Sprint naar content

Leefstijlondersteuning met games

Marieke Rieswijk, Valkenhof Kempenhof revalidatie

Onderzoeksvraag
Hoe worden smartclips gebruikt en ervaren door de betrokken zorgvragers en hun zorgverleners op de afdeling revalidatie van Valkenhof in relatie tot het bevorderen van de eigen regie en zelfredzaamheid?”

Het is februari 2021. Op de geriatrische revalidatie afdeling van Valkenhof is de wens van manager Petra en de zorgverleners om het therapeutisch klimaat te verbeteren. Petra wil ernaartoe werken dat cliënten meer gestimuleerd worden om, ook buiten de geplande fysio begeleiding, te oefenen om zo hun revalidatieproces te versnellen. Ze stelt wel als voorwaarde dat de kosten niet verhogen door extra inzet van personeel. Valkenhof staat open voor innovaties om zorg en eigen regie van cliënten te ondersteunen maar tot op heden is er bij Valkenhof nauwelijks ondersteunende technologie aanwezig, afgezien van camerabewaking en uitluistersystemen in de nacht.Petra verwacht dat technologische inzet effect kan hebben op het therapeutisch klimaat.
Verschillende overleggen volgen met vertegenwoordigers van Fontys Hogescholen in verband met hun connecties met het bedrijfsleven voor technologische toepassingen. Via het platform Pitch van Fontys wordt een bedrijf Embedded fitness betrokken voor de smartclips.Marieke, die als 4e jaars student verpleegkunde stage loopt bij Valkenhof, zal haar afstudeerproject richten op de smartclips. Haar vraag voorafgaand aan dit onderzoek was: “Hoe worden smartclips gebruikt en ervaren door de betrokken zorgvragers en hun zorgverleners op de afdeling revalidatie van Valkenhof in relatie tot het bevorderen van de eigen regie en zelfredzaamheid?”
In overleg met de fysiotherapeuten worden een aantal criteria geformuleerd om twee revalidanten op de afdeling geriatrische revalidatie van Valkenhof te kunnen selecteren die mee kunnen doen aan dit experiment. De cliënt dient zelfstandig te kunnen mobiliseren (met hulpmiddel), de revalidatiedoelen zijn nog niet behaald, de cliënt kan zich verbaal uiten, heeft geen cognitieve problemen en de cliënt heeft geen uitval aan de armen/benen. Met deze criteria benadert Marieke twee dames, Truus en Francien, die beide positief en enthousiast reageren op deze uitnodiging.

Het is eind september als Francien (77 jaar) op de revalidatieafdeling komt om te revalideren na een heupoperatie. Voor de operatie was ze geheel zelfstandig. Aan het begin van de revalidatie ervaart Francien veel pijn, met name in de nacht ondanks pijnstillers. De nachtrust is verminderd en ze wordt zichtbaar vermoeid wakker. Francien heeft hulp nodig bij de ADL, kan met een trucje moeizaam zelf in- en uit bed en maakt een korte draai met het looprekje. Het overige functioneren gebeurt van de rolstoel. Truus (88 jaar) is rond dezelfde tijd ook komen revalideren na een heupoperatie. Truus kreeg voor de operatie hulp bij het huishouden en boodschappen werden gedaan. Het overige deed ze nog zelfstandig. Aan het begin van de revalidatie ervaart Truus veel pijn ondanks pijnstillers. Ze heeft hulp nodig bij de ADL, kan niet zelfstandig in- en uit bed en kan met moeite een paar stappen zetten met de rollator.
