ALO

Leertaken

Leertaak 1: verzorgen van lessen LO

Inleiding:

Als leraar LO heb je een prachtige maar zeer verantwoordelijke taak om kinderen beter te leren bewegen en te enthousiasmeren voor een leven lang sport en bewegen. Om kinderen ook daadwerkelijk beter te leten bewegen is het belangrijk dat ze veel en veelzijdige beweegervaringen op kunnen doen in jouw les. Kinderen leren namelijk niet beter bewegen wanneer ze op de bank zitten, in rijtjes staan of eindeloos naar jouw uitleg moeten luisteren. De taakgerichte leertijd moet dus hoog zijn. Dit vraagt onder andere iets van jouw organisatie en instructiestrategie. Om leerlingen daarnaast ook te enthousiasmeren en te motiveren voor sport en bewegen, een leven lang, moet je als leraar LO vooral een positief leerklimaat zien te creëren. Mede door het aangaan van een positieve opvoedingsrelatie met de leerlingen kun je zorgdragen voor een leeromgeving waarin leerlingen voldoende structuur wordt geboden (ze weten wat er van hen wordt verwacht) waarin ze zich fysiek en emotioneel veilig voelen en zich gezien en gehoord voelen en fouten mogen maken.

Beweegactiviteiten verzorgen

Aan de hand van deze leertaak ga je in de rol van leraar LO diverse beweegactiviteiten verzorgen. Hierbij let je met name op

  • de organisatie van de deelnemers, ruimte, materialen en tijd
  • de wijze waarop en de hoeveelheid instructie die je op welk moment geeft
  • de wijze waarop je verbaal en non-verbaal communiceert met de deelnemers
  • de wijze waarop je invulling geeft aan de positieve opvoedingsrelatie met deelnemers

Je laat, terwijl je diverse beweegactiviteiten verzorgt, video-opnames van jezelf maken, daarnaast vraag je aan de hand van het formulier kwaliteitscriteria van twee medestudenten peerfeedback.

Leeractiviteit 1: Kennis constructie

Doel:

Om de onderwijstaak: 'Verzorgen van bewegingsonderwijs' goed in kaart te kunnen brengen, moet je kennis opdoen vanuit verschillende bronnen.

Opdrachten:

  1. Maak (individueel) een mindmap over het begrip 'Instructie' op basis van wat je (uit eigen ervaring) weet of denkt over dit begrip.
  2. Lees nu in de bronnen over het begrip 'Instructie'.
  3. Je vult jouw mindmap aan met informatie die je uit bronnen hebt opgedaan. Tip: noteer de bron erbij!
  4. Je legt jouw mindmap voor aan jouw groepje en bespreekt (opvallende) verschillen en overeenkomsten. Samen komen jullie tot een mindmap.
    Optioneel: je kunt ook een samenvatting maken van de gelezen stof (mocht je dat prettig(er) vinden).
  5. Je maakt nu een nieuwe mindmap over het begrip 'Organisatie' op basis van wat je (uit eigen ervaring) weet of denkt.
  6. Lees nu in de bronnen over het begrip 'Organisatie'.
  7. Je vult jouw mindmap aan met informatie die je uit bronnen hebt opgedaan. Tip: noteer de bron erbij!
  8. Je legt jouw mindmap voor aan jouw groep en bespreekt (opvallende) verschillen en overeenkomsten. Samen komen jullie tot een mindmap.
  9. Ditzelfde herhaal je voor de begrippen 'communiceren en positieve opvoedingsrelatie'.

Bronnen

Instructie: bekijk dit filmpje.
Instructie: Ettekoven, S & Hooiveld, J. (2015). Leren en onderwijzen: over de theorie van leren. Over de praktijk van onderwijzen.
Noordhoff Uitgevers B.V. Houten. Hoofdstuk 8: blz. 253-262

Organisatie
Bekijk deze website.

Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen.

Organiseren 1: Hoofdstuk 2.2: blz. 54-63 (tot plaatje).

