Leefstijlondersteuning met hulpmiddelen
Iris Boshuijzen, Zorgmed 2023
Onderzoeksvraag
Hoe kunnen zorgprofessionals binnen Zorgmed de zelfredzaamheid bij cliënten met steunkousen bevorderen met behulp van de inzet van fysieke hulpmiddelen?
Narratief
Het is 2022 en in Nederland heeft de regering een nieuw zorgakkoord gepubliceerd. Een belangrijk doel is om cliënten niet alleen zo lang mogelijk thuis te blijven maar ook meer actief aandacht te geven aan de zelfredzaamheid van thuiswonende cliënten met zorg. Om dit te realiseren wordt er steeds meer verwacht van de thuiszorg. Zo worden thuiszorgorganisaties via de Zorgverzekeringswet, gestimuleerd om bij hun cliënten bijvoorbeeld met steunkousen te onderzoeken of zij gebruik kunnen maken van hulpmiddelen ter bevordering van de zelfredzaamheid. Er is een kleine thuiszorgorganisatie in Eindhoven, Zorgmed, die hier momenteel veel aandacht aan besteedt. Zo hebben zij om hun cliënten beter te kunnen helpen een zelfredzaamheidskoffer samengesteld met verschillende steunkoushulpmiddelen die cliënten kunnen uitproberen voor het vergroten van hun zelfredzaamheid. Toch blijkt in de praktijk dat deze hulpmiddelen nog maar matig ingezet worden door de zorgprofessionals van Zorgmed. Een 4e-jaars verpleegkunde student neemt de taak op zich om te onderzoeken hoe de zorgprofessionals van thuiszorgorganisatie Zorgmed de zelfredzaamheid van cliënten met steunkousen kunnen bevorderen met de inzet van hulpmiddelen en start in februari 2023 haar onderzoek.
Half februari werd door de student de casus van dhr. van der Hof onder de loep genomen voor de mogelijkheid tot uitbreiding van zijn zelfredzaamheid. Dhr. van der Hof is en 69-jarige cliënt die al een paar maanden twee keer daags zorg ontvangt voor o.a. het aan- en uitrekken van zijn therapeutische steunkousen. Dit omdat dhr. in het verleden een ongeluk heeft gehad waardoor hij schade in zijn rug heeft opgelopen en daardoor kan hij niet ver genoeg vooroverbukken om zelfstandig zijn kousen aan en uit te trekken. Dhr. is ook gediagnostiseerd met de ziekte van Parkinson en ervaart daardoor tremoren in zijn handen. Ondanks deze lichamelijke klachten zag de student toch mogelijkheden om de zelfredzaamheid van dhr. te bevorderen en ze legde de casus voor bij het wijkteam.
Dhr. van der Hof wist niet dat deze hulpmiddelen bestonden. Dhr. is er sceptisch over. Hij kan zich niet voorstellen dat hij met zulke beperkingen ooit zelfstandig zijn steunkousen aan en uit zou krijgen. Ondanks dat ziet hij wel voordelen in zijn situatie. Dhr. vertelde dat als hij zelfstandig zijn steunkousen aan kon trekken, dan zou hij niet meer zo vroeg hoeven op te staan voor de zorg maar iedere dag lekker kunnen uitslapen. Ook wil dhr. van der Hof helpen om de zorg te ontlasten en dat draagt mede bij aan zijn besluit om het te gaan proberen. Dat het hulpmiddel vergoed zou worden door de zorgverzekeraar was doorslaggevend voor dhr. Dit moesten de zorgprofessionals vooraf eerst nog navragen, omdat deze informatie voor hen nog onbekend was. Normaliter zou de verpleegkundige de ergotherapeut raadplegen, maar de ergotherapeut van dhr. van der Hof kon pas een maand later langskomen voor een eerste afspraak. Dit vond zowel dhr. van der Hof als het wijkteam te lang duren, en werd besloten om samen alvast een start te maken.
