Maartje Dekkers
'WAT EET DE MENS...'
De toeschouwer laten nadenken over hoe wij, als mens in de huidige massaconsumptie en -productiemaatschappij, ons verhouden tot de dieren.
Onderdelen:
Vlees eten van eigen soortgenoten roept walging op en is bij wet verboden. Eten van een andere soort niet.
Retorische vragen:
Waarom is er een grens?
Wat zegt die grens over hoe de mens zichzelf op de wereld neerzet?
Wat zie je (vormkeuze):
De renaissance is een periode uit de geschiedenis van de mens waarin veel etiquette zijn ontstaan. Dit toonde mede de status aan en was vooral als eerste zichtbaar bij de elite. Zij toonde dit onder anderen in beeld zoals schilderijen en in materiaal zoals bestek. De mores die bij deze attributen horen en de Renaissance tekent zijn nu de basis van onze hedendaagse etiketten. Door in de opstelling esthetische aspecten te benadrukken die afgeleid zijn vanuit de statuscultuur uit de Renaissance, wordt er naar dit tijdsbeeld verwezen. Hierin staat de status van het individu en ‘de mens centraal zetten’, het humanisme dat in de Renaissance is ontstaan, centraal.
Mens en dier hebben veel overeenkomsten. Op het eerste oog lijkt dit niet zomaar wezenlijk zijn mensen ook dieren. In de opstelling wordt dit duidelijk gemaakt door mens en dier in beeld te combineren maar ook door ze in gelijke context te zetten.
De filminstallatie is een samensmelting van door de mens bedachten etiquette en dierlijke uiterlijke kenmerken. Doordat de mens en het dier aan één maaltijd worden gezet zijn ze elkaars gelijken. Door de etiquette van de mens toe te passen zoals deze in de renaissance is ontstaan, ontstaat hiërarchie.
Naast dat zullen ook de aspecten van de tafelgasten een hiërarchisch verschil maken. Aspecten zoals: je positie aan tafel, de maaltijd die de mens of het dier zal nuttigen maar ook de klasse die de dieren wel uitstralen die de mens in deze setting niet heeft. De klasse toont zich in de accessoires die de dieren dragen. Deze accessoires zijn afgeleid van de plooikraag uit de Renaissance. De plooikraag was een manier om de status van de drager te benadrukken.
In de opname zie je dat het personage als dier steeds gulziger en gretiger eet. Dit is een weerspiegeling van de huidige vleesconsumptie maatschappij: het steeds meer willen in een steeds kortere tijd. Het méér willen produceren van dierlijk vlees terwijl er feitelijk niet méér dierlijk vlees nodig is. De rol die het dier in onze huidige massa en consumptiemaatschappij heeft zal in deze installatie ingevuld worden door de toeschouwer, de mens. Hij of zij zal aanschuiven aan tafel en toekijken hoe zijn tafelgenoten hun eigen soort zal opeten.
Voor de toeschouwer zullen er restjes liggen van de maaltijd van het etende dier aan tafel. Ook hier is een hiërarchisch aspect aan: eerst wij dan jij.
De maaltijd die de dieren eten bestaat uit vlees van hun eigen soort. Wat de mens eet is niet ingevuld. Want als de kip de kip eet, het schaap de schaap en het varken het varken… Wat eet de mens dan?
In mijn optiek is dit diner een weerspiegeling voor de mens: hoe maak je jezelf belangrijk. Waar normaal de mens het dier onder zich plaatst plaats ik het dier in de rol van de mens zoals deze in de huidige consumptiemaatschappij speelt.