Organiseren 2: Hoofdstuk 2.2: blz. 69-73 (vanaf groeperingsvorm).

Communiceren

Communiceren: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen. Hoofdstuk 3.4.1 + 3.4.2 + 3.4.3: blz. 144-153

Contact maken: Boves, T & Van Dijk, M. (2011). Contact maken op school. Motiveren, leidinggeven en samenwerken in het voortgezet onderwijs. Van Gorcum. Hoofdstuk 4.1 t/m 4.1.4: blz. 135-142

Positieve opvoedingsrelatie

Positieve opvoedingsrelatie: Slooter, M. (2018). De zes rollen van de leraar. Handboek voor effectief lesgeven. Uitgeverij Pica.

Leeractiviteit 2: EN... Actie!

Doel:

Je gaat aan de slag met één van de belangrijkste taken van de leraar LO: 'Het verzorgen van bewegingsonderwijs'.

Opdrachten:

Laat jezelf op twee verschillende momenten filmen tijdens het verzorgen van een les. Dit mag een training zijn, een gymles, naschoolse activiteit etc... Zorg wel dat je twee verschillende (beweeg-) activiteiten laat filmen, dus bijvoorbeeld een spelactiviteit en een turn of atletiek onderdeel.

Lukt het niet om dit te doen of mag het niet van de stage, bekijk dan samen met een docent of je de les op school kunt geven.

Tips voor het filmen:

  • Film horizontaal
  • Zorg dat je goed zichtbaar en verstaanbaar bent
  • Zorg dat je ook goed kunt zien hoe de groep op jou reageert als je bijvoorbeeld een instructie geeft of iemand helpt.
  • Twee filmpjes van 10 minuten is voldoende

De filmbestanden heb je straks nodig voor feedback en voor de kwaliteitsanalyse.

Leeractiviteit 3: Verzamelen van peer- en zelf feedback

Doel:

Om jouw talenten en ontwikkelkansen als toekomstig leraar LO inzichtelijk te kunnen maken, moet je jouw uitvoering van de leertaak 'verzorgen van bewegingsonderwijs' op basis van een kwaliteitskader kunnen analyseren.

Opdrachten:

  1. Open het feedbackformulier (verzorgen van bewegingsonderwijs)
  2. Bekijk jouw eigen filmopname (meerdere malen) terug. Tip: zet ook eens het geluid uit.
  3. Vul het feedbackformulier zo kritisch mogelijk voor jezelf in (zelf feedback) en sla het formulier op.
  4. Laat jouw twee (of drie) medestudenten de filmopname (meerdere malen) bekijken.
  5. Laat jouw medestudenten het feedbackformulier zo kritisch mogelijk voor jou invullen (peer feedback) en sla het formulier op.

Bronnen:

Feedbackformulier 1

Leeractiviteit 4: Kwaliteitsanalyse

Doel:

Het maken van een volledige kwaliteitsanalyse voor het product 'verzorgen van bewegingsonderwijs'.

Opdrachten:

Pak de feedbackformulieren erbij. Doorloop onderstaande stappen. Hierbij beschrijf je elke keer alle kwaliteitscriteria en de bijbehorende gedragscriteria:

Stap 1 Zelf feedback:

Beschrijf aan de hand van de filmpjes en je eigen zelf feedback voor alle kwaliteitscriteria en gedragscriteria:

  • Wat jij zelf vond wat er goed ging en waarom.
  • Waarvan jij vindt dat nog verbetering behoeft en waarom.

Stap 2 Peer feedback:

Beschrijf aan de hand van de filmpjes en de peer feedback het volgende:

  • Schrijf per kwaliteitscriterium (en bij voorkeur meerdere gedragscriteria) op wat volgens jouw peers jouw sterke- en verbeterpunten waren.
  • Beschrijf samengevat op wat de meest opvallende overeenkomsten zijn tussen jouw zelf feedback en de verkregen peer feedback en welke verschillen jullie hadden.
  • Schrijf op of je het met de verkregen feedback (de verschillen) eens bent.

