Strategie 2024-2029 Fontys ICT: Get connected
Fontys ICT geeft vorm aan de toekomst van het ICT-werkveld. Daarvoor leiden we op, doen we onderzoek en werken we samen met het werkveld. Het is een innoverend instituut dat eigentijds ICT-onderwijs aanbiedt en opleidt tot Associate degree, Bachelor en Master (in voltijd en deeltijd).
De toekomst van het ICT-werkgebied ontwikkelt zich razendsnel, en beïnvloedt op die manier het vakgebied zelf. We zien dat publiek-private allianties de toekomst zijn. Met ons onderzoek houden we het onderwijs steeds actueel, waarbinnen we nauw samenwerken met ruim 150 ICT-bedrijven en organisaties uit het werkveld. Zo vindt er een kruisbestuiving plaats tussen onderwijs, onderzoek en werkveld. Hierbinnen komen talent, kennis en innovatie samen voor een digitale toekomst die beter is voor mens, dier en planeet. We zetten hier dan ook in op duurzame verbindingen, waarin wij zichtbaar en herkenbaar zijn. De reden dat onze Strategie de titel ‘Get Connected’ draagt.
Om daarmee te voldoen aan de steeds maar groeiende vraag naar ICT-professionals Brainport en Midpoint Brabant. Met onze innovatiekracht kunnen we flink bijdragen aan de opgaven binnen onze regio's. Daarbinnen hebben we prominent aandacht voor het welzijn van de generatie Z, onze huidige primaire doelgroep. Ook hebben we oog voor de toekomst van werk, aangezien de toenemende krapte op de arbeidsmarkt maakt dat overheden en werkgevers naar creatieve oplossingen zoeken, waar het ICT-onderwijs en –onderzoek enorme impact kan maken. We zien het als onze maatschappelijke opdracht om het talent van studenten, medewerkers en professionals uit de regio hierin te ontwikkelen en leggen daarvoor ook de focus op onze Ad, de master en het onderwijs voor professionals.
Binnen Fontys ICT worden ruim 4.000 studenten opgeleid tot elke denkbare functie in het hedendaagse ICT-beroepenveld of zijn binnen andere sectoren van meerwaarde door daar slimme ICT toe te passen. Iedere student bepaalt op basis van zijn interesses, passie en talent zijn eigen afstudeerrichting om zo uiteindelijk vanuit zijn of haar eigen talent mee vorm te geven aan de toekomst van het ICT-werkveld.
-
Fontys Hogeschool en Fontys ICT
Een talentgericht, onderzoekend en wendbaar Fontys. Dat wil Fontys in 2025 zijn. Het strategisch plan 2021-2025 richt zich op die drie doelen onder de noemer Fontys for Society. Wie het strategisch plan van Fontys vergelijkt met Fontys ICT ziet veel overeenkomsten. Fontys ICT beschouwt zichzelf als voorloper en uitdager, en ziet daarom niet altijd de voordelen van Fontys-brede samenwerking. Lopen we bij Fontys ICT inderdaad overal voorop, of kunnen we ook leren van ontwikkelingen binnen Fontys? We bekijken deze vraag aan de hand van de drie thema's van Fontys for Society.
Talentgericht
Fontys ziet het als haar maatschappelijke opdracht om het talent van studenten, medewerkers en professionals uit de regio te ontwikkelen. Dat vraagt om doorontwikkeling van het onderwijsportfolio, dat traditioneel gericht is op de voltijd bachelor. Fontys wil meer aandacht voor de Ad, de master en het onderwijs voor professionals. Voor Fontys ICT zit 'talentgericht' in haar dna; met studentnabij onderwijs en de ruimte voor medewerkers om hun eigen baan vorm te geven, loopt Fontys ICT voor op de Fontys organisatie. Een ontwikkelpunt is dat ook Fontys ICT zichzelf nog, vaak onbewust, ziet als een voltijd bachelor-organisatie. Terwijl we drie opleidingen in huis hebben, de Ad, bachelor én master, in zowel voltijd als deeltijd, en de professional doctorate hopelijk snel volgt. Er liggen veel kansen in een grotere focus op en meer waardering voor de associate degree, de master en deeltijdonderwijs in het algemeen.
Fontys' strategisch plan ziet ook het verbeteren van de toegankelijkheid voor het onderwijs als ontwikkelpunt voor een talentgericht Fontys. De begeleiding en administratie voor en tijdens de studie zijn belangrijk. Fontys ICT is terecht trots op Student+. In de begeleiding en advisering op studiekeuzes heeft de semestercoach een spilfunctie, die steeds belangrijk wordt. Bovendien wil Fontys de hybride leeromgevingen versterken. Doel is dat iedere opleiding in 2025 een hybride leer- en onderzoekomgeving heeft. Voor de voltijd ICT-bachelor en -master is dat het geval; voor de Ad-studenten biedt Fontys ICT geen hybride leeromgeving. En de deeltijdstudenten werken weliswaar in groepen aan opdrachten uit de praktijk, maar geven tegelijk ook aan dat het moeilijk is om hun baan te integreren in hun studie.
