VETIS
Verder komen met Elektrisch Transport in Steden: Vervoersmaatschappijen zetten in toenemende mate elektrisch voertuigen in. Hierbij ondervinden zij problemen rond de actieradius omdat deze kleiner is dan bij conventionele voertuigen.
Onderdeel van:
Wat houdt het project in?
Daarbij hanteren vervoerders ook nog een 'worst case' scenario (lees: grotere veiligheidsmarge dan noodzakelijk) om te vermijden dat voertuigen zonder energiebron komen te staan. Dat resulteert dan in voertuigen met groter dan noodzakelijke batterijen en/of een teveel aan ingeplande stilstand met het oog op bijladen van deze batterijen.
Om deze inzet in de praktijk te verbeteren is er nood aan modellen waarmee het energieverbruik kan worden voorspeld. Die modellen moeten dan wel rekening houdend met actuele gegevens omtrent weersomstandigheden, traject, wegprofiel, verkeerssituatie, belading en rijgedrag. Onderstaand plaatje geeft een indruk van de verschillende wegen waarlangs deze externe factoren een invloed hebben op dat energieverbruik.
Eenmaal het energieverbruik bekend is kan het rijbereik worden berekend. Daarbij is het nodig om de opslacapaciteit van de batterijen te kennen. Die neemt evenwel af in de tijd, en die afname (of veroudering) is opnieuw een functie van de inzet van het voertuig. De ontwikkeling en het gebruik van dergelijke vergt een voortdurende monitoring van voertuiggegevens en invloedfactoren.
Focus
De bovenstaande situatie is met name relevant bij bussen en stadsdistributievoertuigen omwille van de veelvuldige en belangrijke veranderingen van belading (of aantal passagiers) en van energieafname door hulpsystemen (bv. voor klimaatbeheersing). Dat is dan ook de doelgroep van het VETIS project. In een eerder RAAK project (QinE) is door Fontys, TNO en VDL eerder ervaring opgedaan met het monitoren en modelleren van de energiebehoefte voor HVAC van elektrische bussen. Deze kennis wordt ingezet en verder uitgebouwd in dit project.
De vloten
In VETIS worden twee vloten bestudeerd. De vloot van elektrische BRAVO bussen die rondrijden in de regio Eindhoven en die uitgebaat worden door Hermes. Deze vloot bestaat momenteel uit 43 gelede VDL CITEA, maar zal in de komende jaren uitgroeien tot 100 bussen. Daarnaast worden ook een tweede vloot van 19-tons elektrische vrachtwagens bestudeerd waarmee het bedrijf Breytner goederen distribueert binnen Rotterdam.
De aanpak
Voor dit project wordt de bestaande monitoring hardware uitgebreid met een minimaal aantal (betaalbare) sensoren en met bijhorende oplossingen voor dataverwerking en -communicatie. Om de vele data te verwerken en te analyseren wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van vereenvoudigde fysisch voertuigmodellen in combinatie met traditionele statistiek; dit wordt later uitgebreid met nieuwe voorspellende data-analyse technieken uit de Big-Data wereld. Met de resultaten van het onderzoek zal onderzocht worden hoe rijbereik en energieverbruik van beide testvloten kan worden verbeterd.
Partners
Contact
Bedrijven of kennisinstellingen die willen bijdragen aan dit project of die op zoek zijn naar meer informatie kunnen contact nemen met de projectleider: Rik Baert.