Al snel openbaart zich een verschil tussen de twee deelnemers. Beide deelnemers zijn gemotiveerd om te herstellen, maar wel ieder op een eigen manier. De overeenkomst tussen Francien en Truus is dat ze fysiek willen aansterken zodat ze weer kunnen terugkeren naar de thuissituatie. Ze zijn zich er beide van bewust dat het hiervoor belangrijk is om oefeningen te doen om herstel mogelijk te maken. Francien wil uiteindelijk aan het eind van de revalidatie zonder professionele zorg met ontslag maar wil wel hulp bij het douchen. Ze stelt hoge eisen om na de revalidatie met ontslag te gaan en wil geheel zelfstandig zijn. Ze vindt het geen probleem om hulpmiddelen te gebruiken. Bovendien is ze gemotiveerd om te herstellen en is therapietrouw. Truus vindt het al voldoende als ze zelfstandig in- en uit bed kan en als ze een klein stukje kan lopen met de rollator. Ook geeft ze aan dat de thuiszorg en familie haar kan helpen met de overige taken. Ze stelt minder hoge eisen om na de revalidatie met ontslag te gaan.
Het verschil tussen Francien en Truus uit zich vooral in de mate waarin ze zelf initiatief nemen om te oefenen of in het hulp vragen waar nodig. Truus geeft aan dat het haar niet lukt om zelfstandig te oefenen, ze zegt stellig ik wil geen hulp vragen. Truus kijkt bedenkelijk en kan niet vertellen hoe vaak ze oefent. Marieke vraagt aan Truus wat haar kan helpen om te werken aan haar herstel, Truus denkt hard na maar weet het niet. Ze onderneemt weinig initiatief en verwacht hulp van de zorgprofessional. Francien neemt daarentegen wel zelf het initiatief om te oefenen en vraagt hulp waar nodig. Ze geeft aan dat ze uit zichzelf twee tot drie keer per dag oefent. Ze slaat het derde oefenmoment, in de avond, over als ze vermoeid is en last heeft van haar voet.
Truus en Francien zijn het beide eens dat er weinig te doen is op de afdeling en ze vervelen zich snel terwijl ze dit vertellen kijken ze treurig. De omgeving waarin ze verblijven, oefent zichtbaar invloed uit, momenteel nodigt die niet uit tot oefenen. Op de afdeling wordt van hen verwacht dat ze zelf doen wat ze zelf kunnen. Truus en Francien doen dan ook hun best om zo veel mogelijk zelf te doen. Hulpmiddelen of instrumenten op de gang en oefenen in groepsverband nodigen uit om meer te oefenen. Francien vertelt lachend dat ze het leuk vindt als het iets gebeurt, iets te zien is en als ze iets kan doen op de afdeling. Volgens haar zorgen voorzieningen op de afdeling die dit stimuleren voor plezier. Met een sombere blik merkt ze op dat haar kamer ongezellig is. Ook vindt ze dat het zorgpersoneel veel overneemt op de afdeling. Het valt Marieke als verpleegkundige i.o. op dat de visie op het stimuleren van zelfzorg en hoe de professionals daadwerkelijk handelen niet overeenkomen. Francien geeft aan dat het overnemen van zorg door de zorgprofessional haar zelfredzaamheid niet ondersteunt.
Vanaf oktober maken Truus en Francien beide gebruik van smartclips op de afdeling. Truus alleen met behulp van een begeleider en Francien ook zelfstandig op de kamer. Beide oefenen zowel alleen als in groepsverband. Truus kan niet zelfstandig werken met de smartclips. Ze heeft geen smartphone en is hier ook niet mee bekend. Ze zegt stellig dat ze gezien haar leeftijd geen behoefte, interesse en kennis heeft om te werken met een smartphone/tablet. De fysiotherapeuten Silke, Maaike en Lotte zien cliënten beneden in de oefenzaal van de fysiotherapie. De geriatrische revalidatie afdeling bevindt zich op de eerste verdieping. Cliënten gaan voor een half uur therapie naar beneden en komen na de therapie weer terug naar de afdeling. De fysiotherapeuten komen niet standaard op de afdeling voor therapie, alleen als het noodzakelijk is wordt dit ingepland. Silke, Maaike en Lotte benaderen familieleden als er bemerkt wordt dat de oefeningen niet lukken of moeizaam gaan zonder hulp. Zorgpersoneel op de afdeling krijgt niet te horen welke cliënten hulp nodig hebben bij het oefenen en weten niet dat hiervoor hulp gevraagd is bij familie. Marieke bemerkt dat fysiotherapeuten dit niet communiceren naar het zorgpersoneel van de afdeling. Door onwetendheid kan de zorg op de afdeling niet inspelen op de hulpvraag van de cliënt.