Stap 3 Conclusie trekken:

  • Beschrijf samengevat per kwaliteitscriterium op welke verbetering(en) je voor een volgende keer zou kunnen toepassen.
  • Beschrijf waarom je dat wil verbeteren (volgens de literatuur, volgens een expert en uit ervaring).
  • Beschrijf hoe je verbetering(en) in een volgende les zou kunnen toepassen door een voorbeeld te geven.

Leertaak 2: ontwerpen van bewegingsonderwijs

Inleiding:

Van jou, als leraar LO, wordt verwacht dat jij met jouw bewegingsonderwijs een bijdrage levert aan het realiseren van de landelijke doelstellingen van het vakgebied LO. Je moet o.a. aan leerlingen, ouders, leidinggevenden en de onderwijsinspectie kunnen verantwoorden op welke wijze jouw bewegingsonderwijs bijdraagt aan het bereiken van de landelijke kerndoelen en eindtermen (wettelijk kader).

Je begrijpt het al, van jou als leraar LO wordt dus veel meer verwacht dan zomaar wat leuke beweegactiviteiten of spelvormen in je les aan te bieden en kinderen te enthousiasmeren. Van jou als leraal LO wordt verwacht dat je bewust, doelgericht, planmatig en systematisch te werk gaat. Zo moet je er bijvoorbeeld voor zorgen dat er leerdoelen zijn, dat deze afgestemd zijn met het wettelijk kader, met de leerinhoud, organisatievormen, didactische werkvormen etc. Om ervoor te zorgen dat al deze didactische componenten in het bewegingsonderwijs goed op elkeaar afgestemd zijn, wordt in het onderwijs gebruik gemaakt van een didactisch model.

Ontwerpen van een beweegactiviteit

Aan de hand van deze leertaak ga je op een planmatige en systematische wijze bewegingsonderwijs ontwerpen. Hierbij maak je gebruik van het didactische model van de ALO. Samen met jouw groepje ontwerp je een lessenserie LO voor een doelgroep in een onderwijscontext en doelgroep naar keuze. Ieder lid van de groep werkt één les uit de lessenserie concreet uit aan de hand van het didactische ALO-model.

Leeractiviteit 1: Kennis constructie

Doel:

Om de leertaak; 'Ontwerpen van bewegingsonderwijs' goed in kaart te kunnen brengen, moet je kennis opdoen vanuit verschillende bronnen.

Opdrachten:

  1. Lees de aangereikte bron over het 'ontwerpen van onderwijs'. (zie bronnen).
  2. Lees bladzijde 1 en 2 van het document 'Didactisch model Fontys ALO, nader toegelicht' goed door. Scroll daarna door het document en 'scan' de overige informatie.

Bronnen

Geerts, W. & Van Kralingen, R. (2020). Handboek voor leraren. Uitgeverij Coutinho, Bussem.

LVF 1: Hoofdstuk 2.1: blz. 52 en 53.

LVF 2: Hoofdstuk 2.1.3: blz. 58 t/m 62

Didactisch model ALO (2020).

Leeractiviteit 2: Doelgroep - beginsituatie en leerdoelen in kaart brengen

Doel:

Inzicht krijgen in (de samenhang tussen) de beginsituatie en de doelstelling van je les.

Opdrachten:

