Beeldzorg
Lisa de Graaf en Ailish Meijers, 2022
Onderzoeksvraag
Wat zijn de ervaringen van cliënten en betrokkenen met de inzet van een VR-bril ten behoeve van pijnreductie tijdens wondzorg?’
Narratief
Het is een frisse ochtend in september. De deurbel gaat. Mevrouw Veer schuifelt langzaam naar de deur. Het is nog vroeg, maar het zonnetje schijnt al zachtjes door de ramen. Ze maakt de deur open. Zorgverlener Zoë van wijkzorg team Veldhoven komt binnen en wenst mevrouw een goedemorgen. Mevrouw heeft sinds een tijdje een pijnlijke wond op haar been, die de wijkzorg dagelijks komt verzorgen.
Mevrouw Veer ziet erg tegen het moment van de wondzorg op. De wondzorg is namelijk een erg pijnlijke handeling voor haar. Nu heeft een medewerker van de wijkzorg iets bedacht om uit te proberen bij mevrouw, namelijk de VR-bril. Dit schijnt af te leiden waardoor de pijn misschien minder zal worden. Mevrouw is een van de eerste cliënten bij wie ze dit concept in de wijkzorg gaan testen. Zoë heeft de VR-bril bij mevrouw opgezet en is begonnen aan de wondzorg. Het eerste filmpje dat mevrouw Veer gaat bekijken is een filmpje over olifanten. Mevrouw Veer vindt het ontzettend grappig en realistisch. Als de olifanten dichterbij mevrouw Veer komen, reageert ze hierop door met haar been te schoppen. Hiermee schopt ze per ongeluk Zoë. Zowel Zoë als mevrouw Veer moeten hier enorm om lachen. Mevrouw Veer had even niet meer door dat de bewegingen die ze maakt, wel in de echte wereld tot stand komen. Door de afleiding heeft mevrouw minder pijn, waardoor Zoë de wondzorg beter uit kan voeren. Ze is iets minder voorzichtig in het uitvoeren van de wondzorg. Mevrouw Veer is erg positief, van de wondzorg zelf heeft ze bijna niks gevoeld.
Na de route gelopen te hebben komt Zoë aan op kantoor. Ondertussen zijn ook alle andere collega’s van team Veldhoven op kantoor aangekomen na de ochtendroutes. Zij bespreken het gebruik van de VR-bril bij mevrouw Veer. Ze zijn allemaal erg positief. Zoë merkte dat de pijn tijdens het geven van de wondzorg een stuk minder was. Dit werd bevestigd door lagere scores op zowel NRS als REPOS. Zoë geeft aan dat ze het ook erg leuk vond om te doen en dat ze nu totaal andere gespreksonderwerpen heeft gehad met mevrouw Veer. Collega’s vinden het erg positief om te horen dat de interventie geholpen heeft. Toch geven zij aan dat ze het lastig vinden om de VR-bril te gebruiken, omdat ze niet precies weten hoe die werkt. Ook geven collega's aan dat zij in januari eenmalig een scholing hebben gehad, maar dat wat ze toen hadden geleerd weer helemaal is weggezakt omdat ze de VR-bril nooit gebruikt hebben. Ze moeten de informatie weer opfrissen, zeggen de zorgverleners een voor een. Laura, een van de zorgverleners die de VR-bril ook heeft getest, geeft aan dat ze het lastig vindt dat je van tevoren niet goed kunt zien wat voor soort filmpje het gaat zijn en hoelang het filmpje gaat duren. Wel geven de zorgverleners aan dat ze het erg fijn vinden dat ze het met de tablet kunnen besturen. Dit omdat het erg lastig is voor zorgvragers, zoals mevrouw Veer, om de VR-bril zelf te leren besturen. Sara, ook een zorgverlener, geeft aan dat ze ook vindt dat het veel tijd kost om het allemaal op te starten. Zoë kan concluderen na het gesprek met haar collega's dat iedereen het graag bij meer cliënten wil inzetten als deze een pijnlijke wond hebben.
Naast het wijkzorgteam van Veldhoven gaat de VR-bril ook in het wijkzorgteam van Bergeijk ingezet worden. Vandaag zal Amber, werkzaam in team Bergeijk, de VR-bril inzetten. Amber begint met haar route en gaat als eerste naar mevrouw Bakker. Ze parkeert haar auto en belt aan bij het huis. Mevrouw Bakker doet de deur met een glimlach open. ''Goedemorgen Amber, kom verder'' zegt mevrouw Bakker. Amber is al een paar keer eerder bij mevrouw geweest. Mevrouw Bakker heeft een flinke wond aan haar been en ervaart hier veel pijn aan. Daarom wordt vandaag de VR-bril ingezet. Mevrouw Bakker vindt het idee van de VR-bril spannend, maar ze wil het in ieder geval een kans geven. Amber vindt dit fijn om te horen en ze lopen verder naar de kamer om de wondzorg uit te gaan voeren.