Onderzoekend
Naast talentgericht te zijn, streeft Fontys na om een onderzoekende instelling te zijn. Fontys zet in de jaren tot 2025 in op versterking van instituutsoverstijgende multidisciplinaire samenwerking in onderzoek. Vanuit deze ambitie zijn de centres of expertise (CoE) en kenniscentra (KC) opgericht. Fontys ICT is penvoerder van het kenniscentrum Applied AI for Society. Bovendien zijn de drie lectoren allen ook tot leading lector benoemd: Mark de Graaf van CoE Inclusive Society, Teade Punter van CoE HTSM en Gerard Schouten van KC Applied AI for Society. Het samenspel tussen de verschillende niveaus, de CoE/KC's, de lectoraten en de onderzoeksprojecten die vaak met het onderwijs verweven zijn, levert vragen op die vooral van organisatorische aard zijn. Er ontstaan nieuwe rollen: taken en verantwoordelijkheden worden anders belegd. Dit puzzelen en uitzoeken met elkaar hoe onderzoek het beste georganiseerd kan worden, zal de komende jaren bij Fontys ICT nog op de agenda staan.
Wendbaar
Het derde en laatste speerpunt van Fontys for Society is wendbaarheid. Voor een wendbaar Fontys zullen de instituten een deel van hun autonomie behouden, maar dan wel binnen de kaders die het CvB opstelt. Bovendien wil Fontys de ondersteunende processen harmoniseren en verbeteren. Om regie te houden op Fontysbrede programma's is het Portfolio Management Office (PMO) ingericht. Tenslotte moedigt Fontys participatie in wisselende coalities en allianties aan, die ontstaan op vraag van de buitenwereld. Fontys ICT laat haar stem in toenemende mate horen in Fontys-brede overleggen. Als resultaat daarvan vallen de kaders grotendeels gelijk met de status quo binnen Fontys ICT. Toch knelt het hier en daar. Zo heeft Fontys ICT veel ondersteunende systemen zelf gebouwd. De voordelen van aansluiten bij Fontys systemen worden (nog) niet altijd en ook niet door iedereen ervaren.
Fontys ICT lanceert haar nieuwe strategisch plan op het moment dat Fontys nog twee jaar 'Fontys for Society' voor de boeg heeft. Tot nu toe liggen de Fontys ICT ambities grotendeels in lijn met Fontys for Society, en lijkt Fontys op bepaalde aspecten, zoals talentgerichtheid, zelfs Fontys ICT te volgen. Hoe de Fontys strategie van 2026 tot 2031 eruit zal zien, is nog gissen. De ingezette trend lijkt die van meer sturing te zijn; het afgelopen jaar zijn er drie centrale kaders vastgesteld, het talentgerichte ontwerpkader, het toetskader en het kwaliteitskader. Het is daarom goed dat Fontys ICT aan veel tafels aanschuift, om mee te praten en het Fontys-brede beleid mee te bepalen. Naast brengen, kunnen we ook halen: een kijkje in de keuken bij de andere 23 Fontys instituten en diensten is interessant, zoals we ook inspiratie en kennis opdoen bij andere (ICT-)hogescholen en universiteiten.
-
Generatie Z
De jeugd en jongvolwassenen die nu een leeftijd hebben tussen de 9 en 24 jaar worden generatie Z genoemd. Dit zijn onze huidige en toekomstige studenten. Interessant dus om te weten wat karakteristiek aan deze generatie is. Uit onderzoeken blijkt dat de sociale identiteit van Gen Z 'ers voor een belangrijk deel online is; dat ze de wereld die vanzelfsprekend internationaal, inclusief en divers is, beter en duurzamer willen maken. En dat het welzijn van deze generatie een aandachtspunt is.
Gen Z'ers rijden gemakkelijk op meerdere digitale snelwegen tegelijk. In de Mediterranean Journal of Social Sciences wordt zelfs gesuggereerd dat deze generatie de hoogste motorische synchronisatie heeft op het gebied van hand-, oog- en oor-coördinatie in de geschiedenis van de mensheid. Daardoor zijn de denkbeelden van deze digital natives niet altijd te bevatten voor anderen. Eerdere generaties denken vaak vanuit offline oplossingen. En kijken daarna naar een slim online alternatief. Generatie Z slaat een denkstap over. Pas als het online echt niet lukt, komen andere oplossingen in beeld. Gen Z'ers nemen veelal informatie op van het web en geven de voorkeur aan video's boven boeken. Afleiding is wel een thema. Het is moeilijk om te focussen op één taak terwijl er zoveel triggers tot afleiding zijn. Uit data van het Statistic Brain Research Institute blijkt dat Generatie Z een aandachtsspanne van acht seconden heeft, waarin zij bepalen of content boeiend genoeg is om aandacht aan te schenken.
MTV noemt deze generatie The Founders: de ongeduldige oprichters van een nieuwe wereld. Zij willen de wereld veranderen. Duurzaamheid is een sleutelwoord voor deze generatie. Als iets niet goed is voor de wereld, verliest het snel aan betekenis. Diversiteit en inclusiviteit is vaak geen issue voor deze generatie. Het is normaal dat er gelijke kansen zijn voor iedereen, ongeacht achtergrond, geslacht, seksualiteit of etniciteit. Dat verwachten ze ook van organisaties. Jongeren zitten vergeleken met eerdere generaties veel thuis. Ze spreken minder af met vrienden en hun sociale leven speelt zich grotendeels online af. Hun online sociale identiteit is sterk. Nog nooit was het aantal tienerzwangerschappen zo laag en is een jonge generatie zo goed doordrongen van de gevolgen van drugs.