  1. Bepaal samen een fictieve doelgroep (gr 1-2 of 3-4 of 5-6 of 7-8). Kies samen een leerlijn, maak hiervoor gebruik van de volgende site.
  2. Bekijk de kennisclip 'Beginsituatie en doelstelling'.
  3. Lees in het Didactisch model van Fontys ALO de componenten: 'Beginsituatie en leerdoelen'.
  4. Beschrijf in het 'format ontwerpen van lessen LO' nu een beginsituatie voor jullie lessenreeks. Verwerk hierin wat kinderen kunnen m.b.t. de motorische, sociale en cognitieve ontwikkeling. Vermeldt ook in welke bron je deze informatie hebt gevonden. Gebruik hiervoor theorie die je tijdens de kennisconstructie hebt gelezen en houdt als extra hulpmiddel het feedbackformulier 2.
  5. Lees het document 'Leerdoelen formuleren'.
  6. Bepaal samen een (half) open leerdoel (en subdoelen) voor jullie lessenserie. Verantwoordt waarom jullie vinden dat dit leerdoel uitdagen en haalbaar is. Op welke manier denken jullie met het leerdoel in te spelen op niveauverschillen? Verwerk dit in hetzelfde format.

Bronnen

Format: ontwerpen van lessen LO

Feedbackformulier 2: ontwerpen van lessen LO

SLO (Tule) zie link naar site.

Didactisch model van Fontys ALO (2020)

'Leerdoelen formuleren'.

Leeractiviteit 3: leeractiviteiten, ondersteunen en begeleiden en organisatie.

Doel:

Kennis opdoen over de componenten organisatie en leerhulp.

Opdrachten:

Bepaal samen met je groepje wie welk deel van de lessenserie gaat ontwerpen. Verdeel de subdoelen. Tijdens stap 1 t/m 3 werk je individueel, in de afsluiting komt alles weer samen.

Stap 1: Leeractiviteiten

  1. Lees en noteer aan welke 'criteria' jouw leeractiviteit moet voldoen (zie voor tips feedbackformulier 2).
  2. Verzamel inhoudelijke bron(nen) die jij kunt gebruiken voor het ontwerpen van jouw leeractiviteit(en).
  3. Schrijf in steekwoorden op hoe jij jouw leeractiviteit(en) vorm wilt geven. Noteer deze in het 'format ontwerpen lessen bewegingsonderwijs'.

Stap 2: Ondersteunen en begeleiden (leerhulp)

  1. Lees en noteer eerst aan welke 'criteria' jouw leerhulp moet voldoen (zie hiervoor feedbackformulier 2).
  2. Lees de bron: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 144 t/m 153. 'Scan' de tekst en lees vanaf blz. 147 de tekst zorgvuldig door.
  3. Schrijf in steekwoorden op hoe jij jouw leerhulp (ondersteuning en begeleiding) vorm wilt geven.

Stap 3: Organisatie

  1. Lees en noteer aan welke 'criteria' organisatie moet voldoen (zie feedbackformulier).
  2. Lees de bron: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 54 t/m 63 en lees de tekst.
  3. Schrijf in steekwoorden op hoe jij jouw organisatie vorm wilt geven.

Afronding: Aansluitend les op lessenserie

Schrijf in steekwoorden op welke wijze jouw les aansluit op de rest van de lessenseries van jullie groepje.

Bronnen

Gyminspiratie

Feedbackformulier 2: ontwerpen van lessen LO

Leerhulp: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 144 t/m 153

Organisatie: Van Berkel, M. (2012). Perspectieven op bewegen. Uitgever Netwerk rondom bewegen: blz. 54 t/m 63

Leeractiviteit 4: Presenteer je LVF, feedbackmoment

Doel:

Door jouw lesvoorbereiding te presenteren aan medestudenten krijg je inzicht en de sterke- en verbeterpunten van jouw lesontwerp. Op basis van deze feedback kun je jouw lesvoorbereiding verbeteren.

Opdrachten:

Voorbereiding:

Je hebt jouw lesvoorbereiding volledig uitgewerkt. Hiervoor heb je het feedbackformulier als leidraad gehanteerd.