Voordat Amber de VR-bril op wil zetten bij mevrouw, komt meneer Bakker even een kijkje nemen. Hij begint wat vragen te stellen over de VR-bril. Meneer Bakker is sinds een aantal jaar bekend met dementie. De laatste weken gaat meneer erg achteruit volgens mevrouw. Mevrouw vertelt ieder zorgmoment over de achteruitgang van haar man. Ze vindt het moeilijk om te zien dat hij achteruitgaat en dat ze continu zinnen moet herhalen, omdat hij het vergeet. Het kost haar veel energie, geeft mevrouw Bakker meerdere malen aan.
Meneer Bakker loopt na een praatje gemaakt te hebben weer richting de keuken, waarna Amber begint aan de wondzorg met het gebruik van de VR-bril. Mevrouw Bakker geeft na het zorgmoment aan dat de VR-bril echt wel zijn werk doet en de pijn verminderd, maar het gewoon een ontzettend pijnlijke wond blijft. Toch wil ze graag doorzetten en het vaker uitproberen. Met dit nieuws verlaat Amber de woning.
Na de route komt Amber op kantoor aan, waar drie collega’s al aan de koffie zitten. Amber is later dan normaal, omdat ze langer bezig is geweest met het zorgmoment van mevrouw Bakker. Het gebruik van de VR-bril neemt nou eenmaal meer tijd in beslag. Amber vertelt aan de collega’s hoe de wondzorg met de VR-bril is verlopen. Ze vertelt dat mevrouw Bakker aan haar heeft uitgelegd dat door de afleiding van de VR-bril de wondzorg een stuk minder pijnlijk was. Ze scoorde de pijn op zowel REPOS als NRS lager dan voorheen. Ondanks de verminderde pijn merkte Amber weinig verschil in het leveren van de wondzorg. Amber vertelt aan het team dat ze wonden altijd zo goed mogelijk probeert te verzorgen, maar er wel erg goed op let dat ze dit voorzichtig uitvoert. Amber concludeert dat dit per collega kan verschillen, maar dat met haar werkwijze de VR-bril hierin geen verschil biedt. Verder vertelt Amber aan het team dat zowel mevrouw Bakker als Amber vinden dat er weinig aanbod aan filmpjes is en de filmpjes die er zijn, duren vaak maar kort. Amber heeft dan ook meerdere filmpjes af moeten laten spelen tijdens het zorgmoment. Dit komt ook deels doordat mevrouw Bakker bekend is met Parkinson. De spellen vielen voor haar al af, vanwege het niet kunnen gebruiken van een joystick. Hierdoor bleef er minder keus over. Toch wil mevrouw Bakker graag verder gaan met het gebruik van de VR-bril, geeft Amber aan. Met deze laatste informatie ontstaat er lichte paniek bij de collega’s die op dat moment op het kantoor aanwezig zijn. Ze geven aan dat ze helemaal niet zo bekend zijn met het gebruik van de VR-bril. Ze hebben een scholing gehad aan het begin van het jaar, maar dat is al verwaterd. Ze vragen zich af hoe ze zo snel mogelijk bekwaam kunnen worden in het gebruik van de VR-bril.
Amber biedt aan team Bergeijk aan om de komende dagen naar mevrouw Bakker te gaan, omdat zij weet hoe de VR-bril werkt. Dit ook om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen. Wel vindt Amber het belangrijk dat de rest van collega’s ook gaan leren hoe de VR-bril gebruikt gaat worden. Hier zijn de collega's het mee eens.
Amber weet dat Zoë van team Veldhoven ook veel gebruik maakt van de VR-bril. Ze neemt daarom contact met haar op om te bekijken hoe het bij haar en het team gaat omtrent het gebruik met de VR-bril. Zoë geeft aan dat de kennis in het team ontbreekt en dat ze verder wil gaan kijken hoe dit bij andere disciplines is. Amber beaamt dit en stelt voor om het gesprek aan te gaan met een wondverpleegkundige en een praktijkondersteuner. Zoë is het hier mee eens en ze hebben twee dagen later het gesprek ingepland met de wondverpleegkundige.