Via vlogs en social media zijn Gen Z'ers verbonden met iedereen overal ter wereld. Plaats en tijd spelen op het web geen rol. Werken kan in Bali, Nederland of Australië en of dat om negen uur 's ochtends is of drie uur 's nachts is, maakt niet uit. Werken met doelen, iets binnen een bepaalde termijn af hebben, past ze daarom beter dan methodisch werken. Hiërarchie en autoriteit zeggen generatie Z niet zoveel. Op het web is iedereen gelijk. Het ondernemerschap trekt deze nieuwe generatie aan. Een groot deel van de middelbare scholieren geeft aan een eigen bedrijf te willen starten. Al lijkt Gen Z volgens een grootscheeps onderzoek van MacKinsey, waarbij ze 30.000 werkenden wereldwijd hebben bevraagd, qua verwachtingen en motivatie voor hun werk niet heel veel te verschillen van andere generaties. Betekenisvol werk en flexibiliteit staan in de top van hun lijstje. Boomers hechten daar ook veel waarde aan, maar na het salaris. Salaris scoort bij Gen Z dus relatief lager als reden om van baan te switchen of om een baan te behouden.
In 2021 vulden ruim 28.000 hbo- en wo-studenten een online vragenlijst in. Wat blijkt? De helft van de ondervraagde studenten (51 procent) ervaart psychische klachten zoals angst en somberheid. Onderzoeker Jolien Dopmeijer van het Trimbos-instituut legt in een interview met de NRC uit dat veel studenten psychische klachten en prestatiedruk ervaren omdat ze overvraagd worden. 'De week van studenten zit helemaal vol. Met studeren, colleges en dan een bijbaan om rond te komen. De kosten voor levensonderhoud zijn hoog. Daarnaast willen ze elk moment van hun vrije tijd benutten. Om zich weer te ontwikkelen. Vrienden zien, bestuurswerk doen, sporten. Er is geen tijd om te lummelen. Alles moet nut hebben', verklaart Dopmeijer.
Maar hoe groot is die druk nu eigenlijk? Of hebben we te maken met verwende jongeren die niet met tegenslagen kunnen omgaan? Van der Velden, hoogleraar Victims and Mental Health aan Tilburg University, zet vraagtekens bij het onderzoek van het Trimbos instituut. Er is tegenwoordig veel meer aandacht voor mentaal welzijn dan dertig jaar geleden. Dat is op zich een goede ontwikkeling, het stigma op psychische klachten en stoornissen is aan het verminderen en dat is prettig voor mensen die dat hebben', legt Van der Velden uit. Maar precies om die redenen weten sommige jongeren zulke 'excuses' ook tactisch in te zetten. 'En daar is niks geks aan', stelt Van der Velden. Als een student te veel heeft gedronken en te laat naar bed is gegaan, waardoor deze zijn paper niet op tijd af heeft, en weet dat een excuus als 'overwerkt zijn' goed werkt, zal de student dit mogelijk gebruiken om uitstel te krijgen, legt Van der Velden uit.
In grote lijnen blijkt uit deze artikelen dat de generatie Z ongekende digitale vaardigheden heeft, vooral in online oplossingen denkt, een rijk sociaal online leven kent en warmloopt voor een betekenisvolle rol in een internationale, diverse omgeving, met weinig hiërarchie, veel afwisseling en aandacht voor welzijn. Goed om dus rekening te houden met de unieke kenmerken van deze generatie.
-
Ontwikkelingen in het hoger onderwijs
Ontwikkelingen in het hoger onderwijs, hogescholen en universiteiten
Het hoger onderwijs in Nederland is ingericht volgens een binair stelsel: het praktijkgerichte hbo staat tegenover de wetenschapsgerichte universiteit. Zo'n stelsel komt maar in een paar landen voor. Met de komst van de lectoraten in 2001 en de uitbreiding van bekostiging van hbo-masters in 2016 positioneert het hbo zich steeds nadrukkelijker als de 'gelijkwaardige maar verschillende' evenknie van de universiteiten. De recente pilot met de professional doctorate in het hbo doet hier nog een schepje bovenop. De universiteiten bekijken de ambities van het hbo deels met instemming en deels met argusogen. De relatie tussen hbo en universiteiten lijkt een haat-liefde verhouding, ze hebben elkaar nodig en tegelijkertijd legitimeren ze het eigen bestaan door zich af te zetten tegen de ander. De vraag waar dit binaire stelsel zich in de toekomst naartoe beweegt, is interessant voor de strategie van Fontys ICT.
