Sprint naar content

Narratief medicijndispenser 9

Roel Eberson, Archipel Zorggroep, 2022


Onderzoeksvraag

Wat is er nodig om de elektronische medicatiedispenser in te zetten binnen de revalidatiezorg van Dommelhoef en hoe wordt deze gebruikt en ervaren door de belanghebbenden in relatie tot eigen regie en voorbereiding op ontslag?

In Dommelhoef Archipel Zorggroep wordt in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) al langer gedacht om cliënten te leren omgaan met een automatische medicatiedispenser. Zo’n elektronisch apparaat geeft op het juiste tijdstip een geluidssignaal en presenteert dan de juiste medicatie. Het wordt tot nu toe vooral gebruikt in de thuissituatie om mensen die wat vergeetachtiger worden te helpen bij zelfstandige medicatie-inname. Als bij de medicatie-inname iets misgaat krijgt de thuiszorg daar een melding van. Dit stimuleert de eigen regie en de thuiszorg heeft minder zorgmomenten. Uit onderzoek is gebleken dat een zo vroeg mogelijke implementatie, grote impact heeft op een succesvolle implementatie van zorgtechnologie. Hoe mooi zou het zijn om de dispenser al in de GRZ te gebruiken en misschien kan daardoor de ligduur ook korter? Nu is het eindelijk zover; er gaat een pilot gestart worden.

Student Roel is benieuwd naar hoe alle betrokkenen de dispenser gaan gebruiken en ervaren. Hij wil dat onderzoeken tijdens zijn stage en besluit aanjager te worden van deze pilot. Allereerst gaat Roel na welke medewerkers in Dommelhoef een rol gaan hebben in de pilot met de dispenser. Hij doet dit in overleg met de zorgmanager en netwerkverpleegkundige en vervolgens onder andere met Mark, hij is sinds twee jaar programmacoördinator innovatie; Tessa, sinds acht jaar ergotherapeut; Jeannette, alweer 15 jaar verzorgende IG, en Anouk, nu een jaar mbo-verpleegkundige. Roel organiseert vervolgens een aantal bredere overleggen waarin een rol- en taakverdeling afgesproken wordt. Ergotherapie is verantwoordelijk voor de aanvraag, implementatie en mutaties rondom de dispenser en heeft een signalerende en evaluerende rol. Verpleging & Verzorging (V&V) is verantwoordelijk voor het aanleren en gebruik door de client en heeft een coachende rol. De arts indiceert de dispenser en vermeldt het gebruik ervan in de recepten richting de apotheek. De dispenser zal ook als doel in het behandelplan komen en in het afstemmingsoverleg (multidisciplinair overleg) besproken worden. Mark en zijn collega vanuit team innovatie zijn verantwoordelijk voor het groter onderzoek en Roel voor zijn eigen afstudeeronderzoek.

Gaandeweg komen de betrokkenen erachter dat het inzetten van de dispenser niet gaat lukken in de onderzoeksperiode van Roel omdat er nog te veel hick-ups zijn waar vervolggesprekken voor gepland moeten worden. In het thema ‘uitdagingen’ wordt hierop teruggekomen. Roel heeft daarom in overleg een alternatieve constructie verzonnen waarin hij toch een pilot van de dispenser in de GRZ kan doen. Eén van de cliënten op afdeling Revalidatie 1, mevrouw Peulen, had namelijk thuis al een dispenser in gebruik, terwijl ze in de GRZ de medicatie aangereikt krijgt door medewerkers. Ze is 90 jaar oud en woont samen met haar zoon Roland. In februari 2022 spreekt Roel met mevrouw Peulen en haar zoon af dat de dispenser naar de afdeling gehaald wordt. Omdat de voorlopige ontslagdatum al over een week is en de apotheek van Dommelhoef, het medicatiesysteem en de voorverpakker nog niet ‘dispenserproof’ zijn, kan haar dispenser in Dommelhoef niet tijdig gevuld worden met de juiste Baxter-zakjes. Roel heeft daarom de dispenser zo afgesteld dat deze alleen een alarm geeft op de juiste tijden en de medicatie van die dag naast de dispenser in bakjes klaarligt voor mevrouw om te pakken. Daarnaast moeten direct betrokken medewerkers nog leren werken met de dispenser en de alternatieve constructie. Roel oefent daarom met ergotherapeut Tessa, ervaren verzorgende IG Jeannette en recent afgestudeerde mbo-verpleegkundige Anouk hoe de dispenser wordt gebruikt.