  1. Je vult eerst voor jezelf het feedbackformulier zo uitgebreid mogelijk in.
  2. Je presenteert jouw lesvoorbereiding aan twee medestudenten.
  3. Na deze presentatie bespreek je met deze medestudenten de kwaliteit van jouw lesvoorbereidingsformulier (aan de hand van het feedbackformulier).
  4. Tip: Om tijd te besparen, kun je ervoor kiezen om de bespreking op te nemen met je dictafoon, zodat je de feedbackformulieren later zelf in kunt vullen.
  5. Verwerk nu de zelf feedback en peer feedback die je naar aanleiding van jouw presentatie ontvangen hebt, om jouw lesvoorbereiding te verbeteren.
  6. De verbeteringen geef aan in een andere kleur.
  7. Beschrijf uitgebreid op welke wijze jouw ontworpen les aansluit op de lessenserie van jouw medestudenten.

Leertaak 3: Evalueren van bewegingsonderwijs

Inleiding

Als leraar LO heb je voor aanvang van het onderwijsleerproces via het formuleren van leerdoelen richting bepaald voor het leerproces van jouw leerlingen. Op grond van deze leerdoelen heb je de leerinhoud (beweegactiviteiten) met bijpassende organisatievormen en didactische werkvormen ontworpen. Om uiteindelijk te kunnen controleren of deze leerdoelen ook daadwerkelijk zijn behaald, of dat de leerlingen gedurende het leerproces op de juiste weg zijn en het onderwijs voldoende ondersteuning biedt, zijn evalutie activiteiten onmisbaar. Evalueren wordt in de literatuur ook wel aangeduid met termen als 'toetsen', 'beoordelen' of 'assessment'. Op basis van het doel dat men met de evaluatie activiteiten binnen het onderwijs voor ogen heeft kan onderscheid worden gemaakt tussen de summatieve en formatieve functie van evalueren. Beide vormen van evaluatie zijn noodzakelijk in het (bewegings) onderwijs.

Rubric

Om te kunnen evalueren heb je als leraar instrumenten nodig. Een rubric is een voorbeeld van zo'n evaluatie-instrument. Je kunt het instrument zowel tijdens het onderwijsleerproces gebruiken om het leerproces van leerlingen te ondersteunen, als aan het einde van het leerproces om de leeropbrengsten van je leerlingen in kaart te brengen. Het ontwerpen van zo'n evaluatie-instrument is echter niet eenvoudig. Wil de informatie die het gebruik van dit instrument oplevert ook daadwerkelijk bruikbaar zijn, dan moet je ervoor zorgen dat het instrument valide, betrouwbaar en transparant is. 

Evaluatie instrument ontwerpen

Aan de hand van deze leertaak ga je in verschillende fasen (iteraties) een valide, betrouwbaar en transparant evaluatie-instrument ontwerpen. Dit doe je gericht op een beweegthema en een doelgroep in het basisonderwijs naar keuze. Het evaluatie-instrument test je minimaal één keer uit in de authentiek beroepspraktijk van het basisonderwijs en leg je voor aan een werkplekbegeleider van onze partnerscholen. Op basis van deze informatie probeer je het evaluatie-instrument nog beter te maken.

Leeractiviteit 1: Evalueren onder de loep

Doel:

Je krijgt meerdere inzichten over het beoordelen/evalueren van bewegingsonderwijs en vormt hier jouw eigen mening over.

Opdrachten:
Werk in je vast 3 of 4-tal, deze leeractiviteit maken jullie samen.

1. Lees onderstaande 'stellingen' en ga met elkaar in discussie over het aangesneden onderwerp. Noteer wie voor en wie tegen is en waarom, is er overeenstemming of juist helemaal niet?

  • Stelling 1: Het geven van cijfers voor Lichamelijke Opvoeding werkt motiverend voor de leerlingen.
  • Stelling 2: De inzet van de leerling tijdens de les Lichamelijke Opvoeding bepaalt voor een groot deel het cijfer.
  • Stelling 3: Je zou het geven van een cijfer voor Lichamelijke Opvoeding als een referentie kunnen zien van hoe goed jij als docent lesgeeft.
  • Stelling 4: Het geven van cijfers voor Lichamelijke Opvoeding is helemaal niet belangrijk, zolang leerlingen maar lekker bewegen en plezier hebben

2. Noteer voor jezelf kort (en krachtig) de belangrijkste inzichten uit deze discussies.

3. Bekijk nu klassikaal de volgende Kennisclip waarin Lars Borghouts jullie meer verteld over beoordelen in het bewegingsonderwijs.