Het was een schokkende grafiek die Joep Houterman, voorzitter CvB Fontys hogeschool, tijdens de opening van het studiejaar 2023-2024 liet zien: een vergelijking van de bekostiging vanuit de overheid per student, tussen alle onderwijsniveaus. Daaruit bleek het hbo-onderwijs er in verhouding tot middelbare scholen, mbo en universiteiten bekaaid vanaf te komen. Naast Houterman was ook Ron Bormans, voorzitter CvB van hogeschool Rotterdam, aanwezig om het rapport 'Focus op professie" toe te lichten. Dat rapport schetst het toekomstbeeld van het hoger onderwijs. Wanneer de huidige instroom-trends doorzetten, dan koersen we af op een situatie dat het hbo krimpt met de omvang van twee multisectorale hogescholen en er de facto twee universiteiten moeten worden bijgebouwd. Een andere ontwikkeling is die van de 'professional drift' van de universiteiten. Zij worden door de samenleving steeds meer aangespoord om hun verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van de aansluiting op werkveld en samenleving. Het geeft overigens te denken dat universiteiten aangesproken worden op vragen waarop de hogescholen juist graag aangesproken zouden willen worden, vindt de commissie Bormans. Welke mechanismes gaan daarachter schuil? Dat is zowel een kritische vraag richting samenleving, als een zelfkritische vraag richting het hbo zelf.
De toekomst van het hbo ziet er met dalende instroom, lagere bekostiging en de wending van universiteiten naar toegepast onderzoek en -onderwijs niet rooskleurig uit. Toch ziet de commissie Bormans, evenals Houterman, veel kansen voor het hbo, door juist de unieke kracht te benadrukken. Dé kernkwaliteit van het hbo is beroepskwalificatie. Voor de associate degree wordt een tweeledige rol gezien, zowel in het initieel onderwijs als in het leven lang ontwikkelen. De Ad zal nog meer dan nu een scherp civiel effect moeten krijgen én studenten perspectief moeten bieden op doorstroom naar de bachelor. Voor de bachelor ziet de commissie veel kansen in duaal onderwijs en leven lang ontwikkelen. Studenten moet maatwerk worden geboden, waarin ze goed begeleid worden. De commissie pleit verder voor een groter en diverser assortiment aan masteropleidingen in het hbo.
In een toekomstig hbo is een stevige onderzoekscomponent nodig. Waarbij de vormgeving van die onderzoekscomponent binnen Ad- en bachelor- en masterprogramma's overigens ingegeven zal moeten zijn vanuit de behoeften van de beroepspraktijk. Anders gezegd: de rol van het praktijkgericht onderzoek is het aanbrengen van kennis, vaardigheden en gedragingen die studenten in staat stellen om onderzoekend, flexibel, adaptief en ontwerpgericht te handelen, aldus commissie Bormans.
Waar commissie Bormans voor de VH onderzoek deed naar de toekomst van het hoger onderwijs, deed de commissie Sterken dat voor de UNL. De VH was blij met het rapport Sterken, omdat het stelt dat zo'n vijftien procent van de studenten in de universiteiten eigenlijk veel beter tot zijn recht komt op een hogeschool. De VH pakt dit op als een bemoediging om het praktijkgericht onderzoek en de hbo-masters verder te ontwikkelen. "Universiteiten hebben hun hand uitgestoken", aldus Houterman. "Laat ons daarom het praktijkgericht onderzoek verder ontwikkelen en uitbreiden. Dat is goed voor de ontwikkeling van het onderwijs en maakt het hbo ook aantrekkelijker voor toekomstige masterstudenten."
Bij 'gelijkwaardig maar verschillend' horen dan uiteraard ook geldstromen die gelijk zijn aan de universiteiten. Oftewel, het zou wel eens kunnen zijn dat het hbo in de toekomst substantieel meer geld krijgt, voor onderzoek met name. "En zijn jullie daar dan goed op voorbereid?" vroegen Arian van Steenbruggen (Cvb Fontys hogeschool) en Johan Struik (bestuursadviseur Fontys hogeschool) aan het XLT van Fontys ICT in september 2023.
Dit optimisme werd een paar maanden later getemperd door de verkiezingsuitslag. Nederland krijgt waarschijnlijk een rechts kabinet, met partijen die de instroom van internationale studenten geen warm hart toedragen. Een analyse van verkiezingsprogramma's schilderen een ander potentieel toekomstscenario af, namelijk één waarbij universiteiten nog maar beperkt internationale studenten mogen toelaten, waardoor hun instroom sterk af zal nemen. Op dit moment zijn bijna 80.000 van de 340.000 ingeschreven wo-studenten buitenlands. Met een gemiddeld groeipercentage van 12 procent per jaar, wat een voorzichtige schatting is gelet op de voorgaande jaren, zal dit in 2025 oplopen tot ruim 125.000 studenten. Tenzij de overheid een nieuwe koers inzet.
De universiteiten wachten de formatie van het nieuwe kabinet niet af, en komen februari 2024 al met een eigen leidraad om de instroom van internationale studenten te beheersen en de Nederlandse taalvaardigheid te vergroten. Ze zetten in op verlaging van de instroom van internationale studenten, vermindering van het aandeel Engelstalige bacheloropleidingen, meer Nederlandstalige opleidingen en het bevorderen van de Nederlandse taalvaardigheid bij docenten en studenten.