Ondertussen vertellen mevrouw Peulen en Roland over hoe het thuis ging met het dispensergebruik door mevrouw en haar omgeving. Mevrouw kreeg tweemaal daags thuiszorg en neemt tweemaal daags medicatie. Mevrouw bleef graag in bed liggen, zij drukte dan wel op de ‘Oké’ knop als het dispensersignaal afging, maar wachtte soms met het innemen van de medicatie, wat er met regelmaat toe leidde dat de thuiszorg toch de medicatie aan het geven was. Toch zegt mevrouw: “Het is een handig ding, zou ik niet willen missen”, maar kan niet toelichten waarom zij dit vindt. Voor Roland geeft de dispenser een stukje meer veiligheid, zekerheid en structuur. Een aantal jaar terug is de thuiszorg gestart met de dispenser en dit is een nieuwe structuur geworden voor mevrouw en haar zoon. Roland is veel weg voor werk en de thuiszorg komt onregelmatig, waarmee je dus bijna zeker weet dat mevrouw toch de juiste medicatie op het juiste tijdstip krijgt. Het is volgens Roland ook een dermate makkelijk apparaat in gebruik, dat het opnieuw inzetten ervan op de revalidatie geen voordelen heeft: “Ja, je kunt zeggen je leert ervan. Maar ja, je hoeft niet veel meer te doen dan op dat ding te duwen hè”. Roland benoemt hierbij ook dat het geen nadelen heeft om de dispenser hier opnieuw te gebruiken. Voor mevrouw geeft het geen extra zelfvertrouwen om naar huis te gaan met de dispenser, wel geeft het extra veiligheid, structuur, eigen regie en wordt de zoon ontlast. Aldus Roland: “Dan blijf ze zelf ook wat alerter hè. Dan heeft ze ook meer dat ze dan zelf meer na moet denken, vind ik ook eigenlijk. Anders wordt er echt alles voor haar geregeld hè”.

De eerste dag oefent Roel een aantal keer met mevrouw. Het lijkt goed te gaan en mevrouw gaat het vanaf nu zelfstandig proberen. Op de afdeling merkt V&V dat het belangrijk is om een nachtlampje aan te maken zodat mevrouw ziet wat zij doet en niets laat vallen, de dispenser dicht bij het bed staat zodat zij er makkelijk bij kan en er een glaasje water klaarstaat. Mevrouw zelf merkt verschil in gebruik thuis en in Dommelhoef; de alternatieve constructie is moeilijker in gebruik. “Als die afgaat en als dat thuis is dan duw ik op dat knopje en dan komen de pillen eruit en dat is veel makkelijker”. Dan weet mevrouw zeker dat zij de juiste medicatie inneemt. Nu moet zij eerst nog in het juiste bakje de medicatie pakken. Wat op de afdeling wel terugkomt is inderdaad dat mevrouw dan met de medicatie in haar handen op bed zit en wacht op V&V met innemen. Aldus Tessa over de alternatieve constructie: “nu hebben we eigenlijk een alternatieve route erbij en dat maakt het even lastiger. En dat wat Roel als onderzoeker nu allemaal als voorbereiding gedaan heeft omdat we weinig tijd hadden. Het is wel heel fijn, want het scheelt mij heel veel tijd. Dus het heeft heel veel voordelen. Maar het nadeel is wel dat ik er nu redelijk bleu instap”.

Ondanks de alternatieve constructie wordt langzaam duidelijk hoe de dispenser wordt ervaren door ergotherapie en V&V. Qua verwachtingen over de gebruiksstappen zegt Tessa “Uiteindelijk moet ik gewoon die stappen een keer even doorlopen om te kijken of dat ik het goed heb begrepen. Maar in principe verwacht ik dat dat wel, dat ik daar wel uit ga komen”. Tessa geeft daarnaast aan dat zij het prettig vindt als er voor de eerste keer iemand mee kijkt die weet wat te doen als zij er niet uit komt. Ditzelfde geven Jeannette en Anouk aan. Echter hebben zij meer zelfvertrouwen in het gebruik. Zo zei Jeannette: “Op voorhand maak ik me nooit zo heel veel zorgen. Ik ben redelijk ‘hold my beer’”. Ook geven alle drie aan dat zij eerst een keer de dispenser gebruikt willen hebben voordat zij deze in de praktijk gaan gebruiken, ‘training on the job’ wordt hiervoor als optie gegeven. In de voorbereidende gesprekken is afgesproken dat de aandachtsvelders medicatie en MIC/MIM hiermee beginnen. Alle drie willen geen scholing, de instructiefilmpjes met een werkinstructie is afdoende om te begrijpen hoe de dispenser werkt. Voor de kleine details zoals ‘waar knip ik het zakje in’ en ‘hoe secuur moet ik de zakjes tegen elkaar aan leggen’ kunnen zij de aandachtsvelders benaderen. Want wat zij een nadeel vinden aan de dispenser is dat deze geen directe feedback geeft als er ergens in de rol iets verkeerd geplakt is. Als het eerste zakje goed zit zie je op de display ‘laden geslaagd’, dit geldt echter alleen voor het eerste zakje. Ook denken zij dat het op de GRZ de ligduur niet gaat verkorten of de werkbelasting gaat verlagen. Daarnaast vinden zij het geen zin hebben om de dispenser aan te leren mocht deze niet mee naar huis kunnen. Ze hebben ook wat vragen die duidelijk worden als de dispenser ingezet wordt. Gaan cliënten de verschillende melodieën uit elkaar kunnen houden als er meerdere dispensers op de afdeling zijn, gaat de cliënt niet toch op V&V leunen en wachten met het innemen van de medicatie en zal de cliënt altijd op de afdeling zijn als het dispensersignaal afgaat?

