In het programma van eisen voor de nieuwbouw is de ambitie uitgesproken om meer interdisciplinair te gaan samenwerken. De generieke onderwijsgebouwen moeten dat gaan faciliteren. Maar hoe zorg je er nu precies voor dat niet iedereen in dezelfde patronen vervalt en zich terugtrekt in een eigen stukje gebouw? De werkgroep verbinding houdt zich bezig met deze vraag.

“Het sluit eigenlijk heel goed aan bij Fontys for Society en de vraag vanuit de praktijk, om multidisciplinair te gaan samenwerken,” vertelt Annemarie van den Broek, docent bij FHKE. “De tijden veranderen en het onderwijs moet daarom mee veranderen. Onze vraagstukken zijn niet meer monodisciplinair op te lossen. De verhuizing is een mooi moment om aan te grijpen en aan de slag te gaan met samenwerken en verbinden.”

Eerste sessie in de lijn Ambassadeurs

Hoe gaat dat precies in zijn werk? Daar is lang over nagedacht, hoe bereik je namelijk iets? Door te beginnen bij de inhoud. “Het werkt niet om mensen maar bij elkaar te zetten en te zeggen ‘maak eens gezellig een praatje’,” legt Cara Rutten, docent bij FHMG, uit. “Dan heeft het geen betekenis. Terwijl als je mensen bij elkaar brengt en over de inhoud laat praten, dan geef je er betekenis aan en vergroot je de kans op een gevolg.” De werkgroep heeft vier lijnen opgesteld waarin de verbinding gelegd is en gaat worden, namelijk: Ambassadeurs, Minoren, Explorelab en BKO/BKE. Voor de eerstgenoemde heeft een eerste bijeenkomst al plaatsgevonden. Daar kwam een concreet voorbeeld naar voren waaruit eens te meer blijkt dat het belangrijk is om mensen met elkaar te verbinden. Cara: “Het gebeurt gewoon dat mensen niet weten waar de ander mee bezig is, waardoor het ene instituut denkt dat zij met heel andere dingen bezig zijn dan een ander instituut. Totdat mensen beginnen te vertellen. Zo wordt in het ene instituut gewerkt met programmatisch toetsen terwijl in een tweede instituut juist gewerkt wordt met assessment as learning. En in de praktijk? Blijken die twee bijna geheel hetzelfde te zijn. Dan denk je elkaar niet te vinden omdat je andere terminologie gebruikt, terwijl je eigenlijk helemaal niet zo’n verschillende dingen aan het doen bent.”

De werkgroep bestaat uit docenten van de vijf verhuizende instituten. Die allemaal dichtbij de student zitten en dezelfde belangen delen. “Waarom het zo goed werkt, is omdat wij niet alleen onze achterban vertegenwoordigen. Wij zíjn de achterban en wij zetten de achterban in,” aldus Marlinde Melissen, docent bij FHP. Samen met Teun Heister (FPH) en Viola van den Berk

(FHSS) maakt zij de groep van vijf compleet. “Het is niet zo dat wij bedenken hoe er verbonden gaat worden. Wij faciliteren dat op al die aspecten (eerder genoemde lijnen, red.) mensen zijn, die de verbinding gaan leggen naar gelang hun behoefte en ambities.”

Wanneer de werkgroep een succes is? “Wanneer we niet meer nodig zijn,” antwoorden allen in koor. “Het is niet de bedoeling dat we een levenslange werkgroep zijn. We worden met de tijd overbodig, en dat willen we ook juist. Want dan is er interdisciplinaire samenwerking.”