De uitgestoken hand naar het hbo van de universiteiten zou dan wat voorbarig zijn geweest. Minder studenten betekent minder inkomsten. Bij overvolle collegebanken omarmen de universiteiten de waaiergedachte, maar bij lagere instroom is er een risico dat universiteiten het hbo eerder als concurrent zien, die met masters, PD en onderzoek geen 'universiteitje moet gaan spelen'.
De toekomst van Fontys ICT raakt aan de hier geschetste dynamieken binnen het hoger onderwijs. Met de TU Eindhoven en Tilburg University als buren, is het goed om de ontwikkelingen in de gaten te houden om hier met onderwijs en onderzoek op te kunnen anticiperen. Zolang ICT een tekortsector is, is het waarschijnlijk dat de instroom van internationale studenten toegestaan blijft.
-
Regio
De groeiregio’s Brainport en Midpoint Brabant bieden kansen voor Fontys ICT
Met één voet in de Brainport regio en de andere in Midpoint Brabant, staat Fontys ICT in twee innovatieve Brabantse groeiregio's. In beide regio's zie je de ambitie om meer en sterkere publiek-private samenwerkingen te smeden. Publiek-private allianties zijn de toekomst. Tel daarbij op dat Fontys 'for society' wil zijn, en je ziet dat de versterking van regionale samenwerking belangrijker is dan ooit. Interessant en waardevol dus om in te zoomen op onze regio's.
Brainport Eindhoven is met 21 gemeenten en ruim 800.000 inwoners klein in omvang maar groot in impact. In Brainport worden de meest complexe en geavanceerde machines, producten en innovaties ter wereld bedacht en gemaakt. Er is geen plek ter wereld waar zo veel patenten aangevraagd worden als in de Brainportregio. Er wordt gewerkt aan sleuteltechnologieën (key technologies). Van kunstmatige intelligentie tot additive manufacturing en van fotonica en systems engineering tot micro- en nano-elektronica.
Volgens Paul van Nunen, directeur van Brainport Development, ligt de kracht van Brainport in de bundeling van de publieke en private sector. Samen denken in mogelijkheden. Jeroen Driessen, CEO van Driessen Groep, voorspelt dat deze publiek-private samenwerking en het aangaan van allianties met elkaar in de toekomst steeds belangrijker wordt. Innovatief systeemdenken heeft de Brainport industrie groot gemaakt, aldus Van Nunen. Door dit systeemdenken naar de publieke sector te brengen, wordt naar oplossingen voor knelpunten gezocht. In de regio hebben de publieke en private sectoren strategische afhankelijkheden. Zo is voor bedrijven een aantrekkelijk woon- en leefklimaat belangrijk. Woningbouw, verkeer en openbaar vervoer lijken in regio Zuidoost Brabant aan een plafond te zijn gekomen. Daarom wordt gekeken om in de regio Turnhout in België een tweede locatie te ontwikkelen. Die regio biedt ruimte en een goede infrastructuur.
Netwerkcongestie is een groeiend probleem in de Brainport regio. Het Nederlandse elektriciteitsnet staat onder druk, in het bijzonder in Brainport Eindhoven. In deze innovatieve hightech regio groeien bedrijven niet alleen hard, ze zetten ook grote stappen op het gebied van duurzaamheid. Steeds meer bedrijven elektrificeren hun productieprocessen, wekken hun eigen duurzame energie op en stappen over op schone manieren van transport. Het elektriciteitsnet, dat oorspronkelijk is ontworpen voor een ander tijdperk, heeft moeite om te voldoen aan de toenemende vraag als gevolg van de groei van de regio en het belang van duurzaamheid.
Brainport heeft altijd bewust focus gehouden, door dicht bij de techniek te blijven. De regio draait in essentie om machines. Hoewel de term high-tech de indruk kan wekken dat in de Brainport regio vooral hoog opgeleiden werken, is dat niet het geval. Van Nunen wijst erop dat 50-55% van de banen op mbo-niveau ligt. Er is een grote vraag naar technisch en ict-geschoold talent, waaronder dus veel mbo-ers. Interessant is daarbij de groep van 4.9000 mensen, ook jongeren, die volgens UWV-data wel zouden kunnen en willen werken maar nog geen toegang tot de arbeidsmarkt hebben. Brainport kijkt of en hoe zij die groep kunnen aanspreken. Brainport Eindhoven heeft zich ontwikkeld tot een internationale samenleving. In 2022 telde Zuidoost-Brabant 71.918 personen met een buitenlandse nationaliteit. Dit betekent een stijging van 6,9% ten opzichte van 2021. Internationalisering komt niet alleen door een toename van het aantal internationals in de regio, maar ook omdat bedrijven steeds internationaler werken. In deze internationale omgeving wordt veel Engels gesproken.
Onderwijs vervult een belangrijke rol in het voorbereiden van studenten op een internationale wereld. In de 'Visie Internationalisering Onderwijs voor iedereen in Brainport Eindhoven' is de samenwerking met multi-helix partners doorvertaald naar programma-activiteiten tot en met 2025. De focus ligt hierbij op kinderopvang, primair onderwijs, middelbaar onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Een belangrijk onderdeel van het activiteitenprogramma is het investeren in internationale vaardigheden van leraren. Zij vervullen een sleutelrol bij het vormgeven van internationaal georiënteerd onderwijs.