De dispenser is ook positief ervaren. Zo zegt Jeannette: “Ik ben wel positief verrast over hoe compleet het apparaatje is”. Zowel Tessa, Jeannette en Anouk geven de volgende voordelen: verhoogt de veiligheid, geeft structuur, verhoogt de eigen regie en er is minder thuiszorg nodig. Allesomvattend vinden zij dat het inzetten van de dispenser maatwerk is, aldus Tessa: “Ja het is echt wel anders als dat je zegt, ik zet een paar steunkousen in”. De ene cliënt kun je sneller loslaten dan de ander, kan iemand de losse medicatie wel of niet in eigen beheer krijgen en soms kun je alle mogelijkheden uitleggen en soms moet je je beperken tot de basisfuncties afhankelijk van het cognitief niveau. Eenieder ziet kansen om de dispenser succesvol in te zetten op de afdeling met als grootste voordeel de eigen regie voor de revalidant.

Ook Mark zou de dispenser graag inzetten en onderzoeken, echter zijn er een aantal uitdagingen. Zo zegt hij: “Ik denk de belangrijkste hick-up is het leveringsprobleem waar de leverancier op dit moment mee kampt hè”. Door het wereldwijd chiptekort zij de toenemende vraag aan dispensers met moeite kunnen bijhouden. Daarom worden alleen nieuwe pilots gefaciliteerd door de leverancier als regionaal een uniform proces wordt afgesproken voor dispenserimplementatie in de GRZ. Daarnaast zijn er nog een aantal uitdagingen waar Roel tegenaan loopt. De voorverpakker kan namelijk de baxterzakjes wel aanpassen zodat de dispenser deze kan lezen. Echter is er in het medicatiesysteem van de afdeling nog geen kenmerk voor cliënten met een medicatiedispenser. Omdat de medicatie-distributie geautomatiseerd is weet de voorverpakker niet welke cliënten een dispenser gebruiken en kunnen zij de baxters dus niet aanpassen. Daarnaast duurt een revalidatietraject soms maar 2 tot 3 weken. De leverancier kan de dispenser in circa 5 werkdagen leveren en verwacht wordt dat het team ongeveer een week de tijd nodig heeft om de cliënt te leren kennen voordat de dispenser geïndiceerd kan worden. Om sneller in kaart te krijgen of iemand geschikt is voor de dispenser en om de 5 dagen levertijd te overbruggen stelt Tessa een dummy dispenser voor waarmee al geoefend kan worden. Hier is dan ook ‘training-on-the-job’ mee mogelijk. Nog een aantal uitdagingen zijn dat de dispenser nog niet wordt vergoed door zorgverzekeraars in de GRZ, dat nog niet iedere thuiszorgorganisatie in Nederland bekwaam personeel heeft in het gebruik van de dispenser en dat we nog geen zicht hebben hoe het gaat zijn om een werkende dispenser volgens het beoogde proces over te dragen aan de thuiszorg. In de regio zijn er meer organisaties met GRZ-afdelingen die de dispenser willen gaan inzetten, namelijk Oktober en Vitalis. Mark heeft contact gelegd met deze organisaties en met de leverancier van de dispenser om samen de bovenstaande uitdagingen te bespreken.

Ook zijn er nog wat onzekerheden. Mark twijfelt nog of de dispenser genoeg ingezet kan worden in de GRZ. Hoeveel genoeg is wil hij graag onderzoeken. Mark en Tessa zien namelijk nu dat niet iedereen van V&V en ergotherapie weet hoe de dispenser werkt. Als er dan een beperkt aantal cliënten baat heeft bij de dispenser en er tussenposes zijn in het gebruik ervan, zou het lang kunnen duren voordat dit hulpmiddel breed wordt gedragen in het team en iedereen op de hoogte is van de route. Daarnaast is nog niet duidelijk of het inzetten van de dispenser in de GRZ voordelen gaat hebben t.o.v. thuis. Omdat Roel in eerste instantie de kartrekker was van het project is door Tessa ook de volgende zorg uitgesproken: “ik ben wel benieuwd als Roel daar niet als poppetje zou staan, hoe dat ze het dan gaan oppakken en daar moeten we wel aandacht aan geven (…) gewoon echt zorgen dat de signalering dat dat niet verwatert, want als dat gewoon goed is dan gaat dat balletje rollen, want alles is zo goed omschreven. Dan zou iedereen het zo uit de kast moeten kunnen trekken”. Ook Mark vindt betrokkenen met commitment belangrijk, ook als Roel straks uit het project stapt. Vanuit Mark en Tessa is de behoefte uitgesproken om iemand te benoemen die projectleider wordt en de documenten actueel en vindbaar houdt en dat er een kick-off activiteit of presentatie plaatsvindt. Vanuit V&V is er behoefte om dit project warm te blijven houden en er wordt verwacht dat als er een cliënt is waarbij de dispenser wordt ingezet het balletje dan echt gaat rollen.