Silke, Maaike en Lotte zeggen beslist dat de smartclip niks extra’s toevoegt aan de behandeling. Dit omdat de huidige oefeningen hetzelfde zijn als de oefeningen van de smartclips. Tijdens de therapie zien Silke, Maaike en Lotte niet aan de cliënten dat ze het leuk vinden om met de smartclips te oefenen. De fysiotherapeuten zijn bezorgd of de veiligheid van cliënten gewaarborgd wordt tijdens het gebruik van de smartclips. Silke, Maaike en Lotte bemerken dat ze tijdens de therapie niet continu op de tablet kunnen kijken. Ze zijn tijdens de therapie gefocust op het bieden van fysieke begeleiding, hulp en ondersteuning bij de oefeningen. Resultaten van de oefeningen worden niet opgeslagen, dit houdt in dat de fysiotherapeuten de cliënt zelfstandig moet laten oefenen. Silke, Maaike en Lotte vinden het moeilijk om dit los te laten omdat ze de veiligheid van de cliënten vooropstellen, ze zijn angstig dat er iets gebeurt met de cliënt.
Tijdens oefenmomenten met de smartclips op de afdeling is de veiligheid van Truus en Francien gewaarborgd. Beide hebben aangegeven welke oefeningen ze mogen uitvoeren van de fysiotherapeuten om te voorkomen dat ze verkeerde oefeningen gaan doen waardoor de revalidatie belemmerd. De oefeningen in groepsverband hebben plaats gevonden onder begeleiding van Marieke en Sam fysiotherapeut i.o. Truus en Francien zijn door Marieke en Sam ondersteunt en begeleidt bij het oefenen zodat beide op een veilige manier kunnen oefenen. Francien doet zelfstandig op haar kamer oefeningen die ze vanuit de fysiotherapeut mag uitvoeren.
Francien heeft verschillende ervaringen met de smartclips t.a.v. de revalidatie. Francien kijkt bedenkelijk als haar gevraagd wordt om zelfstandig te oefenen. Ze zegt niet te weten hoe ze haar smartclips zelf moet instellen. Aangemoedigd probeert ze het toch. De frustratie als het niet lukt is duidelijk zichtbaar. Ze verzucht dat ze zelf moeilijk overweg kan met de app. Ze denkt aan al die stappen die Marieke haar heeft uitgelegd. Ze hoopt dat het haar de volgende keer wel lukt om die stappen te onthouden die ze in de app moet doorlopen. Ze neemt zich voor dit morgen aan Marieke te vragen. De volgende dag ziet ze Marieke en vraagt haar om hulp. Samen schrijven ze de volgorde van de stappen op. Een paar dagen later als Marieke vraagt naar het oefenen zegt Francien opgelucht en blij dat het opschrijven heeft geholpen. De goede hulp en uitleg hebben haar geholpen. Francien geeft aan dat de smartclip makkelijk te bevestigen is aan bijvoorbeeld een stoelpoot. Volgens haar ging het bevestigen van de smartclips steeds gemakkelijker naarmate ze meer oefent, met name in het begin vond ze dit moeilijk.
