Sprint naar content
Project

Proeftuin didactisch EPD (dEPD)

De afgelopen jaren is er veel veranderd op het gebied van dossiervorming binnen de zorg in Nederland. Vanaf 1 juli 2020 hebben zorgvragers het wettelijk recht om elektronisch inzicht te hebben in het eigen zorgdossier, bij iedere zorgaanbieder in iedere zorgsetting. Hierdoor was het voor zorgorganisaties noodzakelijk om te investeren in een elektronisch patiënten/cliënten dossier
(EPD/ECD).

In de jaren voor 2020 waren veel zorgorganisaties al overgestapt van het traditionele papieren dossier naar een elektronisch dossier. De huidige en toekomstige verpleegkundigen zijn genoodzaakt digitaal vaardig te zijn en met het dossier digitaal vorm te kunnen geven.Het vraagt ook om bij verslaglegging rekening te houden met de lezers: de zorgvragers en andere relevante betrokkenen in de zorgrelatie. Deze veranderingen in de beroepspraktijk vragen om aanpassing in (de opzet van) het onderwijs, om studenten goed voor te bereiden op de beroepspraktijk. Middels dit project werkt Fontys aan deze verandering. Fontys staat voor het creëren van een authentieke leeromgeving voor studenten, waardoor het werken met een didactisch EPD van grote meerwaarde kan zijn.


Doel

Het doel van dit project is om te verkennen wat de meerwaarde is van het dEPD op de thema’s bruikbaarheid, persoonsgerichtheid en authenticiteit van de leeromgeving.


Aanpak

Middels een kleinschalige pilot (een proeftuin) wordt de bruikbaarheid en ervaren authenticiteit van de leeromgeving door docenten en studenten bepaald. Ook wordt geëxploreerd hoe persoonsgerichtheid (als kernwaarde) aandacht kan krijgen bij rapportage en het opstellen van het zorgplan in dit dEPD. Binnen de ‘proeftuin didactisch EPD (dEPD)’ is een projectgroep samengesteld met daarin een afvaardiging van alle relevante stakeholders binnen de opleiding.De proeftuin werd achtereenvolgens binnen twee groepen eerstejaars studenten verpleegkunde (voltijd) uitgevoerd. De studenten zijn binnen twee verschillende vakken aan de slag gegaan met de lesstof aan de hand van het dEPD. Iedere groep werkt gedurende een periode van acht weken met het dEPD en wordt vervolgens ook getoetst binnen het dEPD.

Aan het einde van de periode wordt de inzet van het dEPD geëvalueerd met de studenten. Enerzijds wordt dit gedaan aan de hand van een kwantitatief onderzoek, waarbij studenten uit de pilotgroep en een controlegroep (die geen gebruik hebben gemaakt van het dEPD) worden bevraagd en vergeleken. Anderzijds wordt gedurende de proeftuin door de docenten ervaring opgedaan en wordt op een observationele wijze onderzoek gedaan naar het gebruik van het dEPD door zowel de docent als de student.

Partners

Voor deze proeftuin werken we samen met het Consortium Beroepsonderwijs. Wil je meer informatie over het dEPD? Neem dan eens een kijkje op de website van het dEPD.

Contact


Betrokken docenten en onderzoekers:

Jelle Reijngoudt (projectleider), Ine de Brouwer, Jeroen Tops, Tanja Schoenmakers, Teatske van der Zijpp, Bianca van der Aalst, Jacandra van Megen, Wim Hoogervorst, Janne van Lieshout (student)

Foto van persoon

J.W (Jelle) Reijngoudt

Docent-onderzoeker