Sprint naar content

Stijn Verhoeven

‘Ik heb mezelf écht leren kennen tijdens de studie’ 

 

Een échte sportliefhebber. Zo mag je Stijn Verhoeven (26), accountmanager bij ijshockeyclub Tilburg Trappers, gerust noemen. Als kind skatete hij op hoog niveau, voetbalde hij met vrienden én was hij fanatiek ijshockeyer bij de club waar hij nu werkt. Dat hij later in de sportwereld aan de slag wilde, stond voor hem vast. Daarom koos hij voor de opleiding Commerciële Economie - SPECO Sportmarketing. Hieronder blikt Stijn kort terug op zijn studie(tijd) én vertelt hij hoe het is om te werken in de (top)sportwereld. 

 

Je kwam via je afstudeerstage terecht bij ijshockeyclub Tilburg Trappers. Dat moet voor jou als fan een droombaan zijn… 

‘Haha, dat is het zeker. Toch heb ik wel even getwijfeld. Ik was namelijk bang dat mijn emoties als fan, mij als professional in de weg zouden staan. Inmiddels weet ik dat ik die twee werelden goed kan scheiden. En daar komt bij: we winnen vaker, dan dat we verliezen!’ 

 
Kun je iets over je functie vertellen?  

‘Ik deed als stagiair onderzoek naar het aantrekken van nieuwe sponsoren voor de club. Inmiddels ben ik als accountmanager verantwoordelijk voor de sponsoring. Ik sta als het ware tussen de club en de bedrijven in. Zo trek ik nieuwe business aan, maar ben ik ook verantwoordelijk voor de businessclub en verzorg ik het klantbeheer. Het doel: ervoor zorgen dat er voldoende financiële middelen zijn zodat de club zich kan richten op de sport.’  

 

Wat is je bijgebleven van je studie? 

‘Vooral dat ik mezelf heb leren kennen. Er was veel oog voor persoonlijke ontwikkeling. Ik herinner me nog een kamp in leerjaar twee. We gingen met z’n allen naar de Ardennen. In groepsverband werden we iedere dag uitgedaagd om opdrachten uit te voeren. ‘s Avonds maakten onze begeleiders ons bewust van ons gedrag. Je evalueerde wat goed ging, wat beter kon en wat je rol was. Ik leerde wie ik ben als persoon, waar mijn kracht ligt én vooral ook wat mijn valkuilen zijn. Mooi om die kennis nu toe te passen in de praktijk.’