Sanne, de wondverpleegkundige, vertelt dat ze niet eens wist dat er een VR-bril aanwezig was binnen de organisatie. Ook geeft ze aan dat ze nog niet echt bekend is met de VR-bril en dat ze het erg jammer vindt dat zij hier niet voor geschoold is. ''Ik krijg zoveel te maken met pijnlijke wonden. De VR-bril zou hier een perfecte uitkomst voor zijn'', zegt Sanne. Ze wil nu gaan kijken of ze zich zelfstandig wegwijs kan maken in het gebruik van de VR-bril. Het is namelijk zonde als de VR-bril in de kast blijft liggen, aldus Sanne. En ze denkt dat het niet zo moeilijk zal zijn om te leren hoe de VR-bril werkt, omdat er genoeg filmpjes op internet over te vinden zijn.
Zoë en Amber besluiten het probleem van de beperkte kennis over de VR-bril verder te onderzoeken. Ze benaderen Isabelle de praktijkondersteuner, om meer inzicht te krijgen in hoe de VR-bril bekend staat in de gehele wijk. Een week later hebben ze een afspraak met Isabelle. Zoë en Amber geven een inleiding over de VR-bril en vragen aan Isabelle of er in en om de praktijk veel gewerkt wordt met de VR-bril. Isabelle moet toegeven dat ze niet eens bekend is met het concept van de VR-bril, maar is hier erg enthousiast over. Isabelle geeft aan dat ze het erg jammer vindt dat er zo weinig bekendheid is over de VR-bril, omdat het zo’n mooi concept is. Ze denkt ook dat de VR-bril veel kan helpen bij het reduceren van pijnmedicatie tijdens en na de wondzorg.
Amber heeft weer een zorgmoment ingepland bij mevrouw Bakker. De VR-bril is inmiddels al meerdere malen ingezet bij mevrouw. Amber heeft daarom besloten om vandaag het gesprek aan te gaan met mevrouw Bakker over hoe het gebruik van de VR-bril tot nu toe is bevallen. Uit het gesprek komt naar voren dat mevrouw Bakker het idee heeft dat de VR-bril zijn werk doet. De pijn is zeker minder aanwezig. Het blijft natuurlijk pijn doen, maar het is ook een flinke wond. Bij doorvragen tijdens het gesprek ontstaat er enkele emotie bij mevrouw Bakker. Mevrouw geeft aan dat ze de VR-bril een fijn concept vindt, maar dat ze ook veel waarde hecht aan het uiten van haar gevoelens tijdens het zorgmoment. Ze vindt de situatie met haar man namelijk erg lastig en ze vindt het fijn om haar hart te kunnen luchten tijdens de zorgmomenten. Door het inzetten van de VR-bril is hier een stuk minder tijd voor. Mevrouw wil de zorgverleners niet kwetsen, maar wil de VR-bril liever niet meer inzetten de komende zorgmomenten. Liever wat meer pijn tijdens het zorgmoment, dan een stuk minder tijd om het gesprek met de zorgverleners aan te gaan. Amber begrijpt dit volledig en besluit daarom om vanaf vandaag de VR-bril niet meer in te zetten. Hierdoor blijft de regie in handen van mevrouw Bakker.
Bij mevrouw Veer is de VR-bril bij 4 wondzorg momenten ingezet. Het is tijd voor de evaluatie bij mevrouw Veer. Mevrouw Veer is erg enthousiast over de VR-bril en zou het zeker aanraden aan andere mensen. Ze geeft aan dat ze vooral erg blij was tijdens moment 4. Dit was namelijk een extra pijnlijke handeling, waarbij de wond helemaal goed schoon gemaakt werd. Ze geeft aan dat ze zonder de VR-bril dit niet goed had kunnen hebben. Ze heeft over de VR-bril geen minpunten te melden. Ze was ook erg dankbaar dat ze door het kijken van bepaalde filmpjes via de VR-bril herinneringen heeft kunnen ophalen, zoals bij het lopen door het Rijksmuseum waar ze vroeger vaak is geweest.
Met de uitkomsten uit deze evaluatiemomenten is de VR-bril binnen de teams nogmaals geëvalueerd. De VR-bril is een interventie die wel degelijk pijn vermindert. Cliënten die de VR-bril gebruikt hebben zijn erg enthousiast. Ook zorgverleners die werken met de VR-bril zijn over de VR-bril te spreken, ondanks de knelpunten. Zoë en Amber zijn blij met hun bevindingen en nemen dit mee in het verder inzetten van de VR-bril.