Onze andere regio heet Midpoint Brabant. Dit gebied rondom Tilburg in Midden-Brabant lijkt in de schaduw van de Brainport regio te staan. Midpoint Brabant mag kleiner zijn, maar uit een onderzoek van Rabo Research uit 2023 blijkt midden-Brabant ook een groeiregio te zijn. Waar Brainport zich kenmerkt door techniek en machinebouw, profileert Midpoint Brabant zich als onderwijsregio en aanjager van de nieuwe economie, brede welvaart en duurzaamheid. Bij het werken aan de economie mikt Midpoint Brabant op het vergroten van de brede welvaart in Midden-Brabant. Activiteiten beogen welvaart én welzijn van inwoners in de regio te bevorderen.
AI en digitalisering worden gezien als versnellers van deze gewenste ontwikkelingen. Samen met Gemeente Tilburg en partners werkt Midpoint Brabant aan de ontwikkeling van de Tilburgse Spoorzone tot een Digital Innovation District waar kennisinstellingen, bedrijven, startups en overheden zich inzetten voor een toekomstbestendige economie en samenleving. Oftewel, samen oplossingen zoeken voor maatschappelijke vraagstukken op basis van onderzoek en toepassingen van technologie en AI, én het inbedden hiervan in de samenleving. MindLabs vervult hierin een spilfunctie.
Het actieprogramma 2023-2027 bestaat uit tien opgaven voor de toekomst. Midpoint Brabant levert diensten aan organisaties om ze te helpen bij bijvoorbeeld duurzaamheid en digitalisering. Zo is er voor mkb-ondernemingen in Midden-Brabant het Smart MKB programma, met begeleiding door een digicoach, een ICT-bedrijf en/of student. Om de zorg in de regio toegankelijk, goed én betaalbaar te houden werken Tilburg University, ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis), gemeente Tilburg en diverse andere organisaties samen aan preventie, integrale gezondheidzorg, informele zorg en digitale zorg.
Samenvattend zijn Brainport en Midpoint Brabant beide groeiregio's met kansen voor Fontys ICT. In de toekomst zullen publiek-private samenwerkingen toenemen. Met hybride onderzoek en onderwijs, en de Innovationlabs op Strijp in Eindhoven en Mindlabs in de Tilburgse Spoorzone zijn we al goed op weg. Daarbij lijkt onze verankering met de partners in Brainport sterker dan in Midpoint Brabant, wat kansen biedt voor onze locaties in Tilburg. De regio's stimuleren ons om verder te pionieren, te denken in mogelijkheden en lef te tonen. De term 'allianties' valt daarbij. Door te kijken naar succesvolle waardegedreven (internationale) samenwerkingen kunnen we ons nog verder laten inspireren. Een mogelijk risico voor de toekomst is dat Brainport tegen de grenzen van economische groei aan loopt. Woon-leef klimaat, infrastructuur en de capaciteit van het elektriciteitsnet staan onder druk.
-
Toekomst van het ICT-vakgebied en digitale transformatie
Generatieve AI en de toekomst van het ICT-vakgebied
Het ICT-vakgebied ontwikkelt zich razendsnel, en de ontwikkelingen hebben zelf ook weer effect op het vakgebied. Zo bijt de slang weer in zijn eigen staart. Artificial Intelligence was lange tijd voor veel mensen een abstract begrip. Met de komst van ChatGPT proeft iedereen aan de indrukwekkende mogelijkheden van AI. Het stelt onderwijs ook voor nieuwe uitdagingen, want hoe weet je nog of studenten iets zelf hebben geprogrammeerd? En is die vraag eigenlijk nog relevant? Er laait ook een brede maatschappelijke discussie op, over de risico's van AI. Bovendien is AI allerminst groen, het kost veel energie en water.
De naam generatieve AI (GAI) verwijst naar AI-systemen die geautomatiseerd content kunnen maken, op verzoek van een gebruiker. Sinds de lancering van ChatGPT in november 2022 experimenteren miljoenen gebruikers wereldwijd met deze technologie. De technologie heeft al impact op de samenleving, en de verwachtingen van wat het de maatschappij gaat brengen zijn hooggespannen. Voortbouwend op hun AI-kennis en producten, hebben sinds 2018 meerdere technologiereuzen grote taalmodellen ontwikkeld, waaronder OpenAI, Google, Meta, Microsoft in Amerika en Baidu in China. Ze hebben niet alleen modellen gemaakt gericht op taal, maar ook voor andere modaliteiten, zoals CodeX (OpenAI), eiwitstructuren (zoals AlphaFold van Deepmind) en robotica (zoals PaLM-E van Google). Omdat de training van die modellen veel rekenkracht, hardware en data vergt, zijn met name grote techbedrijven tot nu toe in staat geweest om een taalmodel te trainen. Zo kost het in de lucht houden van ChatGPT naar schatting 700.000 U.S. dollar per dag. Dit soort rekenkracht vergt ook veel energie- en waterverbruik.