Bekijk de volgende Kennisclip van Lars.

4. Denk je na de clip anders over de stellingen? Schrijf kort jouw kijk op beoordelen of evalueren in het bewegingsonderwijs.
Bewaar deze in je portfolio, want dit kun je weer gebruiken voor de helikopter reflectie.

5. Bekijk tot slot de twee artikelen in de literatuurlijst. Deze kun je eventueel gebruiken voor de invulling van je eigen product.

Bronnen

Borghouts, L. (2019). Wel of geen cijfers geven? Een nuancering. KVLO, LO-6

Borghouts, L. (2020). Waarom de coopertest geen goed idee is, NOS.

Leeractiviteit 2: Kennisconstructie

Doel:

Kennis krijgen over de belangrijkste begrippen die 'iets' met 'evalueren van bewegingsonderwijs' te maken hebben.

Opdrachten:

1. Ga online of in de boeken zelfstandig op zoek naar de betekenis van onderstaande begrippen.
Je kunt ook gebruikmaken van de artikelen uit de vorige leeractiviteit.
- Rubric
- Beoordelingscriteria/succescriteria
- Summatieve toetsing
- Formatieve toetsing
- Transparantie
- Betrouwbaarheid
- Validiteit
- Feed-up
- Feedback
- Feed-forward

2. Vergelijk jouw antwoorden met die van iemand anders in je groepje. Komen jullie tot dezelfde betekenis/beschrijving?

Leeractiviteit 3: Ontwerp evaluatie instrument

Doel:

Kennis krijgen over de belangrijkste begrippen die 'iets' met 'evalueren van bewegingsonderwijs' te maken hebben.

Opdrachten:

  1. Pak jullie leerdoel van de lessenserie erbij. Filter de 'essentiële' onderdelen uit jullie leerdoel en formuleer op basis hiervan evaluatie/toets criteria/succescriteria.
  2. Werk deze criteria uit tot een evaluatie instrument dat ondersteunend is aan de praktijk en gebruikt kan worden als feedback middel. (Tip: gebruik het formulier: feedback kwaliteitscriteria. Hierin staan alle kwaliteitscriteria verwerkt).
  3. Beschrijf hoe jullie de evalutie situatie voor ogen hebben. In welke situatie vindt de evaluatie/feedback plaats? Wie doet wat, waar, wanneer, hoe en in welke vorm? Maak je gebruik van peer - of zelfevalutie of komt alle feedback vanuit de docent?
  4. Deel jullie instrument en situatiebeschrijving met minimaal twee klasgenoten en/of een docent of expert. Via het formulier kwaliteitscriteria ontvang je feedback van jouw medestudenten.
  5. Verwerk de verkregen feedback in jullie product. Werk met een andere kleur zodat je duidelijk ziet wat jullie aangepast hebben.

Bronnen:

Feedbackformulier kwaliteitscriteria

Reflectie

Doel:

Je kijkt kritisch terug op je eigen handelen tijdens deze leertaken en kijkt vooruit of jouw beeld van het beroep en de ALO als opleiding is veranderd.

Opdrachten:

Maak individueel een reflectieverslag. Hierin geef je concreet antwoord op onderstaande vragen en gebruik hierbij voorbeelden uit de praktijk waaruit dit blijkt.

  1. hoe verliep de onderlinge samenwerking in het groepje? Met name tijdens het geven van feedback en het werken aan leertaak 2 en 3?
  2. Is jouw blik op het toekomstige beroep van de docent LO veranderd? Waarom wel en waarom niet?
  3. Welke leer strategieën heb je gebruikt tijdens het werken aan deze leertaken? Wat werkt voor jou effectief of wat zou je de volgende keer anders doen?
  4. Past de ALO bij jou?