerproces krijgt vorm op basis van het ontwikkelplan.
  • Een actieve leerhouding heeft en gezamenlijke leersituaties creëert in de organisatie.
  • In toenemende mate zelfregulerend is, initiatief neemt, ontwikkeldoelen opstelt en communiceert, gericht feedback vraagt, reflecteert en kritisch is op eigen handelen.
  • Steeds een doel voor ogen heeft en zich ontwikkelt tot een ondernemende, bewuste en onderzoekende professional.

De focus van de student is niet enkel gericht op het aantonen van de beroepscompetenties, behorende bij het primaire zorgproces: er is expliciet aandacht voor processen en mechanismen die van invloed zijn op de kwaliteit van het primaire proces. Het zelfregulerend leren is iets wat een student ook moet leren. Het leerproces wordt in gezamenlijkheid vormgegeven vanuit een kritisch dialoog.                        

Lecturer Practitioner

De Lecturer Practitioner (LP'er) is een zogenaamde bruggenbouwer of boundary crosser waarbij het doel is om de grenzen zoveel mogelijk op te heffen (boundary lifters). De LP’er is zowel werkzaam binnen de Professionele Werkplaats als bij FPH, waardoor hij/zij een brugfunctie vervult tussen praktijk en theorie. De LP’er is een docent, die ervaring heeft in praktijkvoering, onderwijs en onderzoek.

Eisen ten aanzien van LP’er:

  • Kennis van het werkveld middels scholing/praktijkervaring.
  • Aantoonbaar op de hoogte van relevante en actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk.
  • Neemt deel aan scholings- en intervisiebijeenkomsten.

Taken van de LP’er:

  • Is met de praktijkbegeleider verantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van studenten.
  • Richt zich op de student, het contact en de samenwerking tussen school en de organisatie.
  • Is, in samenwerking met begeleiders van de instelling, intensief betrokken en ondersteunend bij het leerproces van de student. De LP’er stimuleert kritisch denken en handelen, ondersteunt de kennisontwikkeling en draagt bij aan de ontwikkeling van persoonsgericht en op evidence gebaseerde zorg.
  • Faciliteert studenten in leerprocessen, verbeter- en innovatieprojecten.
  • Is een rolmodel, geeft en ontvangt feedback op een positief kritische manier en stimuleert de student tot (zelf)reflectie.
  • Vervult een intermediaire rol tussen de praktijkbegeleider, student en andere betrokkenen binnen de organisatie en school.
  • Evalueert het werkplekleren met betrokkene binnen de organisatie en de school en zoekt afstemming over de inhoud en organisatie van werkplekleren.
  • Ondersteunt de praktijkbegeleider bij het coachen.
  • Bewaakt het teamproces op de PW.
  • Faciliteert een leerklimaat binnen de organisatie.

Master Professional

De Master professional (de MP'er) heeft dezelfde taken en verantwoordelijkheden als de LP'er, echter werkt deze binnen de Professionele Werkplaats en binnen de organisatie als professional.

Professionals organisatie

Iedere professional van de organisatie is ook begeleider van de studenten en houdt zich op de een of andere manier met opleiden en ontwikkelen bezig. Studenten en professional creëren dan ook gezamenlijk een krachtige leer-, werk-, en zorgomgeving. Gezamenlijk worden ook innovatieve projecten opgestart die voortkomen uit beleids- en jaarplannen van de organisatie. Hierbij werkt de student altijd onder supervisie van een professional.

Praktijkbegeleider

De praktijkbegeleider is een ervaren professional van de organisatie. De prakrijkbegeleider is competent in en verantwoordelijk voor het methodisch begeleiden en beoordelen van studenten. De praktijkbegeleider is op de hoogte van het leerproces van de student en van de eisen, leermiddelen en methoden vanuit school. De praktijkbegeleider is verantwoordelijk voor het begeleiden van de student.

Eisen ten aanzien van de praktijkbegeleider:

  • Heeft zicht op het functioneren van de student in praktijkcontext.
  • Kent de eisen en procedure met betrekking tot de beoordeling van het praktijkonderdeel.
  • Neemt deel aan scholings- en intervisiebijeenkomsten.

Taken praktijkbegeleider:

  • Is een rolmodel en geeft feedback op handelingen, vaardigheden, opdrachten, en attitudeaspecten en ontvangt feedback op een positief kritische manier.
  • Draagt actief bij aan het creëren van veilige leersituatiesmet een coachende stijl van begeleiden.
  • Stimuleert de student tot zelfreflectie.
  • Introduceert de student binnen de organisatie.
  • Geeft goedkeuring aan het stageontwikkelplan van de student.
  • Voert structureel begeleidingsgesprekken met de student.
  • De praktijkbegeleider mag geen familie zijn van de student.
  • Beoordeelt samen met de LP’er de stage.
  • Signaleert problemen in het leerproces.
  • Onderschrijft het leerconcept PW: de praktijkopleider is bekend met de doelstellingen van de Professionele Werkplaats.

Management van de organisatie

Het management van de organisatie draagt het leerconcept Professionele Werkplaats. Het MT ziet erop toe dat:

  • De studenten boventallig zijn, zodat ruimte gecreëerd wordt voor innovatie en leersituaties.
  • Gekwalificeerde praktijkbegeleiders uit de eigen organisatie beschikbaar zijn.
  • Benodigde middelen (manuren, financiën, e.d.) gefaciliteerd worden. d
  • De student gedurende het (jaar)traject een toenemende mate van zelfstandigheid krijgt en in toenemende mate verantwoordelijkheid draagt.
  • De student de mogelijkheid krijgt het beroep op verschillende niveaus te leren kennen (micro-, meso- en macroniveau).
  • De student deel kan nemen aan overlegsituaties en besprekingen.

Centrale coördinatie

Voor de doorontwikkeling en de borging van afspraken binnen Professionele Werkplaatsen is het van belang dat centrale coördinatie geregeld is. Jaarlijks vindt evaluatie plaats met alle betrokken partijen. Binnen de evaluatie zijn een projectleider van de Professionele Werkplaats vanuit onderwijs, verantwoordelijk manager/directie van de partner, LP'er, MP'ers, een jaarvertegenwoordiger vanuit de studenten en iemand van de cliënten- of patiëntenraad (indien van toepassing) betrokken.

In een Professionele Werkplaats is het van belang dat vanuit alle betrokken opleidingsinstellingen bijvoorbeeld de stageperioden, de inzet van Lecturer Practitioners, stagedoelen/curriculum en innovatiedoelstellingen op elkaar afgestemd worden.

Onderstaande uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling voor een Professionele Werkplaats zijn van belang voor de coördinatie:

  • De visie van een Professionele Werkplaats is bij alle samenwerkingspartners bekend en in de ontwikkeling en uitvoering van een Professionele Werkplaats geborgd.
  • Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van elkaars expertise en kennis in het onderwijsnetwerk.
  • Het is bekend wie wat doet/organiseert in het kader van een Professionele Werkplaats.
  • De coördinatie vindt centraal plaats op organisatieniveau, de uitwerking decentraal in zowel teams van de organisatie als van de onderwijsinstelling.
  • De verantwoordelijkheid voor leren en ontwikkelen wordt zo laag mogelijk in de organisatie ingebed. De directe begeleiding vindt in de teams plaats; waarbij iedere medewerker studenten begeleidt en iedere student vaste werkbegeleiders heeft.