En zo ging Verzorgende IG’er Mirthe aan de slag met het kiezen van een geschikt hulpmiddel. Ze weet dat een hulpmiddel lichamelijk veel kan vragen van een cliënt, maar Mirthe kent dhr. van der Hof goed en al is dhr. beperkt mobiel in zijn rug, hij heeft wel nog kracht in zijn handen en armen. Dan herinnert Mirthe een casus vanuit het verleden. Een cliënt met een vergelijkbare situatie als bij dhr. van der Hof. Daar maakte de cliënt gebruik van het hulpmiddel ‘Handylegs’ wat een erg positieve ervaring heeft achtergelaten. Een ‘Handylegs’ bestaat uit twee aluminium buizen en kunststof onderdelen die door middel van een scharnierende werking het makkelijker maakt om steunkousen aan en uit te trekken. Ook is de ‘Handylegs’ een groter hulpmiddel waardoor de gebruiker nauwelijks tot niet voorover hoeft te bukken. Dit kon wel eens een geschikt hulpmiddel zijn voor dhr. van der Hof, dacht Mirthe. De ‘Handylegs’ is wel een ingewikkeld hulpmiddel waardoor Mirthe verwacht dat dhr. van der Hof er in het begin wel moeite mee zal hebben. Maar ze is ervan overtuigd dat met tijd en geduld dhr. van der Hof zelfredzaam gaat worden met het aan- en uittrekken van de steunkousen.
Ondertussen werd in een ander wijk mw. Peulen benaderd. Mw. Peulen is de afgelopen weken door het wijkteam gezwachteld, in verband met sterke oedeemvorming in haar benen, maar nu zijn haar benen slank genoeg voor steunkousen. Mw. Peulen is niet staat om zelfstandig haar steunkousen aan of uit te trekken door pijnklachten in haar rug en heup ten gevolge van schade van meerdere operaties die niet naar wens zijn verlopen. Mw. Peulen had haar wens tot zelfredzaamheid uitgesproken naar het wijkteam waardoor verpleegkunde student Anita bij mw. langsging om de mogelijkheden te bespreken.
Mw. Peulen is bang dat ze door haar lichamelijke klachten niet in staat is om een steunkoushulpmiddel te gebruiken. Ze kan niet bukken of haar been optrekken, en ze maakt zich zorgen dat de lichamelijke belasting haar herstel zal belemmeren. Anita geeft toe dat dat de situatie een stuk lastiger maakt. Mw. Peulen vertelt over hoe zelfstandig en actief ze was voorafgaand aan de operaties en wilt oh zo graag weer haar zelfstandigheid terug. Ondanks dat ze erg dankbaar en tevreden is over de zorg van de afgelopen weken, kijkt ze tegen het vooruitzicht op dat ze voor onbepaalde tijd dagelijks zorg nodig gaat hebben. Dit raakt Anita. Ze wil met alle liefde mw. Peulen helpen om in ieder geval een stukje van haar zelfstandigheid terug te krijgen.
Bij het gesprek zit ook de echtgenoot van mw. Peulen. Dhr. Peulen draagt ook steunkousen en is hierin wel zelfredzaam. Dit geeft Anita een idee en ze doet het voorstel aan mw. dat haar man haar gaat helpen met het aan- en uittrekken van de kousen. Dit verrast mw. De mogelijkheid bevalt haar want dat zou er wel voor zorgen dat ze niet meer afhankelijk zou zijn van Zorgmed. Ook dhr. Peulen ziet dit als een oplossing en geeft aan dat hij graag zijn vrouw wil helpen. En zo probeerde het echtpaar, onder begeleiding van Anita, een keer om de steunkousen aan en uit te trekken. Het uittrekken was geen probleem, maar Anita zag dat het aantrekken dhr. wel wat kruim kostte. Bij de levering van de steunkousen zit standaard een hulpmiddel. Een easy-slide voetje. Dit is een voetje gemaakt van een glad materiaal wat het makkelijker maakt om de kous over de hak te schuiven. Anita stelde voor om het nog een keer te proberen, alleen dan met het voetje. Dhr. Peulen wist hiermee de kous zonder al te veel moeite over de hak te krijgen waarna hij de kous optrok totdat zijn vrouw erbij kon die het vervolgens overpakte en de kous helemaal omhoogtrok. Anita zag een glinstering in de ogen van mw. Peulen nadat haar man haar omhelsde. Mw. was opgelucht dat het was gelukt en sprak met Anita af dat ze het de komende dagen met zijn tweeën wilden proberen.