In de wetenschappelijke literatuur worden tientallen taken genoemd die GAI in het onderwijs kan vervullen, zowel voor leerlingen en studenten, als voor docenten. Voorbeelden zijn samenvattingen maken, studiemateriaal schrijven en roosteren. Verder kunnen de systemen helpen bij het beoordelen. Een chatbot kan studenten ondersteuning bieden als real-time vraagbaak, studiemaatje of bron van ideeën en suggesties. De prestaties van generatieve AI-systemen zijn dusdanig dat ze voor diverse schoolvakken of universitaire vakken kunnen slagen. Zo haalde ChatGPT een voldoende voor een examen rechten en een examen geneeskunde. Samenvattend zijn veelgenoemde kansen voor het gebruik van generatieve AI in het onderwijs tijdwinst en efficiënte, hogere kwaliteit van de lesstof, betere leeropbrengst en het bevorderen van de motivatie van leerlingen.
In onderzoek kan GAI studenten en onderzoekers helpen bij literatuuronderzoek. In diverse wetenschappelijke tijdschriften zijn al artikelen verschenen waarin ChatGPT als medeauteur is opgevoerd. De verwachting is dat GAI-toepassingen kunnen leiden tot een substantiële verhoging van de productiviteit en efficiëntie. Partners uit onze regio's zullen hiervoor waarschijnlijk vaker bij Fontys ICT aankloppen.
Het Rathenau instituut concludeert in december 2023 op basis van een scan dat generatieve AI de risico's in de digitale wereld versterkt, en nieuwe risico's creëert. Een paar voorbeelden: hoe kunnen we straks nog realiteit onderscheiden van door AI-gegenereerde content? Ook auteursrechten, de vraag of alle inhoud beschikbaar mag worden gesteld aan de taalmodellen van GAI speelt. Mogen teksten gebruikt worden of zijn ze juridisch beschermd? Wie houdt toezicht op het gebruik van generatieve AI en zijn er nieuwe wetten nodig?
In de lezing van Johan Flikweert van Sogeti worden Gartner's Top Strategic Technology Trends in Software Engineering genoemd. Zij onderscheiden drie velden: Developer Enablement, AI-augmented Software Engineering en Scaling Software Development. Daarbij gaf Flikweert zelf vanuit Sogeti aan te verwachten dat AI een grotere rol gaat spelen in software engineering, en dat het off-shoring meer naar near-shoring gaat, met name Portugal en Spanje.
Dat ICT zich snel ontwikkelt, dat laat de vlucht van generatieve AI goed zien. Nu is AI populair, maar dat zal in de toekomst weer een nieuwe innovatie zijn. Tijd voor onderzoek en een goede connectie tussen dat onderzoek en onderwijs zijn daarom belangrijke voorwaarden om het onderwijs actueel te houden. Wanneer een innovatie bredere bekendheid krijgt, nemen ook maatschappelijke zorgen rondom veiligheid, toezicht en ethiek toe. Staan we genoeg stil bij kritiek of zorgen van de maatschappij? En maken we onze studenten voldoende bewust van de duurzaamheidsaspecten van ICT-innovaties? Het is goed mogelijk dat juist studenten van generatie Z het interessant en betekenisvol vinden om met elkaar in debat te gaan over bijvoorbeeld de duurzaamheid van ICT-oplossingen.
-
Toekomst van werk
Toekomst van werk: over krapte, skills en werkgeluk
Geen onbekend fenomeen na de corona-periode: het briefje op de deur van een restaurant dat helaas gesloten is vanwege een gebrek aan personeel. De krapte op de arbeidsmarkt zal in de toekomst niet verdwijnen, maar zelfs verder toenemen. Overheid en werkgevers zoeken naar creatieve oplossingen. Wat kan AI betekenen? Welke ICT-kennis en -vaardigheden worden in de toekomst gevraagd? En wat betekent de toekomst van werk voor de manier waarop we ICT-onderwijs ontwikkelen?
Demografische ontwikkelingen als vergrijzing en ontgroening, waarmee een afname van jongeren als gevolg van een lager geboortecijfer wordt bedoeld, laten zien dat er over 26 jaar meer mensen met pensioen zullen gaan dan dat er jongeren op de arbeidsmarkt bijkomen. De potentiële beroepsbevolking zal rond 2050 nog maar 60 procent van de totale bevolking bedragen. Een andere trend is dat er, hoewel steeds méér Nederlanders zijn gaan werken, er relatief vaak in deeltijd wordt gewerkt. En dan hebben we het niet alleen over werkende ouders of mantelzorgers; de aankomende jonge generatie Z kiest bewust voor deeltijd werken. Werk is slechts één onderdeel van hun leven. Genoeg verdienen is een randvoorwaarde en geen doel op zich. Het aantal jongeren dat tussen de 28 en 35 uur per week werkt, is sinds 2003 verdubbeld en die lijn blijft stijgen.
Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt en stadshoogleraar Tilburg, verwacht niet dat de vraag naar werk zal afnemen. De Nederlandse economie doet het goed. Bovendien zijn er veel maatschappelijke opgaven in de samenleving waar we mensen voor nodig hebben, zoals de energietransitie en vergrijzing. Om de vraag in de zorgsector te kunnen beantwoorden, zou straks 1 op de 4 mensen in de zorg moeten werken. Verder streven we ernaar om meer lokaal te produceren en minder afhankelijk te zijn van het buitenland. Wilthagen schetst een toekomstperspectief waarin er keuzes zullen moeten worden gemaakt. Een sturende economie kennen we niet in Nederland, maar kan met deze trends een realistische optie worden.
