Omgaan met uitstelgedrag
Wat is het?
Uitstelgedrag kun je zien als een manier van omgaan met ongemak of spanning. Je stelt je studiewerk uit omdat het weerstand of ongemak oproep en je gaat iets anders doen. Op de korte termijn lijkt dit prettig en effectief te zijn, want dat rotgevoel is weg, maar wanneer je wordt geconfronteerd met je uitgestelde werk, word je onrustig en gespannen. Op de lange termijn neemt de spanning juist toe, omdat de stapel werk ook toeneemt.
De gevolgen van het uitstellen kunnen zijn dat je het vertrouwen in jezelf kan verliest en gevoelens van moedeloosheid kunnen de kop op steken. Soms is er sprake van schaamte, omdat je bang bent dat anderen zullen denken dat je lui bent of een nietsnut, waardoor het extra lastig wordt om hulp te vragen.
Wat kun je zelf doen?
We kunnen allerlei redenen hebben om uit te stellen. Ga voor jezelf na wat je tegenhoudt om de taak uit te voeren. Vind je het niet leuk of weet je niet hoe je het aan moet pakken? Wil je het te goed doen en ben je bang dat het niet zal lukken? Is het te veel werk?
Het is zinvol om uit te zoeken waar jouw uitstelgedrag precies vandaan komt. Heb je ‘gewoon geen zin’ of is er meer aan de hand? Soms is er sprake van een onderliggend probleem dat kan zorgen voor spanning, bijvoorbeeld perfectionisme (de lat te hoog leggen waardoor de taak onuitvoerbaar lijkt) of faalangst.
Soms blijkt dat het uitstellen een vastgeroeste gewoonte is geworden. Je was altijd al een uitsteller en kwam ermee weg, want je haalde toch meestal alle toetsen. Echter nu merk je dat je er niet meer mee weg komt, bijvoorbeeld omdat het te veel werk is om tot het laatste moment uit te stellen. Je bent vast komen te zitten in je gewoontepatroon en komt er niet meer uit.
En praktisch gezien?
Nadat je dit bent nagegaan voor jezelf, kun je ook de volgende voorwaarden eens doornemen:
- Check je motivatie en prioriteiten: Wat wil ik? Waarom wil ik dat en wat ben ik bereid daarvoor te doen? Heb ik de juiste studie gekozen? Geef ik mijn studie prioriteit ofwel heb ik genoeg tijd om rustig aan mijn studie te kunnen werken? Ter vergelijking, als je een six-pack wil, moet je immers ook bereid zijn om daarvoor vijf keer per week naar de sportschool te gaan. Neem zelf de regie weer over en vervang: 'ik moet' door: 'ik wil' of 'ik kies ervoor om'.
- Dagstructuur: Creëer routine in je werkdagen met tijdsblokken om aan school te werken, maar ook met pauzemomenten. Zorg voor voldoende slaap en een gezond eetpatroon, zodat je genoeg energie hebt om je te kunnen concentreren. En minstens zo belangrijk: zorg voor een rustige plek om te studeren zonder veel afleiding.
- Realistische planning: We zijn geneigd onszelf te overschatten in hoe veel we kunnen doen in een bepaalde tijd. Zeker als we door het uitstellen al achterlopen met het werk. Maak daarom een visueel overzicht van je studietaken. Verdeel de grote berg werk in kleine stukjes. Maak vervolgens een planning voor deze stukjes, met voldoende tijd. Deze planning moet haalbaar voor je voelen. Blijkt het achteraf toch niet haalbaar? Maak een keuze in wat je wel en niet doet en pas je planning aan. Beter 3 dingen goed afgemaakt, dan 4 dingen half. Hierdoor leer je tevens steeds beter in te schatten hoeveel tijd bepaalde taken je kosten.
- Begin klein: Hou je gestelde doel of taak behapbaar en klein, zodat de kans op succes groter is (en de kans op falen kleiner). Het belangrijkste is dat je een begin maakt, zodat er beweging in zit. Begin met een half uur per dag en bouw het van daaruit op. Het gaat erom dat je afspraken met jezelf maakt, die je daadwerkelijk kunt nakomen waardoor het vertrouwen in jezelf terugkomt.
- Mild zijn naar jezelf: Wees bewust van negatieve zelfspraak. Jezelf bekritiseren werkt averechts, evenals terugblikken en balen dat het niet goed is gegaan. Zet je blik op de toekomst en wees een positieve coach voor jezelf.
- Zet hulplijnen in: Schroom niet om hulplijnen in te zetten, mail een docent met een vraag, app een klasgenoot voor advies, studeer samen met een medestudent.
- Er bestaat helaas geen quick fix tegen uitstelgedag, zoals je al leest. Maak het daarom bespreekbaar, praat er met anderen over (vrienden, ouders, SLB’er, klasgenoten).