Francien vertelt met trots dat ze in groepsverband meer vertrouwen voelt dat het gebruik van de smartclips goed gaat en dat het lukt om ermee te oefenen. Ze geeft een opluchtende zucht als ze zegt dat bij het oefenen onder begeleiding de app wordt ingesteld, dat er aanwijzingen worden gegeven en dat ze om hulp kan vragen. Enthousiast vertelt ze over de smartclips waarmee ze onder begeleiding door een stagiaire op haar eigen afdeling langer kan oefenen. Het stimuleert haar om de oefening goed te doen en om de oefening echt te maken en om langer door te oefenen. Met een geruststellende blik geeft Francien aan dat ze door de voorbeelden in de app weet dat ze de oefening goed uitvoert. Tijdens het oefenen in de groep ontstaat er bij haar een wedstrijdgevoel, ze wordt fanatiek en ze wil graag de snelste zijn van de groep. Truus vindt het zichtbaar leuk om met smartclips te oefenen, vooral omdat het op tijd gaat, ze doet enthousiast mee, kijkt vrolijk en lacht. Daarnaast vindt ze het leuk om verschillende oefeningen te doen met de smartclips, dit is helpend voor haar om te oefenen. Het alleen oefenen op de kamer vindt ze niet zo leuk hierbij kijkt Truus ook niet zo vrolijk. Het oefenen met smartclips verhoogt haar motivatie, ze oefent er graag mee en gaat enthousiast aan de slag. Met name in groepsverband is ze gemotiveerd om mee te doen. Truus wordt niet extra gemotiveerd om de tijd te verbeteren maar wil wel op tijd zijn. Ze krijgt geen wedstrijd gevoel bij het oefenen in de groep. Marieke ziet dat Truus en Francien in het begin verbaast kijken naar de smartclips, ze weten niet wat ze moeten verwachten en hebben een afwachtende houding. Twee andere cliënten die zich op hun kamer bevinden worden door Marieke gevraagd om aan te sluiten. Ook deze cliënten nemen een afwachtende houding aan en laten op hen afkomen wat er gaat gebeuren. Marieke geeft uitleg, Truus, Francien en andere cliënten beginnen met de oefeningen. Marieke ziet zichtbaar aan Truus en Francien dat ze het steeds leuker vinden en plezier hebben, de ogen beginnen te twinkelen en ze lachen. Regelmatig komen andere cliënten voorbij die nieuwsgierig zijn naar wat er gebeurd. Ze kijken het even af, vragen wat het is en willen graag meedoen. De aanhakende cliënten hebben plezier, mensen lachen en maken contact met elkaar. Iedereen staat ervoor open om de oefeningen te doen. De cliënten zo ook Truus en Francien moedigen elkaar aan en helpen elkaar tijdens het oefenen, dit stimuleert dat alle cliënten extra inzet tonen en hun best doen. Na afloop vragen Truus, Francien en de andere cliënten wanneer we weer gaan oefenen. De aanhakende cliënten geven aan dat ze graag weer gevraagd worden voor een volgende keer, ze vinden het gezellig. Marieke hoort op de afdeling dat cliënten het hebben over smartclips, ze zijn enthousiast en kunnen niet wachten om er weer mee te oefenen.
Gedurende de revalidatie krijgt Truus last van complicaties na de operatie en mag ze van de arts haar geopereerde kant niet meer belasten. Ondanks de complicatie onderneemt ze nu toch initiatief om te gaan oefenen. Ze oefent vanuit haar stoel met haar goede been ook zonder het gebruik van de smartclips. Truus geeft zuchtend aan dat ze zich verveelt en dat ze daardoor gaat oefenen. Ze neemt initiatief om te denken in mogelijkheden die ze nu heeft in de dingen die ze nog wel kan.
Het oefenen in groepsverband wordt door beide als fijn, leuk en plezierig ervaren. Ze geven aan dat het grappig is om de smartclips te gebruiken vanwege de lampjes. Het uitvoeren van de oefeningen gaat goed. Het is leuker om te oefenen met de smartclips dan alleen op de kamer. Door het oefenen in groepsverband komt er erkenning dat ook andere cliënten moeite hebben met de oefeningen.
Francien vertelt lachend en opgelucht je ziet ook andere mensen een beetje stunten, dan heb ik echt het gevoel van ach ik heb het niet alleen. Beide ervaren dat het oefenen in groepsverband uitnodigt om de oefening nogmaals uit te voeren en om de tijd te verbeteren. Het is leuk dat je contact hebt met andere cliënten en dat je bezig bent.