Na een paar dagen ging Anita terug naar het echtpaar. Mw. Peulen vertelde enthousiast dat het aan- en uitrekken van de kousen zonder problemen was verlopen. Samen krijgen ze het voor elkaar en mw. geeft aan dat ze geen ondersteuning van Zorgmed nodig heeft. Dhr. en mw. Peulen vertelden ook dat ze het erg prettig vonden dat Anita een aparte afspraak had gemaakt in plaats van het gesprek te combineren met een zorgmoment. Dit gaf het echtpaar meer rust en zo hadden ze er meer aandacht voor. Anita controleert bij het echtpaar of deze oplossing aan hun verwachtingen voldoet. Mw. Peulen vindt dat voor nu dit de beste oplossing is. Misschien wil ze in een later stadium volledig zelfredzaam worden maar dan zal ze weer contact zoeken met Zorgmed. Anita wenste het echtpaar geluk en succes toe, en ging met een voldaan gevoel weg.
Het is maart en dhr. van der Hof is al een paar weken aan het oefenen met de ‘Handylegs’. Dhr. is gemotiveerd om te leren en oefent daardoor dagelijks met het hulpmiddel. Hij vertelt dat de ‘Handylegs’ soms nog best lastig is om te gebruiken. Vooral met het goed positioneren van de hak heeft hij moeite, maar hij merkt zelf dat hij er al handiger in wordt. Vooral de kousen uittrekken gaat heel goed, vertelt hij enthousiast. Zo goed, dat hij het al bijna helemaal zelf kan. Het aantrekken van de kousen gaat moeilijker, maar dat vindt hij logisch. Dhr. vertelt dat het in het begin altijd een beetje aanrommelen is, maar aldoende leert men. Dhr. van der Hof is ook erg tevreden over de begeleiding en ondersteuning van Zorgmed. Hij vertelt dat niet iedereen in het begin wist hoe ze het hulpmiddel moesten gebruiken en dat soms iemand nog wel eens een foutje maakt. Hij vertelt dat collega’s veel gebruik maakte van filmpjes op het internet. Dit stoort hem totaal niet en hij moet er soms zelfs om lachen. Nu gebeurt dat een stuk minder doordat hij zelf handiger wordt met het hulpmiddel. ‘’Een steuntje in de rug, meer kunnen jullie niet doen’’ zegt hij. Ook wijkverpleegkundige Sonja is erg tevreden over de vooruitgang van dhr. Er is echt een stijgende lijn te zien in het gebruik van het hulpmiddel, maar ook in de houding van dhr. Mirthe ziet ook een positievere houding bij dhr. in vergelijking met het begin. Dhr. liet zich toen nog erg tegenhouden door de gedachte dat hij door zijn lichamelijke beperkingen niet in staat was om het hulpmiddel te gebruiken. Nu ziet hij ook verbetering en dat motiveert hem. Sonja vertelt dat ze soms niet genoeg tijd heeft om dhr. goed te kunnen begeleiden. Hiervoor zou de zorgindicatie omhoog gezet moeten worden. Ook mist ze af en toe de rapportages van haar collega’s waardoor ze niet altijd op de hoogte is van de gemaakte vooruitgang. Wel merkt Sonja dat ze dhr. steeds minder ondersteuning hoeft te bieden. We zijn er nog niet, maar het ziet er belovend uit.
