Creatief schrijven

Aan het begin van de minor bedenk je een verhaal (of een serie verhalen) dat je in zes weken uitwerkt tot een afgerond geheel. Die eerste versie ga je daarna zes weken uitgebreid herschrijven. In de laatste fase redigeer je jouw tekst zorgvuldig. Je maakt hem op en stuurt hem naar een drukker. Zo heb je jouw boek tijdens de boekenmarkt aan het eind van de minor ook echt in handen.

Tegelijkertijd onderzoek je op allerlei manieren je eigen schrijfproces. Je onderzoekt een schrijfvraag door te lezen over schrijven. Ook reflecteer op hoe het schrijven gaat. Daarnaast ga je heel veel romans, korte verhalen en non-fictieverhalen lezen. Alleen doe je dat nu als schrijver, om van te leren en door geïnspireerd te raken. Want een schrijver is altijd lezer.

De minor begint met 2 bootcampweken. Je bent dan van maandag tot en met donderdag op school, of op een bijzondere locatie buiten school. Voor werkcolleges, workshops, opdrachten en gastcolleges van schrijvers en verhalenvertellers. Op de vrijdag werk je thuis opdrachten uit.

De rest van de minor ben je 2 dagen per week op school. Op de donderdagen heb je werkcolleges, verhaalanalyse en bespreek je met je coredacteur wat je die week geschreven hebt. Op dinsdag, woensdag of vrijdag ben je een dagdeel op school om jouw teksten met je feedbackgroep te bespreken. Ook reageer je op de teksten van anderen. Welke dag dat is, is afhankelijk van de spiegelgroep waarin je geplaatst wordt. De rest van de week schrijf en herschrijf je aan je boek, doe je onderzoek en lees je. Want je kunt alleen maar goed leren schrijven als je ook veel leest. De duidelijke deadlines binnen de minor zorgen ervoor dat je aan het werk gaat en blijft en niet eindeloos wacht op inspiratie.

Tijdens de minor werk je aan een persoonlijk online portfolio dat altijd toegankelijk is voor de docenten. Op het portfolio plaats je alle opdrachten. Aan het eind van je minor wordt je portfolio beoordeeld.