Na verloop van tijd merken beide dames dat hun motivatie om te oefenen wordt versterkt omdat er vooruitgang zichtbaar is. Ze merken dat het oefenen makkelijker wordt waardoor ze de oefeningen ook vaker uitvoeren. Truus en Francien zijn beide actief bezig met het revalidatieproces. Er is een positief effect zichtbaar op de zelfredzaamheid en de eigen regie. Vanwege de complicatie en het niet mogen belasten is het bij Truus onbekend wat de smartclips hebben betekend voor haar zelfredzaamheid. Francien zegt stellig dat ze door het oefenen met smartclips zelfstandiger is geworden. Ze vertelt vrolijk aan Marieke dat ze zelf kon bepalen wanneer ze de smartclips gebruikte, volgens haar is dat een voordeel ze voelde een bepaalde vrijheid. Francien kan zelf kiezen wanneer ze ging oefenen, ze kan zelf prioriteiten stellen en het oefenen met de smartclips kan daarna gemakkelijk worden opgepakt. Truus kon zelf aangeven wanneer ze wilde oefenen met de smartclips. Ze zei vooraf vastberaden ik wil wel meedoen maar niet als ik daarvoor bezoek moet afzeggen. Truus en Francien vinden het prettig dat het resultaat van de oefening zichtbaar is, hierdoor kunnen ze zelf inschatten of de oefeningen goed gaan. Truus en Francien staan ervoor open om meer hulp en begeleiding te krijgen van zorgprofessionals bij het zelfstandig oefenen. Bij het oefenen van de standaard oefeningen van de fysiotherapeut is er geen bevestiging of de oefeningen goed worden uitgevoerd aldus Francien.
Terugkijkend op hun ervaringen merken Francien en Truus op dat ze aan het begin van de revalidatie toch maar weinig konden. Francien herinnert zich hoe angstig ze was dat ze niet alles meer zou kunnen doen na de revalidatie als dat ze voorheen kon. Francien kijkt terug op de angst die ze had om te vallen met de rollator. Ze concludeert dat haar zelfvertrouwen verminderd was. Gedurende de revalidatie is er gewerkt aan het zelfvertrouwen. Door het oefenen met smartclips heeft Francien vertrouwen gecreëerd in haar eigen kunnen. Ze ziet in dat haar zelfvertrouwen is verbeterd en dat ze veilig handelt met de rollator. Lichamelijk bemerkt ze dat ze aan het aansterken is. Truus is momenteel angstig en maakt zich zorgen dat ze vanwege de complicatie niet meer terug naar huis kan.
Francien bemerkt dat de smartclips het therapeutisch klimaat op de afdeling kan gaan verbeteren. Ze geeft aan dat de omgeving belangrijk is op het oefengedrag. Volgens haar nodigen de smartclips uit om te gaan oefenen. Francien: “de smartclips zijn in de toekomst heel fijn en dragen bij aan de genezing”.
Marieke komt tot de conclusie dat er een verschil zichtbaar is tussen de ervaring van de verschillende deelnemers. Daar waar deelnemende cliënten enthousiast zijn en positief tegen de smartclips aankijken, zijn de fysiotherapeuten kritisch. Aannemelijk is dat de visie van het zorgpersoneel en de fysiotherapeuten niet op 1 lijnt ligt over de eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt. Daar de zorg de cliënten meer inspraak en eigen regie wil geven over de revalidatie, wat de cliënt zelf belangrijk vindt en wil bereiken. Vinden de fysiotherapeuten het lastig om hun bezorgdheid los te laten. Het aanbieden van groepstherapie kan voor de fysiotherapeuten helpend zijn om de werkdruk te verlagen. De afdeling staat positief in het opstarten van groepstherapie op de afdeling. Zorgpersoneel op de afdeling vindt het belangrijk dat cliënten bezig zijn op de afdeling, het therapeutisch klimaat wordt dan ook op de afdeling zicht en voelbaar. Het inzetten van groepstherapie kan voor alle partijen helpend zijn om de revalidatie voor de cliënt leuker en gemakkelijker te laten verlopen.

*Wegens privacy redenen zijn alle namen in dit stuk fictief.