Onderwerpen in de minor
In de minor gaan we in op thema’s die in de zorg steeds belangrijker worden, waarbij motiverende gespreksvoering als hét instrument gekozen is om als professional in te zetten met cliënten:
- Gezondheidsgedrag stimuleren in plaats van grijpen naar medicatie (denk aan eetgewoonten, bewegen, slapen, ontspannen)
- Zelfmanagement en eigen regie ondersteunen (kan jouw cliënt zijn/haar eigen gezondheid en ziekte 'managen'? Zoekt hij/zij de juiste hulp?)
- Oog hebben voor gezondheidsvaardigheden (snapt jouw cliënt alle voedingsetiketten en bijsluiters van medicatie? Begrijpt de cliënt volledig wat jij probeert uit te leggen?)
- Evidence Based technieken om gedragsverandering te stimuleren (welk wetenschappelijk en klinisch bewijs is er voor de technieken die je kunt inzetten tijdens een gedragsinterventie?)
Veel praktijkopdrachten en contact met échte doelgroepen
Er komen gedurende de minor ervaringsdeskundigen aan het woord, zoals patiënten, praktijkhouders, onderzoekswetenschappers op het gebied van gedragsinterventies of sportpsychologen. Zij zullen je vertellen over hun ervaringen in de zorg en hoe zij de essentie van gedragsverandering zien; hoe gaan mensen om met de gevolgen van aandoeningen en wat doen ze dan precies? Wat voor invloed heeft de omgeving op mensen? Hoe complex is het veranderen van gedrag, zowel voor de cliënt als voor jou als professional?
Je gaat tijdens workshops over coachingstechnieken zien hoe je kunt werken vanuit een persoonsgerichte visie op het ondersteunen van mensen. Je gaat buiten de lessen om zelfstandig iemand coachen in gedragsverandering (bv. een cliënt uit de praktijkplek, een medestudent, familielid of huisgenoot). Zo ga je uit eerste hand ervaren hoe moeilijk en belangrijk het is om écht gelijkwaardig contact te maken met mensen, vooral als zij totaal anders zijn dan jij. Je oefent je coachingsvaardigheden en ervaart hoe een coachtraject eruit kan zien.
Je werkt gedurende de minor in een projectgroep aan een praktijkgericht onderzoek. Je gaat hiervoor aan de slag op een praktijkplek (een soort werkervaringsplek), verdiept je in de thematieken van die plek, kiest een doelgroep, doet een doelgroepanalyse, en ontwikkelt in afstemming met jouw praktijkplek een gezondheidsinterventie die je tot slot met de doelgroep gaat testen. Dit innovatieproject gaat ervoor zorgen dat de theoretische kennis uit de minor een praktische betekenis krijgt. Ook oefen je jouw onderzoeksvaardigheden en verslaglegging.
Competenties
De competenties die je ontwikkelt binnen de minor hebben alles te maken met de interactie tussen een (zorg)vrager en (zorg)professional. Het draait in de minor vooral om deze vier competenties:
- Communiceren – Zowel tijdens het coachen als in je professionele afstemming met opdrachtgevers werk je aan vaardigheden die binnen de competentie communiceren vallen;
- Samenwerken – Je werkt niet alleen met professionele opdrachtgevers samen, maar ook met studenten van verschillende opleidingen, waardoor je meerdere strategieën leert die je in kunt zetten in het samenwerken;
- Onderzoeken en innoveren – Door het analyseren van praktijksituaties en het opzetten van nieuwe interventies ontwikkel je een onderzoekende en kritische houding die je goed kunt gebruiken ter voorbereiding op het doen van je afstudeeronderzoek in leerjaar 4;
- Ondernemen en maatschappelijk handelen – Samenwerkingen en projecten tijdens de minor zijn gericht op het hebben van impact in de praktijk; jouw adviezen en of interventies zullen écht iets gaan veranderen voor de doelgroep!
Tijdens de minor werk je met behulp van zelfstudie, groepsopdrachten en praktijkervaring naar leeruitkomsten toe.
Leeruitkomsten uitdaging 1 - Coachen
De professional i.o. toont de basishouding in de gelijkwaardige samenwerking met zijn coachee. Hij kiest bewust zijn rollen om beiden als experts in een actieve samenwerkingsrelatie de beoogde gedragsverandering bij de coachee te bereiken. De professional i.o. maakt een methodische gedrag- en leefstijlanalyse en stelt gezamenlijk met de coachee passende veranderdoelen vast.
De professional i.o. verkent samen met de coachee de zichtbare én onzichtbare elementen in het leven van de coachee die van invloed zijn op de coach vraag. Hij stelt vast in welke fase van gedragsverandering de coachee zich bevindt en sluit hierbij aan door passende MGV-interventies in om verandertaal te ontlokken en te versterken om de beoogde gedragsverandering te bereiken (en te behouden).
De professional i.o. verwoordt een visie op coachen in relatie tot zijn toekomstige beroep. Hij reflecteert op zijn coach vaardigheden en beschrijft de meerwaarde voor zijn toekomstige beroep en rol als professional.
Leeruitkomsten uitdaging 2 - Onderzoeken en innoveren
De professional i.o. brengt de kenmerken en patronen van de algehele leefstijl van de doelgroep en de invloed op de gezondheid in kaart. Op basis hiervan trekt hij conclusies over het vraagstuk van de doelgroep en neemt de maatschappelijke trends hierin mee.
De onderzoeker/innovator i.o. verzamelt methodisch data bij relevante stakeholders, analyseert de resultaten methodisch en trekt een conclusie betreffende het (gedrags)vraagstuk van de doelgroep en een (mogelijke) innovatie.
De professional i.o. ontwerpt een product (dienst - -instrument, app, etc) waarmee het vraagstuk beantwoord kan worden. Draagt zorg voor een interventie (handleiding – instructie, etc.) om het innovatieproduct effectief te implementeren. Presenteert – demonstreert – showt dit aan de eindgebruikers. De onderzoeker/innovator i.o. heeft een aantoonbaar aandeel in het proces en product en reflecteert op zijn vaardigheden en de meerwaarde voor zijn toekomstige beroep en rol als professional.