Het is tijd om het te hebben over mw. van Dijk, want niet iedereen is blij met de aanpak van Zorgmed. Mw. van Dijk is een cliënt die ondanks haar hoge leeftijd nog best actief is. Wel ontvangt ze twee keer per dag zorg voor hulp bij haar steunkousen. Toen mw. van Dijk werd benaderd gaf ze aan dat ze geen interesse had om een steunkoushulpmiddel uit te proberen. Anita ging langs voor een gesprek. Mw. vertelt dat ze al eerder door het wijkteam was benaderd voor het uitproberen van hulpmiddelen. Mw. vertelt dat ze in het begin erg hoopvol was, maar dat het haar al snel duidelijk werd dat zij lichamelijk niet meer in staat is om een hulpmiddel te gebruiken. Dit komt vooral door pijnlijke reuma in haar handen waar ze ook geen goed gevoel meer in heeft. Mw. vertelt aan Anita dat ze dit meerdere malen heeft aangegeven aan het wijkteam, maar dat er toch tegen haar zin in hulpmiddelen werden ingezet die zij moest uitproberen. Er komt veel frustratie vrij terwijl mw. van Dijk vertelde. Ze voelde zich gedwongen en niet gehoord, en er werd te veel en te lang aangedrongen om te blijven proberen. Uiteindelijk werd er ingezien dat het niet ging lukken en werden de hulpmiddelen weggelegd. Anita schrikt van dit verhaal en begrijpt volledig waar de frustratie vandaan komt. Ze kan zich niet voorstellen waarom dit tot zo ver heeft moeten komen. Mw. van Dijk benadrukt dat ze enorm tevreden is met de zorg die ze krijgt, maar met betrekking tot haar steunkousen vindt ze het zo wel prima. Mw. zegt dat op haar leeftijd ze erg blij is met de dingen die ze nog kan, maar ze hoeft er geen poespas meer bij.
Ondertussen vliegen de dagen van maart voorbij en dhr. van der Hof is met de ‘Handylegs’ zelfredzaam in het aan- én uittrekken van zijn steunkousen. Maar wijkverpleegkundige Sonja twijfelt aan de therapietrouwheid van dhr. Dhr. van der Hof laat namelijk wel vaker zorg mijdend gedrag zien. Dhr. trekt nu zijn steunkousen aan en uit wanneer er geen zorg aanwezig is. Het is dus niet te controleren of hij daadwerkelijk zijn kousen draagt, maar Sonja zegt dat dit nu zijn eigen verantwoordelijkheid is. Dhr. van der Hof heeft de ‘Handylegs’ uit de zelfredzaamheidskoffer in bruikleen en zal een eigen hulpmiddel gaan moeten regelen voor permanent gebruik. Sonja gaat hierover met dhr. in gesprek. In verband met de benodigde indicatiestelling moet dhr. het hulpmiddel aanvragen via zijn ergotherapeut. Dhr. spreekt af dat hij de ergotherapeut deze week gaat bellen en zo snel mogelijk een afspraak in gaat plannen.
Het is midden april, en dhr. van der Hof heeft nog steeds geen eigen hulpmiddel. De ‘Handylegs’ die dhr. in bruikleen had is teruggehaald naar kantoor zodat ook andere cliënten er gebruik van kunnen maken, maar daardoor krijgt dhr. weer twee keer per dag zorg over de vloer om de steunkousen aan- en uit te trekken. Iedereen is aan het wachten op de levering van het hulpmiddel en Sonja is niet tevreden met hoe het de afgelopen maand is verlopen. Ondanks de gemaakte afspraak heeft dhr. van der Hof geen actie ondernomen en ging er dus veel tijd overheen voordat er een afspraak met de ergotherapeut gemaakt werd. Sonja is hierover erg geïrriteerd. Want naast dat dhr. de afspraken niet nakwam, was de ergotherapeut moeilijk te bereiken en ze vond het schandalig lang duren voordat de ergotherapeut langs kwam. Volgens Sonja hadden ze veel eerder moeten ingrijpen toen bleek dat dhr. niet in staat was om dit zelf te regelen. In haar frustratie over het langdurige traject vraagt Sonja zich ook af waarom zij zo afhankelijk zijn van een ergotherapeut. Volgens Sonja kan de zorg ook prima de hulpmiddelen indiceren en aanvragen. Door het langdurige traject is het heel demotiverend om het traject bij een andere cliënt op te starten, ondanks dat ze heel graag wilt helpen om cliënten meer zelfredzaam te maken.
