STARR: Doorvragen voor inzicht
Samen met de leerling oplossingen bedenken voor storend gedrag, op basis van inzicht in de oorzaak door doorvragen.
Kern:
Een leerling maakt steeds geluiden en wil daar niet mee stoppen, ondanks een verzoek van de juf en medeleerlingen. De juf gaat met hem in gesprek en komt via een omweg op de reden voor zijn gedrag. Ze ontdekken samen dat hij eerder boos was en dat hij dit, zonder zich hiervan bewust te zijn, uit door geluiden te maken. De juf geeft spreekt af hem een stressbal te geven als hij weer geluiden maakt.
Situatie
Leerling B maakt geluiden tijdens het stilwerken tijdens taal en is daarmee storend voor de groep. Ik spreek hem aan op zijn gedrag, door te vragen of hij daarmee op wil houden. Als ik naar hem kijk, kijkt hij naar me terug en gaat door met het maken van de geluiden. De andere kinderen uit de groep reageren erop, vragen ook aan hem te stoppen. Ik ga nog een keer naar hem toe om te vragen of hij wil stoppen. Hij gaat nog steeds door.
Taak
Als leerkracht heb ik de taak om de kinderen een gestructureerde, rustige omgeving te bieden zodat ze zelfstandig kunnen werken. Aan de andere kant leg ik mezelf de taak op om erachter te komen wat maakt dat B dit gedrag laat zien. Ik wil weten wat er achter dit gedrag schuilt. Ik wil ook bereiken dat hij weer rustig aan de gang gaat en dat hij mij en andere kinderen niet stoort.
Actie
Omdat het voorval tijdens het stilwerken is, is het mogelijk om B mee te nemen naar de gang. Ik begin met hem te praten over Euro Disney, waar hij pas met opa en oma naar toe is geweest. Als hij zich ontspant, is dat het moment om over zijn gedrag te beginnen. Ik benoem wat ik waargenomen heb. Hij erkent het door te knikken, maar zegt nog niks. Ik vraag hem waarom dit gebeurt. Hij zegt dit niet te weten. Ik ga terug in de dag. Wat is er allemaal gebeurd? Hij vertelt dat hij boos is geworden, omdat hij niet op de IPad mocht. Ik laat hem vertellen wat er gebeurde. Hij geeft aan dat hij niet bewust de geluiden maakt, hij heeft het zelf niet zo in de gaten. Ik vraag of hij hier wat mee wil doen. Dat wil hij graag. We spreken het volgende af: op het moment dat hij weer geluiden maakt, geef ik hem een stressbal. Dat is voor hem een signaal dat hij geluiden maakt en daarmee moet stoppen.
Resultaat
We sluiten het gesprek positief af. B glimlacht. De volgende dag hebben we een vergelijkbare situatie. Ik geef hem de stressbal. Hij stopt met geluiden maken. Later ga ik met hem in gesprek en hij vertelt waarom hij deze keer boos was. Daarna is het niet meer voorgekomen.
Reflectie
Ik ben er van overtuigd dat het niet goed is om kinderen aan te spreken in een volle groep. Dat is niet altijd te vermijden, maar gelukkig had ik nu de gelegenheid hem apart te spreken. Gelijk beginnen over wat me stoorde is niet handig bij hem, omdat hij dan dichtklapt. Ik heb daarom eerst een ander onderwerp aangesneden, dat hij leuk vindt. Ik merk dat je soms, als je voor de groep staat, snel moet handelen. Voordat ik bedacht dit te gaan doen, ratelt het wel heel erg in mijn hoofd. Wat moet ik doen? Ik wil niet boos worden, ik wil mijn geduld niet verliezen. Door in gesprek te gaan met B en hem te laten vertellen wat hem bezig houdt, voelt hij zich serieus genomen. Ik geef hem een mogelijkheid om zijn gedrag aan te passen, terwijl ik hem in zijn waarde laat. Dit heeft erg goed geholpen.