Werkgevers zoeken naar creatieve oplossingen om hun vacatures te vullen. Een voorbeeld is dat Enexis bakkers werft omdat hun fijne motoriek inzetbaar is voor elektrotechnisch werk. Omscholing wordt door Enexis zelf verzorgd. Het aantrekken van internationaal talent is een andere beproefde methode om bijvoorbeeld de tekorten in de Brainport regio op te kunnen vullen. Een kans vormen ook de ruim 1,2 miljoen mensen die ongekend talent vertegenwoordigen en zouden willen en kunnen werken, maar (nog steeds) niet in beeld komen. De directeur van Brainport vertelde aan het XLT dat ze bekijken of ze mensen uit deze groep kunnen bereiken en toegang tot de arbeidsmarkt kunnen geven.
Behalve het opleiden en werven van nieuwe medewerkers en het digitaliseren van werk om minder personeel nodig te hebben, is er groeiende aandacht voor het vitaal en gelukkig houden van bestaande werknemers. Jeroen Driessen, CEO van Driessen Groep, vat werkgeluk samen met de drie p's, pleasure, purpose en people. Ofwel, samen gave dingen doen die ertoe doen. "En werkgelukkige werknemers zorgen voor gelukkige klanten", aldus Driessen.
ICT is een tekortsector met een krappe arbeidsmarkt. De verwachting is dat de vraag naar ICT-ers zal blijven groeien. Volgens UWV (2023) zoeken werkgevers vooral hoogopgeleide ICT-ers die fulltime willen werken. Die kandidaten zijn moeilijk te vinden. Leven lang ontwikkelen (LLO) wordt belangrijker. Van de werkzame ICT'ers wordt verwacht dat ruim 60% voor 2027 extra opleidingen of trainingen nodig heeft om mee te kunnen met de snelle technologische ontwikkelingen. Het gaat daarbij vooral om het verbeteren van analytische vaardigheden en het kunnen omgaan met AI. Dit betekent dat werkgevers moeten blijven inzetten op scholing en ontwikkeling van hun personeel.
Interessant is ook wat ontwikkelingen in ICT, zoals generatieve AI, voor effect heeft op de toekomst van werk. In een rapport van het Rathenau instituut van december 2023 stellen onderzoekers de belangrijke vragen in hoeverre GAI-systemen banen zullen overnemen, in hoeverre mensen met de systemen zullen gaan samenwerken en tot op welke hoogte de technologie nieuwe banen mogelijk maakt. Banen bestaan uit bundels van taken, en technologie neemt vaak slechts een deel van het takenpakket over. Onderzoekers van de University of Pennsylvania en OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, berekenden dat bij 80% van de banen minstens 10% van de taken geautomatiseerd zou kunnen worden met generatieve AI. Werkenden houden zo tijd over om andere dingen te doen, en leren weer nieuwe vaardigheden aan. De International Labour Organisation (ILO) verwacht mede daarom dat GAI-systemen mensenwerk vooral zullen ondersteunen.
De uitspraak dat we met onze ICT-opleidingen studenten klaar maken voor een functie die nog niet bestaat, wordt door onderzoek bevestigd. Banen die 10 jaar geleden nog niet bestonden, zoals cloudless computing specialist en drone operator, demonstreren het belang van het aanleren van skills die toegepast kunnen worden in de banen van de toekomst. The Future of Jobs survey van het World Economics forum stelt iedere 5 jaar vast wat de meest essentiële skills van de toekomst zijn. De top 15 van meest gewenste vaardigheden voor 2025, vastgesteld in 2020, kent een top 3 met op één: analytical thinking and innovation, op twee: active learning and learning strategies en op drie: complex problem solving. Ook Jeroen Driessen voorziet dat diploma's in de toekomst minder zullen zeggen dan skills & competences.
Samenvattend, raakt de toekomst van werk het ICT-onderwijs en -onderzoek op meerdere facetten. ICT-onderzoek kan helpen de knelpunten op de arbeidsmarkt op te lossen. Wat kan AI hier bijvoorbeeld in betekenen? En om de digitale transformatie te versnellen zou ICT-onderwijs sterker in alle opleidingen en scholingen kunnen worden geïntegreerd. Bij- en opscholen van werkenden neemt in belang toe, waarbij de grens tussen school en werk mogelijk vervaagt; werkgevers investeren bijvoorbeeld ook in eigen opleidingen. De werkgevers van de toekomst kunnen bij afstudeerders minder geïnteresseerd zijn in de titel van de opleiding dan in hun verworven kennis en vaardigheden. En voor toekomstig werkgeverschap is werkgeluk, met flexibel, betekenisvol werk dat je samen doet, belangrijk. Niet alleen om werknemers te behouden, maar ook omdat werkgelukkige docenten, ondersteuning en staf samen zorgen voor 'studeergelukkige' studenten.