Eind april heeft dhr. van der Hof dan eindelijk zijn hulpmiddel binnen. Hij had even weer een opfriscursus nodig van de zorg, maar dhr. is nu zelfredzaam en ontvangt hiervoor geen zorg meer. Mirthe, Anita en Sonja hebben afgelopen periode als zeer leerzaam ervaren. Het is even wennen aan de hulpmiddelen, maar ze zijn positief over de nieuwe taken die daarbij horen. Ook dhr. van der Hof vertelt zeer tevreden te zijn met de ondersteuning die hij heeft ontvangen van Zorgmed en heeft hierop niets aan te merken. Wel vond hij het erg vervelend dat het zo lang duurde voordat het hulpmiddel bij hem was, maar nu kan hij lekker zelf aan de slag.
Aan het einde van haar onderzoeksperiode heeft de student contact gezocht met verschillende ergotherapeuten. De ergotherapeuten waren erg moeilijk te bereiken door de drukte en daardoor had geen van hen tijd om met de student in gesprek te gaan. Uiteindelijk heeft de student een ergotherapeut gevonden die wel tijd wilde maken voor een interview. Uit haar ervaringen vertelt de ergotherapeut dat cliënten motiveren één van de belangrijkste maar ook gelijk één van de moeilijkste stappen is. De zorgprofessionals moeten kritisch naar de situatie kijken omdat niet iedere cliënt eerlijk is over hun eigen kunnen. Zo komt het voor dat cliënten niet zelfredzaam wíllen worden, terwijl ze dit wel zouden kunnen. De student vertelt over de samenwerking met de ergotherapeut in de casus van dhr. van der Hof en dat dit als erg moeizaam werd ervaren. De ergotherapeut erkende de lange wachttijden en hoe lastig het dat maakt voor de thuiszorg om een ergotherapeut in te schakelen. Ze vertelt dat ze wel blij is dat de thuiszorg meer betrokken raakt bij het inzetten van hulpmiddelen. Cliënten accepteren over het algemeen meer van de zorg omdat zij al bekend zijn bij de cliënt. Ook is het bevorderend voor het proces van de cliënt dat de thuiszorg dagelijks met hen kan oefenen. De ergotherapeut vindt dat er op deze manier een schakel weg wordt gehaald waardoor het proces fijner verloopt voor de cliënt. Wel benadrukt de ergotherapeut dat de overlap in takenpakket met de thuiszorg alleen kan werken als de zorg bekwaam is in de inzet en omgang van de hulpmiddelen.
De onderzoeksperiode van de student zit erop en het is tijd om terug te kijken naar de ervaringen van de cliënten en de zorgprofessionals. Zo is de student erachter gekomen dat de benadering- en werkwijze niet vast valt te leggen. Iedere cliënt is anders en wordt gemotiveerd door andere redenen waardoor de zorgprofessionals van Zorgmed ondersteuning en begeleiding op maat moeten leveren. De student heeft wel gemerkt dat de eerste benadering naar een cliënt de koers kan bepalen voor het gehele traject. Het vergroten van de zelfredzaamheid zal altijd in samenspraak met de cliënt moeten om een herhaling van de situatie van mw. van Dijk te vermijden. Ook is gebleken dat een soepele doorstroom van het traject, waarbij er geen onnodig tijd verloren gaat, bevorderend werkt voor zowel de motivatie van de zorg, als voor de zelfredzaamheid van de cliënt en om dit te bereiken zal het proces echt praktischer moeten.
Om dit te realiseren vormt de student als afsluiting van haar onderzoek adviezen rondom de resultaten en ervaringen om iedereen bij Zorgmed te helpen om met steunkoushulpmiddelen de zelfredzaamheid van cliënten te kunnen bevorderen.